Ruben Ligtenberg reed vorig jaar als een van de eerste Nederlanders op de wielen van de Amerikaanse fabrikant TLTF en won daarop het NK. “Achteraf gezien heb ik er spijt van dat ik toen maar twee setjes gekocht heb. Deze zomer heb ik nog een extra setje op de kop kunnen tikken. Voor het NK zou ik er nog een krijgen, maar die wielen zijn niet meer geproduceerd. Gelukkig had ik er rekening mee gehouden, want ik zou niet meer zonder deze kunnen. Ik rijd hier veel beter op. De wielen zijn iets zachter, waardoor je niet over de weg stuitert. Toch voel je die extra weerstand niet.”
“Het voordeel is groot”, vindt ook Christian Haasjes, die net als Ligtenberg, broer Ronald en Jorian ten Cate op TLTF’s rijdt. “De snelheid komt op deze wielen makkelijker. Internationaal heeft niemand meer andere. Ook in Nederland zie je tijdens de koersen het verschil. Dat maakt het oneerlijk voor de rijders die er niet aan kunnen komen. Ik weet hoe frustrerend het kan zijn. Vorig jaar tijdens het EK hadden we ze nog niet en werden we er vierkant afgereden.”
Voormalig Nederlands kampioen Kevin van der Horst kon geen beslag leggen op een setje van TLTF's, al had hij dat graag gewild. “Ik vind het zorgelijk dat niet iedereen aan dat wiel kan komen, want blijkbaar wordt er echt harder op gereden. In Nijelamer werd ik eraf gesprint door de Haasjes, dat kwam niet alleen door hun eigen vorm. De kopgroep van Rijssen bestond louter uit jongens die op TLTF’s reden. En in Heerde won Jorian ten Cate, die als enige op die wielen reed”, somt Van der Horst op.
“Op de snelle rondjes van Staphorst, Rijssen en Heerde waren de verschillen het grootst”, verzekert Van der Horst. “Het NK-parcours lijkt me ook redelijk rap, dan zijn die jongens wederom in het voordeel. Het liefst wil je dat alle skeeleraars zelf kunnen kiezen op welk materiaal ze rijden. Deze verschillen zijn niet goed voor de sport.”
Van de acht marathons die dit jaar in Nederland verreden zijn, werden er zes gewonnen door bezitters van TLTF-wielen. Christian Haasjes was twee keer de snelste (al reed die niet beide keren op TLTF), Jorian ten Cate eenmaal en drie rijders van Powerslide pakten de andere zeges: Bart Swings, Jason Suttels en Peter Michael. Casper de Gier was de enige uitzondering. Hij troefde in Poederoijen Ligtenberg af, al reden beiden toen op wielen van het merk Piper. De Gier pakte ook de overwinning tijdens het ONK in Hallum, op regenwielen.
Vorige zomer zagen we ook andere namen bovenaan. Toen gingen de zeges naar Luc ter Haar (4x, nu op weg terug na blessure), Jordy Harink, Kevin van der Horst, Christian Haasjes, Jason Suttels, Bart Hoolwerf en Ruben Ligtenberg.
Toch is het lastig aan deze cijfers conclusies te verbinden, omdat de winnaars van deze zomer ook behoren tot de besten van het peloton en het ploegenspel een grote rol speelt.
Maar Haasjes weet ook dat er een risico aan kleeft. “Ik lag tijdens het WK vorige zomer na twee kilometer al op de grond omdat de kern van een wiel gebroken was. Ik ben me ervan bewust dat dit weer kan gebeuren. Maar dat risico weegt niet op tegen de voordelen.”
De 23-jarige Staphorster is in aanloop naar het NK erg zuinig geweest op zijn wielen. “Ik heb er tijdens het WK op gereden en deze zomer ook nog tijdens drie wedstrijden. Op het grove asfalt van Nijelamer heb ik wel af en toe aan mijn bandenslijtage gedacht. Met het NK in mijn achterhoofd wilde ik ze graag sparen. Want ik wist toen al honderd procent zeker dat ik in Warmenhuizen geen nieuw setje zou hebben.”
Ligtenberg weet waarom de Amerikaanse fabrikant geen wielen meer levert. “Sinds vorig jaar september zijn ze niet meer in productie geweest, omdat de kernen van de laatste batch wielen braken. Eerst moeten die problemen opgelost worden. ”Daarbij komt dat de Amerikaanse fabrikant de enige is die deze wielen produceert en weinig noodzaak ziet de schaarste op te lossen. Bovendien kan schaalvergroting leiden tot een verlies aan kwaliteit.
Hoewel de inlineskaters al vanaf hun jeugd bekend zijn met de run op wielen, lijken de problemen nu groter. Frank Fiers, oprichter van DOUBLEff, ziet dat ook andere merken worstelen. “De wielenkrapte begon al in 2021, maar is de afgelopen twee jaar echt buiten proporties. Iedereen probeert via zijn eigen netwerk nog wat te bemachtigen, wat heel moeilijk is. Bovendien zijn ze ook nog eens schandalig duur, het lijkt wel goud.” De prijzen variëren van 240 euro tot 300 euro per zes wielen. Een marathonrijder gebruikt zeker zes van zulke setjes per seizoen, de skeeleraars die op de baan rijden nog veel meer.
Producent Powerslide, waar onder anderen Bart Swings en Jason Suttels mee werken, is druk bezig om een concurrerend wiel op de markt te brengen. De Belgische inlineskaters testen de modellen, maar zijn nog niet tevreden. Wanneer Powerslide het gouden wiel gevonden heeft, zal het op grote schaal geproduceerd worden. Al is het maar de vraag of dat voor volgende zomer lukt.
Terug naar het NK van komende zaterdag. Jordy Harink, die het ook zonder TLTF's moet stellen, gelooft niet dat de wielen de doorslag geven. "Als je die dag de beste bent, win je alsnog. Dan maakt het niet uit welk setje je hebt.” Van der Horst vult aan: “Dat die vier snel zijn heeft niet alleen met de wielen te maken. Wanneer de koers eenmaal gestart is, zijn we niet meer bezig met het materiaal."