De Zwitserse sprinttrein was eerder dit seizoen ook al op dreef. In Nur-Sultan werd tijdens de World Cup eveneens een derde plaats behaald, al kwam daar wel het nodige geluk bij kijken. Vier andere teams werden namelijk om diverse redenen niet in de uitslag opgenomen. “De grootste prestatie daar was dat we bleven staan”, aldus Oberbichler, die altijd de tweede ronde voor zijn rekening neemt. “Nu zagen we de tijden van de andere teams en wisten we dat we alles moesten geven.” Dat deden de mannen dan ook. Met drie honderdsten voorsprong haalde slotrijder Wenger het brons binnen.

Voor een land met nauwelijks actieve schaatsers is het Europese brons een belangrijke impuls. “This is pretty big”, vertelt Wenger met de medaille om zijn nek. “We wisten dat we een kans hadden nu de Nederlanders niet meededen. Jammer voor het publiek natuurlijk, maar wij zijn heel blij dat we deze kans nu gegrepen hebben. Dit kon haast niet beter.”

Stroeve start
De Zwitserse ploeg boekt opvallende successen, terwijl het team nog niet eens een jaar bij elkaar is. Voor de 26-jarige Wenger, van de drie de meest doorgewinterde schaatser, was het lang niet vanzelfsprekend dat ze bij de eerste World Cup van het seizoen aan de start zouden staan. Oberbichler (27) werd vorig jaar vader en had om die reden een schaatspauze ingelast. Een andere kandidaat voor een sprintploeg was er niet. Ook toen hij wel weer beschikbaar was, waren er nog genoeg obstakels te nemen.

Zo kostte het best wel tijd om Wenger ervan te doordringen dat het wel wat zou kunnen worden op de teamsprint. Wenger: “Om eerlijk te zijn wilde ik niet met het team rijden, want ik dacht dat we toch geen kans zouden maken. De coaches, Christian en Oli hebben me overgehaald het toch te proberen. Twee weken voor de eerste World Cup hebben we onze eerste testwedstrijd gereden. Het was verschrikkelijk. Ik zei tegen de jongens: dit doen we nooit meer. Maar we hebben het toch gedaan en ik ben heel blij dat ik hier nu sta.”

Misschien wel de moeilijkste taak rust op de schaatser die start. De 23-jarige Grob moet er namelijk voor zorgen dat hij het team in de eerste meters niet helemaal uit elkaar laat vallen. Dat ging in de eerste wedstrijden nog wel eens mis. “Het gaat er echt om je ploeggenoten aan te voelen en te analyseren hoe het met ze gaat. Ik vraag altijd voor de start hoe ze ervoor staan. Vandaag zag ik Livio op de 1500 meter en toen wist ik al dat het wel goed zat.”

Voordeel
Die combinatie van de 1500 meter en de teamsprint was de afgelopen week het meest besproken onderwerp van de hele EK. Thomas Krol meldde zich af voor het Nederlandse team, waarna besloten werd om de oranjetrein helemaal niet van start te laten gaan. Voor Wenger, die eveneens de combinatie van de twee afstanden volbracht, een verdedigbare beslissing. “Ik begrijp zeker waar hij vandaan komt, maar het is wel heel jammer. Zeker voor het publiek hier in Thialf vandaag. Maar veel andere teams hadden hetzelfde problemen. De Italianen hadden zelfs twee man die de 1500 meter deden.”

Wenger is met zijn achtergrond in het inlineskaten wel gewend aan korte pauzes tussen de afstanden. “Zo’n 1500 meter voel je dan helemaal niet meer”, dolt hij in de catacomben van Thialf. “Nee, natuurlijk voel je je benen wel. Al heb ik echt wel een groot voordeel uit het skeeleren. Als je op de 1000 meter in de finale staat, heb je soms al drie brute voorrondes achter de rug. Die inline-achtergrond heeft me vandaag enorm geholpen.” Of de Nederlanders wat hem betreft hadden moeten starten? “Ja. Ik vind echt dat Thomas had moeten racen. Ze hadden gewoon kunnen winnen.”