Dat komt het best tot uiting, wanneer de twee - afzonderlijk van elkaar - wordt gevraagd welk rapportcijfer ze toekennen aan hun eerste maanden van de voorbereiding op een winter met Olympische Spelen. “Ik ben tot dusver supertevreden en geef een 9”, zegt de 25-jarige Van ’t Wout, die niet verhult dat in die hoge waardering ook wat opluchting zit verpakt. Niet voor niets heeft hij het gesprek na de ijstraining van deze dinsdag geopend met een duidelijke boodschap: “Ik ben er weer, na een periode waarin ik me dikwijls niet mezelf heb gevoeld en soms heb afgevraagd of het nog wel zin had. Wat ik echter heb geleerd van die tijd is rolling with the punches. Roeien met de riemen die ik heb. Doorgaan met m’n leven, wat er ook gebeurt. Ik ben gelukkig van nature een positief mens”, aldus de oudere broer van Jens van ’t Wout, de shorttrack-ster van Oranje.

Huisman (28) dan, die is minstens zo opgewekt over het eerste trainingsblok dat de nationale trainingselectie (NTS) achter de rug heeft. Want hij prikt probleemloos een 8 op zijn stand van zaken. Volstrekt logisch, zodra hij zijn ‘fysieke ongemakken’ even oplepelt. “Ik heb de voorbije maanden een hoop afgevinkt. Het begon verleden zomer met een een ontsteking in de knie. Toen dat voorbij was, kreeg ik in oktober en november 2024 last van een ontstoken enkel. Half januari waren het twee ontstoken verstandskiezen die me dwarszaten. Een kaakchirurg hielp me, ik leek er goed van te herstellen, maar had te maken met een terugvalletje. De reden: de ziekte van Pfeiffer.

“De kers op de taart volgde nog: in het weekend van het WK werd ik overvallen door een blindedarmontsteking. Dat was een soort van handgranaat die in m'n buik zat en een keer zou afgaan. Of niet. Bij mij dus wel. Ik belandde in het ziekenhuis waar ze me er van bevrijdden…”

Gelukkig kende hij tussendoor ook een klein moment van geluk. Huisman werd in januari 2025 uitgeroepen tot de Sportman van het Westland. “Ja, dat was leuk: stond ik daar op het podium met een halve hamsterwang, vanwege die verstandskiezen.”

Kay Huisman
Huisman: "De kers op de taart was de blindedarmontsteking in het weekend van het WK." | Foto: KNSB - Shapevisions

Maar zie: ze racen weer deze morgen in Thialf. Het is de eerste snelheidstraining geweest voor de grote groep rijders (de Engelse ploeg is te gast en mag aanhaken) van bondscoach Niels Kerstholt. Die heeft ze hun grenzen laten opzoeken, en wanneer shorttrackers mogen knallen, gaan ze los. Dat gevoel maakt Van ’t Wout gretig, al beseft hij dat hij niets moet forceren. Geduld is een toverwoord, en dat klinkt raar in een seizoen van Winterspelen: voor je er erg in hebt, barst dat sportgeweld in Milaan los.

Er is nooit tijd genoeg. “Ik heb veel geleerd van mijn blessures en ben vooral met mezelf bezig. Ik kijk niet echt naar wat anderen doen. Natuurlijk houd ik een beetje in de gaten wat de andere jongens rijden, in vergelijking met mij. In mijn achterhoofd zit wel de gedachte van oké, ik heb twee jaar gemist. Als ik vandaag iets minder hard rijd, maakt het allemaal niet uit. Over twee of drie maanden moet ik goed zijn, dan vechten we allemaal om een plaats in de World Tour.”

Hij balanceert op een dun draadje. Dwingt zichzelf veel op zijn techniek te letten. Broer Jens fungeert daarbij als zijn privécoach die voortdurend met adviezen strooit. Zo borduurt hij voort op de tijd bij het (internationale) gezelschap van het Center of Excellence. “Onder leiding van coach Benny Bruggemans heb ik verleden seizoen rustig kunnen opbouwen. Dat heeft me in staat gesteld mijn slechte (technische) eigenschappen weg te slijpen. Door mijn techniek alle aandacht te geven schaatste ik elke week twee-of drietienden harder. Ik ben in de twee jaar dat ik amper een race heb gereden geen mindere shorttracker geworden. De Ferrari die ik wil zijn als ik mijn oude niveau weer haal, laat nog even op zich wachten. Daar ben ik wat te zwaar voor. Momenteel ben ik qua snelheid een aardige BMW, maar nog niet een uit de M-serie.”

Huisman betitelt zichzelf als een muscle car, een verzameling van spierbundels die hij heeft te danken aan het frequente bezoek aan het krachthonk. “Daar til ik gewichten op die ik niet eerder omhoog heb gekregen. Het gaat ongekend goed, al heb ik momenteel niet helemaal het gevoel om het soepel op het ijs over te zetten. De motoriek en de timing van de snelheid kloppen niet. We hebben tot vandaag alleen langzaam geschaatst. Ach, ik maak me er verder weinig zorgen over. Het is nu pas juni. Bij mij duurt het in de zomer meestal een maand voordat het ijsgevoel en mijn fysieke mogelijkheden samenkomen. Ik heb alle vertrouwen dat het op tijd gebeurt.”

Melle van 't Wout
Melle: "Ik kijk heel erg uit naar de eerste wedstrijd die ik zal rijden dit seizoen." | Foto: KNSB - Shapevisions

Half september is de deadline voor het duo. Dan zijn de selectiewedstrijden voor startbewijzen in de World Tour. “Ik weet wat er zal komen”, meent Van ’t Wout, die in de aanloop naar Beijing kennismaakte met het olympisch traject. “Totdat ik niet meer kon meedoen door mijn rug. Ik kijk heel erg naar uit het moment dat we mogen racen. Trainen is leuk, maar uiteindelijk doe je de sport om de wedstrijden. Dat heb ik twee jaar gemist. Het zal vast wennen worden."

"Vorige week deden we tijdens de training een beetje passing relay, waarbij we elkaar moesten inhalen. Ik herkende het gevoel van oh ja, zo was het ook alweer. Het wordt een leuke uitdaging, ik heb er veel zin in. Het doel is kwalificeren. Ik ben hier niet om trainingspartner te zijn. Tegelijkertijd ben ik eraan begonnen zonder verwachtingen. Het heeft geen zin om druk erop te zetten. Dat helpt niemand, en mij evenmin. Voor het publiek kan het aardig zijn, ja. Verder niet.”

Huisman, tot slot: “Het lastige aan onze sport is dat we van elkaar moeten winnen om je te plaatsen. Op de aflossing moet je daarentegen met elkaar winnen. In je achterhoofd moet je het idee vasthouden dat je zo goed mogelijk moet zijn wanneer je tegen je vrienden rijdt. Op dat moment zijn het tegenstanders die je moet verslaan.”