Bij Sjinkie Knegt weinig franje aan zijn schaatsschoenen. De 24-jarige Fries kiest voor eenvoud. "Ik hou niet van al die kleurtjes. Gewoon twee kleuren: oranje en zwart. Oranje is een mooie kleur. Het past altijd bij het pak wat we hebben, maar ik heb dat niet gekozen met het oog op de Spelen, hoor."
Zijn op maat gemaakte schoenen vervangt hij iedere twee jaar. Hij kiest altijd voor Apex, het merk dat voormalig topshorttracker Mathieu Turcotte (olympisch brons 1000 meter en goud relay in 2002) met succes opzette. "Het is mijn vierde paar nu. Ik heb nooit een ander merk geprobeerd, omdat deze goed bevallen."
Zijn schoenen past hij tijdens het seizoen aan. Een week voor belangrijke wedstrijden plakt Knegt extra foam in de linkerkant van zijn rechterschoen, zodat de schoen nog strakker om zijn enkel heen komt. "Dan kan ik duidelijk beter sturen. Mijn enkel is dan op één lijn met het ijs", legt hij uit. Te lang met die aanpassing schaatsen kan hij niet. Bij het laatste wereldkampioenschap moest hij de extra foam er tijdens het toernooi zelfs uittrekken. "Mijn enkel was rood en geïrriteerd. Ik kan dat niet het hele seizoen hebben."
Onder zijn schoenen zijn ijzers van Nederlandse makelaardij gemonteerd: EVO’s. Knegt was één van de eerste schaatsers die het mes probeerde. Hij kreeg een proefset van de fabrikant en de zwarte set verliet zijn uitrusting niet meer.
Sinds kort is hij overgestapt op een langer stel buizen (voor de schaatskenners van 17" naar 17,5"). De 1,25 centimeter extra lengte moet Knegt meer mogelijkheden geven tijdens de slotfase van de relay. "Ik reed vrij kort. Met slecht ijs waaierde ik de bochten uit, had ik net minder druk. Dat zou moeten verbeteren." Het voordeel van extra druk heeft ook een nadeel. 1,25 centimeter lijkt niet veel, maar kan genoeg zijn om een topshorttracker uit balans te brengen. "Het is een risico, maar in de trainingen ben ik nog niet één keer over mijn eigen voeten gestruikeld."
Om goed te kunnen sturen in de bochten buigen shorttrackers hun ijzers met de bocht mee. "Ik pas mijn messen zo min mogelijk aan. Hou ze zo constant mogelijk", vertelt Knegt. "Van veel buigen worden ze naar mijn gevoel zwakker en springen ze, bij een tikje van iemand anders, eerder kapot."
Waar andere schaatsers op verschillende ijsbanen met ander ijs vaak hun kromming aanpassen, verschuift Knegt hooguit de punt van zijn ijzer iets de bocht in. Aan het mes komt hij niet. "Ik haal het niet uit mijn materiaal, maar uit mijn schaatstechniek. Ik pas me redelijk makkelijk aan."
"Ik schaats al jaren op dezelfde ronding. Iets vlakker dan de meeste mensen", vertelt Knegt, die zijn ronding en kromming op elkaar aanpast. Als zijn ijzers door het met de hand slijpen iets te vlak of te rond worden gaan ze door de machine. "Ik heb een eigen mal. Daar haal ik ze doorheen en dan zijn ze goed."
Voor potjes (de tussenstukjes tussen ijzer en schoen) zweert Knegt bij 'Sjinkie Custom Parts'. Simpelweg omdat het de beste zijn die bestaan. Knegt ontwierp ze zelf. Tijdens zijn blessure in september ontwikkelde hij het nieuwe product.
Net als andere mannen in de ploeg schaatste Knegt met verhoogde ijzers. Dat werd bereikt door meerdere losse plaatjes tussen schoen en pot te schroeven. "Daardoor krijg je spanning in het mes. Daar wilde ik vanaf", zegt Knegt. "Ze zijn beter dan het origineel. Helemaal vlak, geen uitstekende boutjes meer."
Tijdens de trainingsweken in Thialf slijpt Knegt zijn schaatsen ongeveer om de twee trainingen. "Het ligt eraan of ze echt bot zijn." Bij grote wedstrijden is dat vaak minder. "Dan is het ijs zo schoon, dat je er de hele dag op kan schaatsen. Alleen bij een belangrijke race haal ik mijn stenen er overheen. Dat is meer voor het gevoel, dan voor de scherpte van mijn schaatsen."
Zijn slijpblok bouwde hij zelf. Slechts anderhalve kilo en daarmee lichter dan de gangbare slijpblokken. Het geeft hem de mogelijkheid wat extra bagage mee te nemen in zijn reiskoffers. Ook ploeggenoten en een aantal langebaanschaatsers (de Let Haralds Silovs, Mayon Kuipers) zweren bij het blok. Bij aflevering zijn ze gestickerd met 'Sjinkie Custom Parts'. "Voor de grap", zegt Knegt, die voor het fabriceren van één blok zo’n 20 uur aan het werk is. "Het is meer hobby. Als ik de tijd ga rekenen die in zo’n blok zit, worden ze te duur."