Dat de Brabantse talent had, was al wel snel duidelijk. In hetzelfde jaar als Sven Kramer won ze het wereldkampioenschap voor junioren. Dat was in 2005. In dat jaar draait Wüst ook al volwaardig mee op de seniorentoernooien. Ze wordt derde op het NK allround, vierde op het EK en vijfde op het WK allround en rijdt de 1500 meter in de wereldbeker.

Het jaar erna verliep het voorseizoen echter niet zoals ze had gehoopt. Ze miste op de drie kilometer plaatsing voor de wereldbekerwedstrijden, maar verbeterde wel het Nederlands record op de schaatsmijl.

Aan het eind van het eerste deel van de wereldbekercyclus mocht Wüst toch nog een drie kilometer in de B-groep rijden, in Turijn. Ze verbaasde iedereen door in die B-divisie een baanrecord van 4.05,44 te rijden. Ze was daarmee bovendien 0,02 seconden sneller dan Anni Friesinger, die won in de A-divisie. Ondanks dat werd Wüst bij de Winterspelen in Turijn niet als favoriet voor de drie kilometer gezien, maar behoorde tot de ‘gevaarlijke outsiders’.

De 3000 meter was de openingsafstand voor de dames in Turijn, op 12 februari 2006. De dag ervoor had Sven Kramer zilver gewonnen op de 5000 meter, achter Chad Hedrick, maar Wüst had het in zich om dat resultaat nog te overtreffen.

Ze startte in de tiende van veertien ritten, tegen de Oostenrijkse Anna Rokita. De Poolse Katarzyna Wojcicka, nog altijd actief onder de naam Bachleda-Curus, had de snelste tijd op het bord staan: 4.09,61.

Ze voelde dat ze bij een bijzondere wedstrijd stond, legde ze vier jaar later uit bij de NOS. "Ik weet nog wel dat het apart is bij de start dat je dan nog even zwaait dat dan iedereen gaat schreeuwen voor je."

Wüst vertrok op het schema van het baanrecord dat ze in december had gereden, maar wist verderop in de race haar rondetijden nog lager te houden. Alleen in de laatste ronde liep haar rondetijd wat op, maar haar eindtijd van 4.02,43 was sterk. "Ik had niet zo’n hele goede slotronde, maar er waren er na mij die een nog slechtere slotronde reden", blikte ze later terug.

Of haar tijd tot het podium zou leiden, wist ze niet. Dat deed er voor haar aanvankelijk ook niet toe, want ze was meer dan tevreden met haar optreden. "Hoeveelste ik ook zou worden in het eindklassement, ik zou van dit moment gaan genieten. Ik had voor mijn doen een hele goede race gereden. Ook als ik vijfde was geworden."

Maar vijfde werd ze niet. Haar tijd bleek zelfs zo sterk dat in de ritten erna grootheden als Anni Friesinger, Cindy Klassen en Renate Groenewold hun tanden stukbeten op Wüsts tijd. Zo mocht de Brabantse op de eerste dag van haar eerste Olympische Spelen meteen al een gouden medaille ophalen, als jongste Nederlandse ooit. "Dit kan helemaal niet", zei een uitzinnige Wüst in haar toen kenmerkende stijl voor de camera van de NOS. "Dit waren de meest slopende twintig minuten uit mijn leven, maar ik snap het niet, gewoon onwerkelijk dit."

De rijdster vervolgde in Turijn haar doorbraak met een knappe vierde plek op de 1000 meter en een bronzen medaille op de 1500 meter. Het was duidelijk: er was een nieuwe schaatstopper op het ijs.

Aftellend naar de Olympische Winterspelen in Sotsji belicht schaatsen.nl elke dag een olympisch moment.