Nog niet alle schaatstrainers zijn over de streep. "Binnen de opleidingen van trainers en de communicatie naar onze huidige trainers ligt daar nog een uitdaging", zegt Koops.

Hij stelt wel vast dat de beeldvorming over de combinatie van inline-skaten en schaatsen de afgelopen jaren snel veranderd is, "gezien de goede prestaties van enkele inline-skaters binnen het schaatsen. Daarnaast zien we ook dat meer langebaanschaatsers shorttracken, en dat marathonschaatsers succesvol zijn op de langebaan."

Hij antwoordt dit op het verzoek van enkele inline-skateverenigingen aan de KNSB om 'een duidelijk beleid te formuleren, zodat coaches en trainers hun schema’s op elkaar afstemmen ten behoeve van de multidisciplinaire sporters.'

In zijn strategische plan ‘De KNSB op weg naar 2020’, dat onlangs door de ledenraad is goedgekeurd, zegt de bond dat de diverse disciplines binnen de KNSB goed naast elkaar kunnen worden uitgeoefend. De KNSB vindt het vooral belangrijk dat jeugd plezier aan sport beleeft, om hen aan het sporten te krijgen en te houden.

Het streven is dat de jeugd zich ontwikkelt door verschillende disciplines uit te proberen en niet (te vroeg) wordt gedwongen een keus te maken. Arie Koops rept van ‘kruisbestuiving’ en uitwisseling van kennis.

Het bekendste voorbeeld van sporters die succesvol zijn op zowel de langebaan als de inline-skates zijn de broers Ronald en Michel Mulder, terwijl ook verscheidene marathonschaatsers op skates succesvol zijn, onder wie Ingmar Berga, Crispijn Ariëns, Sjoerd Huisman, Mariska Huisman, Elma de Vries en Bianca Roosenboom.

Andersom werden internationale toppers op de inline-skates succesvolle schaatsers, omdat ze een olympische droom najagen. In Nederland zijn Jan Blokhuijsen en Koen Verweij daar voorbeelden van, in België Bart Swings, in Frankrijk Alexis Contin. De bekendste voorbeelden uit het verleden zijn Chad Hedrick en Derek Parra.

Verscheidene succesvolle inline-skaters zagen zich min of meer genoodzaakt een keus te maken, onder wie Michel en Ronald Mulder, Irene Schouten, Luc ter Haar en de junioren Annemarie Boer en Melissa de Boer. Van sommige schaatstrainers mogen hun pupillen na de NK’s op de skates, begin juni, niet meer deelnemen aan skate-trainingen en -wedstrijden.

Volgens hun inline-begeleiders missen ze zo de aansluiting. Clubs met rijders die goed zijn in beide disciplines vinden dat juist rijders die net geen EK halen, maar wel goed meedoen binnen de Nederlandse competitie, vaak de dupe zijn van het beleid van schaatstrainers.

Omdat zij geen toernooien meer mogen rijden na een NK gaat de sport voor hen verloren, vinden zij. Daardoor is er ook sprake van competitievervalsing, menen de clubs. Als deze rijders niet voor een schaatsselectie kunnen kiezen, luidt het argument, is er ook geen goed alternatief  om op de schaats met een goede groep te trainen.

In Friesland is er bij inline-bondscoach Desly Hill voor deze rijders overigens wel de mogelijkheid te trainen bij de selectie van het inline-skaten, waarbij ook het schaatsen centraal staat.