Het is een stap die enkelen proberen; van de kunstschaatsdiscipline naar het langebaanschaatsen of andersom. Zo betrad Wessels na elf jaar op kunstschaatsen voor het eerst het ijs op klapnoren. “Dat was even raar. Toch wende ik er wel snel aan, hoor. Ik vind het leuk om snelheid te maken, dus ik had er al gauw lol in.” En dat was voor de 16-jarige op dat moment het belangrijkst.
Van jongs af aan trainde Wessels veel en was ze vrijwel dagelijks op het ijs te vinden. “Ik was niet te stoppen en wilde altijd trainen. Als ik op het ijs stond, voelde ik me vrij en vergat ik alles om me heen. Hoe harder ik werkte, hoe meer voldoening ik haalde uit de sport.”
Toch veranderde er iets. In 2021 ging het mentaal minder goed met haar. “Ik besloot er op advies van Joan Haanappel – van Stichting Kunstrijden Nederland, inmiddels overleden - drie maanden tussenuit te gaan, om te testen of ik het zou missen. Na vijf weken begon het alweer te kriebelen.” Een overstap naar een andere club leek even verlichting te bieden, maar de negatieve sfeer keerde terug voor haar. “Mentaal vond ik het lastig vol te houden.”
Het plezier verdween, en daarmee ook de motivatie. “Ik ben definitief gestopt. Daar heb ik geen seconde spijt van gehad. Dat zegt genoeg, denk ik. Ik hield van de sport, maar niet van de cultuur. En ik weet zeker dat ik niet de enige ben met zulke ervaringen.”
Toch bleef haar liefde voor schaatsen bestaan. Ze zocht een nieuwe uitlaatklep — en vond die op de langebaan. “Voor het eerst stond ik op klapschaatsen. Dat voelde vreemd, maar ik had het snel onder de knie. De snelheid trok me meteen. Ik ben vrij lang, 1 meter 80, wat bij kunstschaatsen niet ideaal is. Bij het langebaanschaatsen zie je vaker lange vrouwen. Kijk naar Jutta Leerdam — dan denk ik: het kan gewoon.”
Wessels trainde het afgelopen jaar vooral op de sprintafstanden. Haar eerste 500 meter reed ze in 46 seconden; inmiddels staat haar beste tijd op 42,5. Ze eindigde als elfde op zowel het NK Sprint als de NK Supersprint. Komend seizoen wil ze de grens van 40 seconden doorbreken én de langere afstanden verkennen. “Daar was dit jaar nog geen ruimte voor. Maar ik wil mezelf zo breed mogelijk ontwikkelen.”
Haar ultieme doel? De Olympische Spelen halen. “Dat heb ik altijd gewild, ook toen ik nog kunstschaatste. Die droom is nooit veranderd.”
De overstap naar het langebaanschaatsen bleek niet alleen sportief, maar ook sociaal een verademing. “Ik voel me thuis op de ijsbaan. Ik ben warm ontvangen en de sfeer is totaal anders dan ik gewend was. Mensen praten met je, maken een praatje. Nieuwkomers worden hier echt verwelkomd.” Wessels kijkt weer met vertrouwen vooruit. “Het is alsof er een last van mijn schouders is gevallen. Ik geniet weer — zonder stress.”
Trainer Annamarie Thomas had Wessels afgelopen seizoen onder haar hoede bij Deltalent en speelde een rol in diens overstap naar KTT Zuid. “Ik koppelde haar bewust aan twee fanatieke meiden, zodat ze er gelijk goed inkwam. Naomi had veel inzet, vanaf het begin. Ze pakte dingen snel op en je zag dat zij een stukje topsportervaring heeft ten opzichte van andere jeugd. Zij is al zo jong begonnen met kunstschaatsen. Die technische ervaring en het snel kunnen schakelen – dat hielp haar om grote stappen te maken.”
Lovende woorden van Thomas, die al bijna vijftien jaar talenten begeleidt. “Het is bizar om te bedenken dat ze vorige zomer alle materialen nieuw moest aanschaffen. Ze kwam met vragen naar me toe als: ‘waar moet ik eigenlijk mijn schaatsen halen?’ Dat was de eerste stap. Het is knap hoe snel ze het langebanen op pakte, maar natuurlijk zag je ook dat er nog veel aan geschaafd kon worden. Haar houding op het ijs was te veel rechtop. Ze moest met een bolle rug rijden in plaats van een rechte rug. Haar handen moesten op een juiste wijze meebewegen. Dat zijn dingen die niet makkelijk zijn geweest.”
“Als je haar nu ziet rijden, zie je dat er vooral op het rechte eind veel kan gebeuren. Breder afzetten en niet alleen naar voren rijden en in een korte slag blijven. Zijwaarts afzetten blijft op het rechte stuk een leerpunt. Haar bochten zijn daarentegen al fantastisch. Het zijwaarts afzetten in de bocht en vervolgens door kunnen versnellen, dat hebben kunstschaatsers ook. Misschien kunnen die dat nog wel beter dan de meeste langebaners van nature doen.”
Thomas zag zoveel potentie dat ze in gesprek ging met Milan Kocken, talentcoach van KTT Zuid, om hem te overtuigen Wessels voor komend seizoen te selecteren. “Naomi maakt elke training stappen en haar techniek verbetert zo snel. Bovendien heeft ze de topsportmentaliteit. Er was een krachtoefening die ze van mij lange tijd niet mocht doen. Toen zag ik haar op zichzelf in een hoekje trainen, en voerde ze die oefening perfect uit. Het was een copy-paste van een ander. Naomi heeft de instelling: ik kan het en ga het doen.”
“Naomi wilde eigenlijk niet weg bij ons, omdat ze het zo naar haar zin heeft. Maar ze heeft ook ambities. En ik denk dat de stap naar KTT Zuid nodig is als ze echt de weg omhoog wil inslaan”, aldus Thomas.