Ze zouden nog te warm zijn. Dat is een reden te meer om als marathonschaatsers deze kleding te gaan dragen. Het zal de ontwikkeling op een andere manier stimuleren. Met dank aan de shorttrackers is snijvaste kleding al ver ontwikkeld. De volgende stap is om het ademend te maken. Dat gaat pas gebeuren, als daarvoor vraag uit de markt komt.
Voor zover je van nadelen kan spreken: als we het allemaal dragen, heeft niemand meer nadeel. Als je dat op je in laat werken, slaat ieder tegenargument als een tang op een varken.
Van het goede voorbeeld kunnen we eigenlijk al niet meer spreken. Op de Weissensee schaatsen gelukkig al heel veel mensen met een helm. Omdat het niet normaal is dat er in die schaatsweek meerdere keren helikopters landen om mensen met hoofdletsel van het ijs te takelen. De profs hebben een verantwoordelijkheid.
In iedere andere sport waar je snelheden van boven de vijftig kilometer per uur haalt, wordt een helm gedragen. We zijn een uitzondering.
Met helmen was het recente letsel niet voorkomen? Dat is de zaken omdraaien. Willen we wachten op het eerste serieuze hoofdletsel, voor zover het letsel van Daniëlle Lissenberg dat niet al is? Het gaat erom: wat kunnen we wél doen om het veiliger te maken. Schaatsers die in een peloton gemiddeld 47 kilometer per uur rijden kunnen op zijn minst een helm dragen. Het is een no-lose option. Een helm zit niet in de weg.
In 2003 verongelukte wielrenner Andrei Kivilev. Twee maanden later stelde de UCI de valhelm verplicht. Protesterende wielrenners als Pantani stonden met terugwerkende kracht voor schut. We weten dat het er in het schaatsen een keer van gaat komen. Waar wachten we dan eigenlijk op?
We zijn iets meer dan tien jaar verder en kunnen we ons nu nog indenken dat het wielerpeloton zonder helm fietst? Inmiddels zijn we al drie stappen verder en fietsen steeds meer kinderen met een helm in het verkeer.
Het schaatsseizoen is twee weken oud en we spreken al vier weken over ernstige incidenten. Dat mág gewoon niet. Terwijl veiligheid in de bouwwereld topprioriteit heeft, kunnen de vele sponsoren uit deze branche zich niet verbinden aan een sport die het onderwerp achteloos naast zich neerlegt.
We herinneren ons de gevallen die het nieuws haalden. Dat zijn er gauw zo’n vijf in de laatste vijf jaar. Jordy Harink had in Amsterdam een sneetje in zijn keel. Net niet diep genoeg om in de ziekenwagen te belanden. Jan van Oosterom had eens een snee bij zijn strottenhoofd. Eveneens net niet diep genoeg voor een beangstigende kwetsuur. Iedere schaatser kan zich een moment herinneren waarin het nét goed ging.
Los je met snijvaste kleding en een helm alles op? Nee. Geeft het schijnveiligheid? Dat ligt aan onze eigen vervolgstappen. Je moet ergens beginnen. De kwaliteit van de boarding, niet meer dweilen in de buitenbochten, het zijn ook zaken die we moeten onderzoeken. Begin met het meest voor de hand liggende in te voeren en daarmee het onderwerp op de agenda te houden.