In de jaren vijftig en zestig domineerden de schaatssters uit de Sovjet-Unie de internationale kampioenschappen. Dat was in 1964 ook het geval. De uitslagen van de Winterspelen in Innsbruck lezen als een uitslag van de nationale Sovjetkampioenschappen. Van de twaalf medailles die er bij de dames te verdienen vielen gingen er negen naar de Sovjetrijdsters.

De eerste zege boekte Skoblikova op 30 januari op de 500 meter. Hierop was ze op het buitenijs van Innsbruck met 45,0 – een olympisch record – de snelste. Irina Yegorova werd in 45,4 tweede en Tatyana Sidorova derde met 45,5.

De dag erna stond de 1500 meter op het programma, met voor Nederland Wil de Beer aan de start. Met ruime voorsprong en weer met een olympisch record (2.22,6) greep Skoblikova de zege. De tweede plek ging niet naar een landgenote van haar, maar naar de Finse Kaija Mustonen. Zij reed 2.25,5. Berta Kolokoltseva zorgde er met de derde tijd van 2.27,1 voor dat het Sovjet-rood het podium nog steeds overheerste.

Op 1 februari nam Skoblikova haar derde gouden medaille in ontvangst, op de 1000 meter. Ze versloeg met 1.33,2 opnieuw Yegorova (1.34,3), die op de 500 meter ook al zilver veroverde, en Mustonen (1.34,8), de zilveren medaillewinnares op de 1500 meter. En weer mocht Skoblikova een olympisch record bij laten tekenen.

Bij de start van de drie kilometer op 2 februari wisten de meeste deelneemster inmiddels wel hoe laat het was. De 3000 meter was Skoblikova op het lijf geschreven en niemand kon haar van de titel afhouden. Met 5.14,9 reed ze voor de verandering geen olympisch record. Ze was er wel veruit de snelste mee. Tweede werd haar landgenote Valentina Stenina in 5.18,5. Zij deelde die tweede plaats met de Noord-Koreaanse Pil-Hwa Han. Daarmee was het podium niet volledig door de Sovjet-Unie bezet, maar wel door inwoners van communistische landen.

Het was niet echt een verrassing dat Skoblikova het vrouwentoernooi volledig naar haar hand zou zetten. De winter ervoor had ze de WK Allround gewonnen door alle afstanden op haar naam te schrijven. Dit zou ze direct na de Spelen van ’64 nog een keer herhalen.

De jaren erna verdween Skoblikova van het internationale schaatstoernooi. Het seizoen voor de Spelen van 1968 keerde ze terug met zilver op de nationale allroundkampioenschappen en een vierde plek op de WK. Het jaar erna kon ze echter geen vuist maken op de Spelen en werd elfde op de 1500 meter en zesde op de drie kilometer. Daarna stopte ze met schaatsen.

Met haar vier overwinningen had Skoblikova een record gezet dat in 1980 door Eric Heiden werd verbroken. Hij won vijf keer goud op dezelfde Spelen, maar met zes gouden medailles in totaal is Skoblikova nog altijd recordhoudster binnen het schaatsen.

De erfenis van Skoblikova's succes is echter nog altijd voelbaar in haar woonplaats Tsjeljabinsk. Daar leeft het schaatsen misschien wel meer dan elders in Rusland.

Aftellend naar de Olympische Winterspelen in Sotsji belicht schaatsen.nl elke dag een olympisch moment.