Het is de tweede GP die deze winter in de agenda staat van de 25-jarige Tsiba en zijn vier jaar jongere partner. Eind oktober gleden ze in het Doug Mitchell Thunderbird Sports Centre van Vancouver naar de zevende plaats in het veld van acht koppels. Drie van de paren van toen zijn ook aanwezig in Japan, dus krijgen Daria en Michel aardig vergelijkingsmateriaal. Omdat het vroeg was in het jaar (gewenning), bleven alle koppels onder hun beste score. Danilova en Tsiba eindigden op 165.01 punten, ruim acht punten minder dan ze behaalden op het WK in Saitama.
“Niet raar, dat verschil, want we weten dat we er aan het begin van het seizoen echt moeten inkomen. Daarom hebben we dit jaar gekozen eerder te starten dan we gewend zijn, zodat we al meer ritme zouden hebben voor de eerste Grand Prix. Dat was begin oktober zichtbaar bij de KNSB Cup in Den Bosch, al merkte ik dat ik tegen het einde van ons vrije programma behoorlijk kapot was. Alleen", mompelt hij, terugdenkend aan de kür, "de lift die ik miste... Daria glipte gewoon door mijn armen…, van pure vermoeidheid. Ik heb de afgelopen vier jaar een keer een lift gemist, op mijn eerste EK. Dat ervoer ik toen als iets dramatisch. In den Bosch was het misschien te verklaren doordat we direct het ijs op moesten, zonder een training vooraf. Die fouten moeten niet voorkomen op dit niveau. Dat is de les die we meenemen.”
Hoe haal je die fouten er eruit?
Tsiba: “Door te analyseren. Zelfs als je vermoeid bent, is het belangrijk dat je in een kür element voor element uitvoert. En wanneer je een element goed of verkeerd doet, moet je er niet in blijven hangen. In de cupwedstrijd van Den Bosch had ik aan het einde de dead spiral (een draai waarbij hijzelf, al in hurkhouding, Daria liet zakken, zodat zij dicht bij het ijs kwam en op één schaats naar achteren boog, terwijl ze werd rondgetrokken, red.), gevolgd door lift, weer een lift en een pirouette. Ik was op dat ogenblik al kapot. Naderhand realiseerde ik me dat ik meer rust moet pakken in zo’n fase dat ik Daria optil.
Het levert geen stress op hoor, zulke fouten. Ze zijn een goede wake-up call, in de zin van: oké, hier moeten we op letten. Tijdens deze wedstrijden en de Budapest Trophy die we ook hebben gehad, mogen – of beter – kunnen en mogen we die fouten maken. Niet in de GP’s of op, EK’s en WK’s, want dan moeten we laten zien wat we in huis hebben om mee te doen als Nederland. Dat willen we namelijk, niet dat men zegt: ‘Oh, prima, een Nederlands paar? Dat zijn slechte kunstrijders’. Nee, ons doel is internationaal meestrijden.”