Jouke Hoogeveen oogde na zijn zege nog zo fris als een hoentje. Alsof hij niet zojuist honderdvijftig kilometer over het ijs van het Zweedse Runn-meer had geploeterd. Alsof hij niet in slijtageslag had afgerekend met de snijdende wind, de sneeuwjacht, en met zijn concurrenten. "Ach, honderdvijftig of tweehonderd kilometer, dat maakt echt een heel groot verschil’’, verklaarde de winnaar.

Maar Hoogeveen stond toch zelf ook wel enigszins verbaasd van zijn fysieke conditie na de slachting op het Zweedse meer. "Tja, ik moet eerlijk zeggen dat ik in de laatste ronde alleen nog maar harder ben gaan rijden. Vanaf het moment dat ik voelde dat ik het ging halen, vloog ik echt over het ijs."

Dat betekende het einde van de aspiraties voor een kopgroep die al vroeg in de wedstrijd ontstond. Een groep met sterke mannen, onder wie ook Martijn Kromkamp, Frank Vreugdenhil, Arjen Becker, Martijn van Es en Peter van de Pol. Het werd een vlucht van tientallen kilometers, maar was wel de beslissende ontsnapping.

Achter de kopgroep ontstond een slagveld. In de horizontaal voortjagende sneeuw waren nog slechts hier en daar plukjes rijders te zien en was bij de meeste het beste er al snel vanaf. Bij Joost Juffermans en René Ruitenberg bijvoorbeeld. Zij stapten af in de laatste natuurijswedstrijd van hun lange loopbaan. De twee stoppen er na dit seizoen mee.

Dat geldt ook voor Arjen Becker, die nog wel even zijn visitekaartje afgaf. Becker was de man die meteen de aanval koos en daarmee de kopgroep min of meer gestalte gaf. Maar zoals zo vaak in zijn loopbaan bleef de beloning uit. Becker moest zich schikken in de verfoeide vierde plaats, die al zo vaak zijn deel was. "Ach, ik sluit in ieder geval af in stijl’’, sprak Becker met een lach, terwijl hij amper over de finish al een Jägermeister in de handen kreeg gedrukt. "We proosten er maar op."

Martijn Kromkamp manifesteerde zich ook sterk, maar de Fries handhaafde zich tegen het einde slechts met hangen en wurgen in de groep achtervolgers van Hoogeveen, die op dat moment al tot vier was gereduceerd. "Ik heb vanaf het begin met pijn gereden’’, verklaarde Kromkamp. "Vooral aan mijn voeten. Het doet echt ontstellend zeer en ik moet straks in het hotel maar eens goed bekijken hoe groot de schade is."

Slechts twaalf mannen haalden uiteindelijk de streep, iets minder dan een derde van de 38 rijders die in de ochtend van start waren gegaan. Dat was overigens inclusief vijf Zweden, dus feitelijk stond er een bijzonder klein pelotonnetje aan de start.

Dat deed echter niets af aan de prestatie van de winnaar, die al eerder in Zweden op de hoogste trede van het podium stond. Destijds met enig rumoer, nu soeverein en onomstreden. "Nu heb ik gewonnen op de mooiste manier, door alleen aan te komen. Daarover valt niet te twisten. Ik ben er in ieder geval ontzettend blij mee", stelde Hoogeveen.

De in het Friese IJlst geboren Amsterdammer had in de laatste ronden alleen maar genoten, vertelde hij. En dat had alles te maken met de strijd om het groene pak van de leider in de Grand Prix. Hoogeveen startte er al in en wist zich na het uitstappen van Rob Hadders zeker van de winst. "Dat was voor mij een hele zorg minder", bekende Hoogeveen. "Want dat klassement wilde ik natuurlijk graag winnen. Zonder Hadders was dat zeker, en kon ik me helemaal concentreren op de dagzege."

Die pakte hij dus na een lange solo. Te lang zelfs, oordeelde zijn trainer Bram Sikma, die Hoogeveen vanaf de kant toeschreeuwde dat hij moest nadenken. "Want het was nog zo ver. Hij ging te vroeg dacht ik", vertelde Sikma. Maar het antwoord van Hoogeveen was helder. "Ik had nagedacht. En ik wist dat ik gewoon moest rijden. Vol gas. Simpel, maar het heeft me een prachtige overwinning opgeleverd."