‘’Jammer genoeg doet niet iedereen mee. De concurrentie moet onder andere uit ons eigen team komen. Soms rijden we zelfs tegen elkaar om een wedstrijd te maken,’’ aldus Mark Horsten, wiens ploeg ISP/Van Lingen een van de weinige is die alle baanwedstrijden rijdt. Horsten werd derde in het eindklassement op de sprintafstanden, achter zijn ploegmaat Sander de Graaff en Lars Scheenstra.
Vaste klanten in de baancompetitie waren ook Thijs Smets (Habovo) en Lars Scheenstra (C1000/Robben bv/HaicoBouma). Smets eindigde als tweede in het klassement over de lange afstanden en als vierde in het sprintklassement. “Ik zit er doorheen,” zei Smets na afloop. “Als je alle wedstrijden wilt doen, baan en weg, zijn het er eigenlijk te veel.”
Smets denkt erover om zich volgend jaar op het sprinten te richten. “Dat moet ik nog overleggen met de ploeg. Ik zou me dan willen richten op de afstanden tot en met de duizend meter. De afvalkoers vind ik ook leuk, en verder zou ik dan alleen de marathons willen rijden met snelle, goede parcoursen. Misschien dat ik me dan zou kunnen plaatsen voor het EK.” Bianca Roosenboom won bij de vrouwen zowel het sprint- als het afstandenklassement.
Niet alle rijders waren erover te spreken dat van de vijftien baanwedstrijden er vijf mochten worden weggestreept. Om in het KPN eindklassement te komen, met een aardig prijzenschema (450 euro voor de eerste plaatsen en een totaal van 12.000 euro aan prijzengeld), moesten de rijders tien wedstrijden hebben deelgenomen inclusief de finale.
Rijders die niet (meer) meededen voor het klassement lieten daardoor wedstrijden zitten. Anderen vonden het wel weer goed dat er vijf wedstrijden afgetrokken mochten worden vanwege de volle kalender. “Er zitten voors en tegens aan. Dit is het tweede jaar dat we het zo gedaan hebben. We gaan dit nog evalueren,” zegt Henk Reurink van de wedstrijdcommissie.
Ook bestond er lange tijd verwarring over of alle wedstrijden meetelden of alleen de beste tien met de finale. “Daardoor wist ik niet of ik op de lange afstanden voor de eerste of de tweede plek reed, maar ik heb gereden voor wat ik waard ben,” zei Marieke van Hoek, die tweede werd in het afstandenklassement. “Ik vond de baancompetitie wat rommelig georganiseerd en er werd niet duidelijk gecommuniceerd. Jammer en niet goed voor de sport.”
Door slim ploegenspel van ISP/Van Lingen won Sander de Graaff de vijfhonderd meter vóór zijn ploegmaat Mark Horsten. “Dat moesten we doen omdat hij maar één punt voor stond,” aldus Mark Horsten. Thijs Smets werd derde, Lars Scheenstra vierde.
Bij de vrouwen won Brooke Lochland de vijfhonderd meter vóór junior Lisanne Buurman en Bianca Roosenboom. Roosenboom won wel het sprintklassement, voor de Portugese Marta Nunes, die langdurig in gastgezinnen in Nederland en België verblijft om aan de skatecompetitie te kunnen meedoen. Ze wil ook haar geluk gaan beproeven in het schaatsen. Lisanne Buurman eindigde als derde in zowel het sprint- als het afstandenklassement.
De tien kilometer puntenkoers werd een prooi voor Mark Horsten, voor ploegmaat Ian van Zutphen en Thijs Smets. Bij de vrouwen won Lochland, voor Roosenboom en Marieke van Hoek. De vrouwenkoers moest geneutraliseerd worden omdat er een serieuze valpartij was, waar Mariska Huisman, Margo van de Merwe en Hilde-Marije Dijkstra slachtoffer van waren.
Huismans helm behoedde haar voor erger hoofdletsel, maar ze kwam hard terecht en moest lange tijd bijkomen. De EHBO constateerde in eerste instantie geen hersenschudding, maar Huisman was wel van streek omdat ze vrijdag afreist naar het WK in Zuid-Korea. Margo van de Merwe moest in het ziekenhuis hechtingen laten plaatsen aan een kinwond.
Jan van Loon (ISP/Van Lingen) ontbrak vanwege een knieblessure. Omdat hij voorzag dat hij maar één rondje mee zou kunnen rijden, vroeg hij de jury of hij toch naar Oudewater moest afreizen om zijn positie in het klassement niet kwijt te raken. De jury verleende hem in dit speciale geval dispensatie. Van Loon eindigde als derde in het afstandenklassement.