Jan de Jong (76) uit Muiden is al jarenlang de 'rots in de branding bij het jeugdschaatsen' van IJsclub Gein & Omstreken uit Driemond. Vorige maand heeft hij tijdens de diploma-uitreiking kenbaar gemaakt het stokje door te geven aan Andres Landman, maar hij blijft wel bij het jeugdschaatsen betrokken.

Daarnaast is De Jong actief bij de jury van de marathon en de langebaan en helpt hij ook wel eens bij het shorttrack. "Maar dat is gewoon helpen, want ik ben helemaal niet thuis in de wereld van het shorttrack." Al met al is wel duidelijk dat men altijd een beroep op deze vrijwilliger kan doen. "O ja hoor. Tijdens de drie dagen van het NK in het Olympisch Stadion heb ik ook nog meegeholpen."

Sinds wanneer doet u al vrijwilligerswerk bij het schaatsen?
"Ik ben daar rond 1980 mee begonnen, dus nu zo'n 35 jaar geleden. Via mijn kinderen ben ik in het jeugdschaatsen gerold en tot en met afgelopen seizoen ben ik daar de leidende functie in geweest."

Hoe is dat precies gegaan?
"Ja, eigenlijk rol je veelal via je kinderen erin. Mijn kinderen wilden graag schaatsen en vanuit Muiden deden we dat op zaterdagmorgen op de Jaap Edenbaan. Daar moesten we dan om zeven uur zijn. Ik stond ook doordeweeks al iedere dag om kwart voor zes op, dus daar had ik eigenlijk geen zin in. Toen kwamen we er via Marion van Veldhuizen (nu Portengen) achter dat vanuit Driemond ook een ploegje aan jeugdschaatsen deed. Daar reden ze bij toerbeurt, terwijl ikzelf elke week moest rijden. Zo ben ik er eigenlijk bij gekomen."

"Marion deed zelf aan marathonschaatsen en wilde ook wel eens elders wedstrijden gaan rijden. Maar dan kon ze niet altijd bij het jeugdschaatsen zijn. Aangezien ik ook schaatste, vroeg ze mij om het een keertje over te nemen. Daarna volgde een tweede keer en een derde, en het jaar erop zei ze tegen mij: 'Het gaat zo lekker, als jij dat jeugdschaatsen blijft doen, dan kan ik een trainingsgroep beginnen.' Dat is in het kort hoe het is gegaan."

Wat moest u doen om jeugdschaatsen te kunnen geven?
"Het belangrijkste is natuurlijk dat je met kinderen op kunt schieten. Het is jeugdschaatsen, geen trainingsgroep, dus je probeert de kinderen op een leuke manier het schaatsen bij te brengen. Dat is het hoofddoel. Dat ze later doorgaan naar een trainingsgroep is alleen maar meegenomen. Dat is een teken dat je het goed gedaan hebt. Dat is natuurlijk wel leuk voor ons."

"Toen ik begon waren we met tien kinderen en deed ik het nog alleen. Geleidelijk aan mochten we met meer kinderen op de ijsbaan en zijn we gegroeid tot een groep van zo'n 35 kinderen. Dat doen we met vier begeleiders en ik heb nog een paar invallers voor het geval iemand niet kan. Ik heb nooit enig probleem gehad om daar iemand voor te krijgen."

"Vanaf het begin ben ik ook al 'Ome Jan' voor iedereen. Mijn kinderen zaten er toen nog tussen en ik wilde niet dat men zou schreeuwen van 'Jan zus' of 'Jan zo'. Dat is nooit gebeurd, want het was gelijk 'Ome Jan' en dat is nu nog steeds zo."

Dat geeft ook wel een gemoedelijke sfeer, lijkt mij.
"Zeker. Dat staat voorop. Voor de les zeg ik ook altijd: 'Met problemen kom je naar mij. Die los ik op en niet jullie'. En met vragen kunnen ze altijd bij me terecht, op die manier probeer ik de kinderen op hun gemak te stellen."

Inmiddels bent u ook opa. Heeft u uw eigen kleinkinderen ook op jeugdschaatsen?
"Ik heb mijn twee oudste kleindochters drie jaar op schaatsen gehad. Schitterend was dat. 'Opa doe je benen eens wijd.' En dan gaan ze onder je benen doorrijden. Voor je het weet doen zij het niet alleen, maar doet de hele groep het. Prachtig. Dat zijn leuke dingen. Het belangrijkste is dat je zelf ook plezier hebt in wat je doet, dan krijgt een kind daar ook plezier in. Als je met een lang gezicht voor de groep gaat staan en een beetje gaat blaffen, haken ze gauw af."

Hoe leert u jonge jeugd de schaatstechniek aan?
"Je leert ze natuurlijk diverse oefeningetjes. Eerst leren ze op twee benen te staan, uiteraard anders val je om natuurlijk, maar dan op schaatsen en rechtop. Dan gaan ze gang maken en leren ze opzij afzetten. Niet naar achteren, niet punteren. Ik deed dan altijd even voor wat fout was. Zo geleidelijk ga je door op het ene been en op het andere been en dan ga je met de slagen beginnen. Zodra ze een goede slag kunnen maken ga je weer verder met pootje over. De meesten proberen dat vaak al uit zichzelf."

Wat is voor u de voldoening van uw vrijwilligerswerk?
"Je moet bezeten van schaatsen zijn en vooral het omgaan met kinderen vind ik heel erg leuk. Ik ga het wat rustiger aan doen, maar ik blijf er nog wel bij betrokken. 'Ome Jan, je gaat toch niet weg he? We zijn je toch niet kwijt?' Ik kreeg pas nog een leuk gedichtje van iemand, die had het voorgelezen met de bekeruitreiking van de clubkampioenen. Dat was heel erg leuk. Als ik niet oplet, schiet ik op zo'n moment vol. Want zo ben ik dan ook nog wel."

U bent Erelid van twee ijsverenigingen (Muider IJsclub Eendracht en IJsclub Gein & Omstreken) en Lid van Verdienste van het Gewest Noord-Holland/Utrecht. Wat doet die waardering met u?
"Het is natuurlijk heel fijn dat ze je waarderen voor het werk dat je doet. Ik denk dat vrijwilligers dit ook wel mooi vinden, zo ijdel zijn we wel. Maar daar doe je het natuurlijk niet voor."

Wat heeft u voorheen in het dagelijks leven gedaan?
"Ik heb in een grote machinefabriek, Werkspoor, in Amsterdam gewerkt. Dat is even heel iets anders. Nu verzamel ik naast mijn vrijwilligerswerk houten schaatsen. Daarvan heb ik een hele expositie op zolder. Ik ben nog geen Gauke Bootsma van het Schaatsmuseum in Hindeloopen, maar ik doe het allemaal op eigen houtje."

Schaatst u zelf ook nog?
"Jazeker. Op natuurijs is natuurlijk het mooiste, maar nu ik wat ouder word gaat dat wat minder. Maar ik schaats elke woensdag nog met een vast groepje op de Jaap Edenbaan en dan gingen we na afloop altijd naar de Skeeve Skaes. Gewoon gezellig. Heel jammer dat dat niet meer kan."

Welke vrijwilliger(s) wilt u graag terugzien in de 'Vrijwilliger van de Week', en waarom? Laat het ons weten door een mail te sturen naar redactie@schaatsen.nl