‘IK KWAM ALS EERSTE VROUW OVER DE STREEP: ELFSTEDENTOCHTWINNARES!’

“Het is inmiddels 28 jaar geleden, maar ik voel de magie van die dag nog steeds: de Elfstedentocht van 4 januari 1997. De spanning, het donker, de kou, het publiek… Het zit in mijn geheugen gegrift als het moment van mijn leven.

Ik had de Tocht nog nooit gereden. Dat maakte het extra spannend. De Elfstedentocht is geen gewone wedstrijd; het is een nationaal fenomeen. Iedereen weet waar hij was die dag. En ik? Ik stond aan de start, in het donker, om half zes ’s ochtends, met de schaatsen in de hand rennend door Leeuwarden. Twee kilometer hardlopen voor je mag schaatsen – dat maak je nergens anders mee. Gelukkig had ik getraind op lopen, maar toch: jeetje, dat is best lang.

Bij het eerste bankje schaatsen onder en gaan. De adrenaline gierde door mijn lijf. Ik reed mee met een groepje mannen en had geen idee waar de andere vrouwen zaten. Pas na zo’n honderd kilometer, in Bolsward, zag ik mijn man langs de kant met een bordje: 'Eerste dame.' Dat was ik gewoon. Wat een moment! Maar we waren pas halverwege, alles kon nog gebeuren.

Tot Stavoren hadden we de wind mee – heerlijk – maar daarna draaide die tegen en werd het zwaar. Bij Balk kreeg ik vleugels: rijen dik publiek, schreeuwend, klappend. Alsof ik in een erehaag reed. Maar ik bleef nuchter. Ik wilde winnen en tegelijkertijd genieten. Dit kon zomaar mijn enige Elfstedentocht zijn.

Bij Franeker werd het onrustig in mijn groep. De mannen werkten slecht samen. Ik besloot te wachten op het volgende groepje – een gok, maar een goede. Daar zat onder meer Gretha Smit bij. Nu begon de strijd pas echt. We reden sterk, deden kopwerk en werkten goed samen. Maar ik wist: zij wil me eraf rijden. Dat probeerde ze ook. Iedere versnelling ging ik mee. Het zou op een sprint aankomen. Als ik erbij zou zitten, maakte ik een kans.

De laatste kilometers waren loodzwaar, maar euforisch. En toen kwam het moment: ik kwam als eerste vrouw over de streep. Elfstedentochtwinnares! Het voelde alsof ik zweefde. Niet alleen vanwege de ontlading na tweehonderd kilometer, maar ook door alles wat erna kwam: het juichende publiek, het applaus, de emoties. Ik werd gedragen door Friesland, door Nederland.

Samen met Henk Angenent werd ik gehuldigd in de Frieslandhal. We stonden op een podium te midden van feestende mensen. Er was helaas geen krans voor de vrouwen. Erica Terpstra en voorzitter Henk Kroes boden hun excuses aan. Maar ik dacht alleen: laat me genieten, dit is mijn dag. Ik dook spontaan in Henk zijn krans – of hij trok mij erbij, dat weten we niet meer precies.

Met een brok in mijn keel stond ik op dat podium. De emoties gierden door me heen. Ik mocht door de microfoon iets zeggen. Ik heb het publiek bedankt en gezegd dat alle vrouwen op marathonschaatsen moesten. Wat ik voelde, kwam recht uit het hart. En het mooiste? Iedereen heeft zijn eigen verhaal over die dag. Tijdens lezingen komen mensen naar me toe: “Ik stond daar!” of “Ik zat in het buitenland en heb alles gevolgd!” Het verbindt mensen, generaties zelfs.

En wat niemand toen nog wist: ik was zwanger. Ik had een vaag vermoeden, maar pas op 20 januari deed ik een test. Positief! Onze zoon Tom werd in augustus geboren. Toen hij een jaar of tien was, zei hij: “Ik heb mama geholpen, ik had ook een kruisje moeten krijgen.” Tijdens een live-uitzending bij het 100-jarig jubileum van de Elfstedenvereniging kreeg hij er één van mensen uit Leeuwarden. Ontroerend. Het is ons gezamenlijke verhaal.

De Elfstedentocht van 1997 heeft mijn leven niet veranderd, maar verdiept. Het was meer dan een overwinning. Het was een belevenis die ik mocht delen met een heel volk. Een moment dat nooit meer overtroffen wordt. Mijn moment.”

Moment van - Klasina Seinstra