Waar de shorttrackers en langebaanschaatsers in april een paar weken vakantie hadden, gunden Daria Danilova en Michel Tsiba zichzelf die tijd niet. Het paar begon gelijk aan het eerste hoofdstuk van het nieuwe seizoen: het vormgeven van de küren. “De afgelopen jaren hebben we ons enorm ontwikkeld”, vertelt Tsiba. “Alleen kwamen we niet verder met de componentscore (waaronder interpretatie van de muziek, uitvoering en transities vallen, red.). Daarom wilden we op zoek naar choreografen buiten ons team, en daarmee ook buiten onze comfortzone, voor nieuwe ideeën van buitenaf.”
Voor de korte kür kwamen ze terecht bij de 29-jarige Joti Polizoakis, de Duitse ijsdanser met wie ze in 2020 ook hadden gewerkt. “Ondanks zijn jonge leeftijd heeft hij veel ervaring. Naast zijn werk als choreograaf is hij veel betrokken bij kunstschaatsshows, die hij zelf ook schrijft. Hij brengt een nieuwe stijl mee.”
De 59-jarige Pasquale Camerlengo heeft het vrije programma ontworpen. “Deze beroemde Italiaanse choreograaf heeft in het verleden ook voor onze coach küren gemaakt. Wij hebben hem gevraagd omdat hij bij onze stijl en muziekkeuze past. Voor ons was het een eer met hem te werken. Hij kwam elke dag met zo’n positieve vibe naar de ijsbaan. In korte tijd hebben we een warme band met hem opgebouwd. Hij heeft ons veel nieuwe dingen geleerd, waardoor we meer kunnen laten zien op gebied van choreografie en interpretatie.”
Tsiba is zeer tevreden met de vrije kür. “Afgelopen winter hadden we mooie elementen en goede muziek, nu hebben we echt een kunstwerk gecreëerd. Er zit meer emotie in door betekenisvolle accenten. Ook over de korte kür zijn we enthousiast. We kunnen niet wachten om beide programma’s te laten zien in de wedstrijden.”
Tsiba legt uit waar ze inhoudelijk aan hebben gesleuteld. “De moeilijkheidsgraad van de elementen is grotendeels gelijk gebleven. We hebben op basis van feedback vooral details aangepast. Vergeleken met de wereldtop zitten we al op het hoogste niveau qua moeilijkheid. Het draait nu om finetunen: stabieler worden in de sprongen, meer flow in de worpen en de lifts vloeiender uitvoeren. Alles moet moeiteloos ogen. Ook hebben we gelet op de posities op het ijs bij de uitvoering. Waar sta je ten opzichte van de jury? Het is een grote puzzel geweest.”
Over de muziekkeuze wil hij nog weinig kwijt. “Dat houden we nog even voor ons, al kan ik wel vertellen dat we heel blij zijn met de nummers. Ze passen goed bij ons. We blijven daarmee dichter bij onszelf dan vorig jaar.”
Al met al kijkt Tsiba tevreden terug op het ontstaan van de nieuwe programma’s. “Vanaf het begin klikte het met Joti en Pasquale. Wij konden genieten, zij hebben genoten. Het is mooi dat te ervaren met nieuwe mensen om je heen. We willen de SKN (Stichting Kunstrijden Nederland, red.) en de KNSB bedanken dat we dit konden realiseren. Eerder hadden we al plannen om andere choreografen te vragen, maar hadden we het geld niet. Nu we dichter bij de Spelen komen, krijgen we meer steun.”
Door hun vijftiende plaats op het WK hebben Danilova en Tsiba voldaan aan de eisen van de internationale schaatsunie. Als ze komende winter ook aan de nationale richtlijnen voldoen, schrijven ze geschiedenis als eerste Nederlandse kunstschaatspaar op de Spelen. “Het klinkt raar, maar we zijn nog niet met Milaan bezig. Vroeger was ik naïever en dacht ik te ver vooruit. Als je jong bent, kijk je naar EK’s, WK’s en de Spelen. Het belangrijkst is echter plezier hebben en verliefd raken op waar je dagelijks mee bezig bent. Met deze nieuwe choreografen hebben we het vuurtje extra aangewakkerd. De nieuwe küren geven ons inspiratie en motivatie.” Maar voordat de olympische winter kan beginnen, nemen Danilova en Tsiba de tijd voor een korte vakantie.