Kongshaug is blij dat hij de eerste meters weer op het ijs heeft gemaakt. “Het voelt slechts als een paar dagen geleden dat we op het ijs stonden voor het WK”, vertelt hij. De Noor gebruikt de zomerperiode om nieuw materiaal te testen. “Vorig jaar heb ik met te grote schoenen gereden, waardoor ik moeite had met het sturen in de bochten. Dat was geen groot probleem, maar ik heb meer stabiliteit nodig als ik nog harder wil schaatsen.”
Zijn jongere ploeggenoot Didrik Eng Strand stelt de aanpassingen aan zijn materiaal uit. De twee weken in Nederland gebruikt hij vooral om het goede gevoel terug te krijgen. “De eerste trainingen zijn altijd wennen. Daarom wil ik pas aanpassingen doen op mijn thuisbaan in Hamar waar we over drie weken schaatsen.”
Bjarne Rykkje licht toe hoe de planning eruit ziet en waarom Thialf is verkozen boven het jaarlijkse kamp in Inzell. “Vaak werken we dit blok met specifieke trainingen af in Inzell, maar daar ligt deze zomer later ijs dan in Thialf. Bovendien kun je in Heerenveen alle trainingen afwerken die je wilt. Hierna gaan we twee weken van het ijs, om vervolgens in Hamar een blok te draaien. Na wederom twee à drie weken zonder schaatsen staan er trainingen in Stavanger op het programma. Zo hebben we het best goed voor elkaar met regelmatig ijstijd.”
Toch zijn de mogelijkheden niet onbeperkt. “We hadden gehoopt dat het succesvolle WK meer impact zou hebben op het schaatsen in Noorwegen, maar we worstelen nog steeds met budget en de sponsoren”, vertelt Kongshaug. Rykkje vult aan: “Als ik zie dat we met deze resultaten nog steeds zo weinig middelen hebben, vraag ik me af waar het dan vandaan moet komen. Hoe gaat het ooit goed komen? Dit is het moment voor de bondsmensen om naar sponsoren te zoeken, al ben ik bang dat zij die noodzaak minder voelen. Iedereen heeft altijd gezegd dat we resultaten moeten behalen, maar dat doen we nu al verschillende jaren op een rij.”
“Aan de andere kant zie ik wel dat er meer Noren geïnteresseerd zijn in het schaatsen”, vervolgt Rykkje. “Zo wordt Peder steeds vaker gevraagd om zijn mening te geven. Alexander Kristoff, de beste wielrenner van het land, vroeg zich af waarom Peder niet overstapte naar het wielrennen, dan kon hij veel meer geld verdienen. Ik ben niet bang dat we hem kwijtraken, maar zulke verhalen vergroten wel zijn bekendheid.”
Waar de wereldkampioen op de 1500 meter zich comfortabel voelt bij de aandacht en de interviews, groeit ook de WK-winnaar van de vijf kilometer in de rol van bekende Noor. “Bij Sander Eitrem zie je een grote ontwikkeling in zijn doen en laten. Toen hij net bij de ploeg kwam, was hij groot en sterk en kon hij al hard schaatsen. Alleen zag je aan alles dat hij onzeker was, hij kwam uit een kleine wereld en durfde geen interviews te geven. Dat onzekere is er nu echt vanaf. Daarin vindt hij ook steun bij Peder, die laat zien dat je kan zeggen wat je wilt zonder dat iemand dat gek vindt. Peder kwam als spillebeentje in de ploeg, maar is een volwassen en zelfbewuste sporter geworden.”
Ook in het gesprek met de 23-jarige Kongshaug zelf komen die ontspanning en zelfverzekerdheid naar voren wanneer hij over zijn wereldtitel praat. “Ik heb gezegd dat ik goud wilde winnen op het EK, het WK en de Spelen. Nu heb ik die drie plakken ook. Ik kan de stress van mij laten afglijden en nog meer genieten. Omdat ik alles heb behaald wat ik wilde, ben ik meer relaxt.”
