Zo’n vrijstaande boarding beweegt tijdens een valpartij met de vallende rijders mee naar buiten en absorbeert daarbij energie. Dit systeem wordt nu al verplicht gebruikt bij de Olympische Spelen en meestal gebruikt bij wereldkampioenschappen. “Ik merk dat ik steeds vaker weg kijk bij valpartijen”, aldus Kerstholt,die twee jaar geleden nog zelf schaatste. “In een klein stukje remmen rijders af van vijftig kilometer per uur naar een snelheid van nul. Bij veel wereldbekers zijn er rijders met breuken, dat kan niet meer in deze tijd.”
Voor het verhaal van Kerstholt is veel bijval binnen de shorttrackwereld. “Dat vind ik allang natuurlijk”, aldus Wim de Deyne, die jarenlang de assistent-coach was van Jeroen Otter bij de Nederlandse ploeg. Zelf moest hij zijn carrière beëindigen nadat hij zijn kuit- en scheenbeen op meerdere plaatsen brak bij een eenzijdige valpartij.
“Ik schaatste destijds ook rondjes 8,1 seconden. Maar tegenwoordig kan de top vijftien dat. Toen was het een enkeling. Hoe meer mensen hard gaan, hoe meer mensen hard kunnen vallen. Je wordt meer op de limiet gepusht”, legt de vervangend hoofdcoach van België uit.
Ook François Hamelin begrijpt niet dat er op het hoogste niveau nog steeds gestreden wordt op een ijsbaan met een harde ijshockeyboarding langs het ijs. In Canada schaatst hij alleen nog op banen met het nieuwe systeem. “Ik weet dat de kans op een hersenschudding of blessures vele malen kleiner is. Het is net of je in sneeuw valt, de energie gaat in de kussens zitten”, stelt de Canadees, die dit jaar voor het eerst in zijn loopbaan goud won in de wereldbeker.
Het ernstige voorval met Knegt, waarbij de Brit Jack Whelbourne precies bovenop de Nederlander de kussens in smakte, was in zo’n geval anders afgelopen, verwacht de olympisch kampioen van Vancouver op de relay. “Ik denk dat niemand geblesseerd zou zijn geraakt. Daar ben ik 95 procent zeker van.”
Bondscoach Otter is het daar slechts gedeeltelijk mee eens. “Een val als die van vrijdag had er hooguit voor gezorgd dat Knegt alleen dit weekend niet meer in actie had kunnen komen.” Toch vindt Otter het verplichten van zo’n ander systeem niet reëel. “Je beperkt jezelf als sport met zo’n verplichting. Dan zou er op heel veel ijsbanen niet meer geschaatst kunnen worden. Op die banen wordt ook aan kunstrijden en ijshockey gedaan.”
Toch verwacht hij dat er in de toekomst steeds vaker met het ‘boardingless padding system’ geschaatst zal worden. “Steeds meer toernooien worden in grote stadions verreden, zoals volgend jaar het WK in Ahoy. Die locaties hebben geen standaard ijsbaan liggen.”
Freek van der Wart vindt dat er verandering moet komen. “Er is een betere optie beschikbaar. De ISU moet zijn verantwoordelijkheid nemen om de regels aan te scherpen.” De ploeggenoot van Knegt verwacht dat de schade met een vrijstaande boarding kleiner was geweest. “Dan had hij ook wel last gehad, maar niet zo zwaar als nu. Voor de ISU is dit ook waardeloos. Zij zijn nu hun wereldkampioen kwijt. Het mag een discussiepunt worden in hun volgende vergadering.”
Knegt zelf maakt zich er minder druk om. “De boarding is goedgekeurd door de ISU. Hij voldoet dus aan de regels en zal wel goed zijn”, luidt het.
Volgens Natalie Lambert, technisch vertegenwoordiger van de ISU, houdt de discussie rondom het kussensysteem de bond al langer bezig. “De gezondheid van de sporters staat bij ons natuurlijk voorop, wij willen ook geen blessures zien”. Toch vindt ze dat er te snel wordt geroepen dat het meebewegende kussensysteem verplicht moet worden tijdens ISU-wedstrijden. “Het lijkt erop dat een dergelijk systeem voor minder blessures zorgt, maar het is nog niet bewezen dat dit het perfecte systeem is.”
Volgens Lambert zijn er namelijk verschillende systemen in omloop waarnaar de komende tijd meer onderzoek gedaan zal worden. “Hoe hard of zacht de kussens moeten zijn bijvoorbeeld, of de afstand ertussen. Wanneer er één bewijst de beste te zijn kunnen we pas over verplichten gaan nadenken.”
Met een verplicht systeem zou de bond op dit moment in de knoop komen bij het organiseren van de verschillende shorttracktoernooien. “Niet elk land heeft een meebewegend kussensysteem terwijl Canada er bijvoorbeeld drie heeft. We kunnen niet drie van de negen wedstrijden in Canada houden. We doen echt ons huiswerk en we doen alles om onze atleten zo veilig mogelijk te houden”, besluit ze.