Kongshaugs ontwikkeling ging sneller dan hij zelf verwacht had. “Voor de Spelen van Beijing had ik in mijn droomboek (met doelen, red.) opgeschreven dat ik in 2022 wilde gaan voor een plek in de olympische selectie, dat ik in 2026 een medaille wilde pakken en dat die in 2030 misschien goud zou zijn. Ik ben heel blij dat ik in Beijing die gouden plak al behaald heb op de ploegenachtervolging, al waren er toen geen toeschouwers. In Milaan zal het heel anders worden. Meer media, meer publiek en zeker ook meer zenuwen. Maar ik heb de afgelopen jaren veel grote wedstrijden gereden en ben ervan overtuigd dat ik die druk aan kan. Olympisch goud op de 1500 meter heb ik nog niet, die droom houdt me scherp.”
Hoe anders is de beleving van de 19-jarige Didrik Eng Strand. In zijn eerste wereldbekerseizoen bij de senioren vielen, na een knappe tiende plaats tijdens de eerste World Cup, de resultaten tegen. Door de vermoeidheid kon hij ook zijn individuele wereldtitels op het WK Junioren niet prolongeren. Maar het hoogtepunt van zijn seizoen moest nog komen: zevende op het WK Afstanden bij de senioren.
“Ik kom uit Hamar en heb daar veel races gereden, soms met maar vijf mensen in het publiek. Nu was het bijna uitverkocht met familie en vrienden op de tribune, geweldig. Ik schrok ervan dat ik zevende werd, maar was heel blij.” De ervaring van de wereldbeker in Thialf had bijgedragen aan zijn prestatie. “In Heerenveen stond ik voor het eerst in zo’n vol stadion. Dat bezorgde me veel stress. Twee weken later in Hamar kon ik me beter focussen en wist ik dat de supporters voor mij juichten. Of ik het nu geweldig zou doen of niet, ik was nog jong en deed mee aan mijn eerste van hopelijk vele WK’s.”
De Noor genoot niet alleen van zijn eigen zevende plek, ook van de medailles van zijn teamgenoten. “Het was geweldig Sander en Peder wereldkampioen te zien worden. Ze helpen mij veel tijdens de trainingen. Ze zijn zo goed op het ijs en proberen alles perfect te krijgen. Niets laten ze aan het toeval over. Ik weet dat het - als ik hetzelfde doe als zij - goed komt.”
Het vertrouwen in het programma is niet alleen sterk bij de ploeg, ook erbuiten, vertelt Rykkje. “Toen ik in Noorwegen begon als bondscoach had ik niet het idee dat ik de rijders moest overtuigen, maar wel de mensen eromheen. Omdat de resultaten niet gelijk goed waren, heb ik iets aan het programma veranderd en daarna volgden de prestaties snel. Vanaf dat moment heb ik nooit meer het gevoel gehad dat ik voor mijn programma moest strijden. Het gaat nu eerder de andere kant op, dat ze in Noorwegen allemaal gaan doen wat wij doen.”
Ragne Wiklund heeft de ijstrainingen in Heerenveen overgeslagen. Wegens de bruiloft van haar broer zou ze slechts een week in Nederland zijn, waardoor Rykkje en de schaatsster uiteindelijk besloten dat ze de oversteek niet zou maken. “Om haar rug niet te veel te belasten stapte ze voor die week niet het vliegtuig in, al vond ze het ongetwijfeld erg jammer.” De rugproblemen spelen haar al langer parten, maar in februari werd het zo erg dat ze na wereldbekerwinst in Polen per rolstoel het middenterrein moest verlaten. De afgelopen maanden heeft ze veel onderzoeken gehad en haar normale trainingsprogramma opgepakt.
Het ongemak speelde ook geen rol op het WK Afstanden, toen ze als favoriete naast het podium op de drie kilometer eindigde en aan het slot van de vijf kilometer net tekort kwam voor de wereldtitel. “Ze was heel teleurgesteld over haar prestaties in Hamar. We hebben er samen veel over gesproken. Inmiddels kan ze het achter zich laten. Misschien is dat het grootste leerpunt geweest: dat je op een mindere dag naast het podium valt. De pijn zat diep, maar het is geen smet op haar carrière. Ze maakt zich geen zorgen over het programma en staat er inmiddels beter voor dan ooit.”