Haar eerste wedstrijdmeters maakte ze pas begin januari. Een scheurtje in haar tussenwervelschijf hield haar maanden aan de kant. De Europese kampioenschappen in Dordrecht half januari kwamen daardoor nog een beetje te vroeg voor Van Kerkhof. Waar ze vorig jaar het wedstrijdverloop beïnvloedde door haar optreden in finales, moest ze nu genoegen nemen met de twaalfde plaats.

Haar bovenrug mocht dan pijnvrij zijn, het vertrouwen in haar lichaam liep in de maanden van herstel een deuk op. “Mijn rug was nog stijf, waardoor ik moeilijk in de houding kon komen. En ik miste de gretigheid. Ik had drie maanden met de rem erop getraind, en nu moest ik ineens los. Het is net alsof het ineens minder belangrijk is, je hebt het al die tijd gerelativeerd.”

Van Kerkhof kon het trainingskamp vorige week in de Italiaanse Alpen wel waarderen. Waar ze in Nederland de laatste weken slechts met twee vrouwen op het ijs stond, had ze in Courmayeur aan sparringpartners geen gebrek. Naast Adwin Snellink en Dennis Visser kon ze ook één keer per dag rekenen op de Italiaanse vrouwen in de gezamenlijke trainingssessie. Daarbij volgde ze Arianna Fontana, de vijfvoudig Europees kampioene en vijfvoudig olympisch medaillewinnares, met extra interesse.

“Ik probeer achter haar te schaatsen. Een beetje afkijken. Hoe zij de lijnen in de bocht rijdt. Ze kan zo makkelijk een bocht doorlopen en snelheid maken”, legt Van Kerkhof uit. De kracht van de Italiaanse ligt bij de inhaalacties buitenom. Ze versnelt zonder dat ze halverwege de bocht slagen laat liggen. “Het is mooi om met haar mee te lopen, aan de blokken versnellen. Dat is moeilijker dan in de wedstrijd.”

De drukte, de interactie op het ijs. Van Kerkhof houdt er wel van. “De eerste training was het een beetje chaotisch. De Italianen zijn dit niet gewend, maar het is lekker als jij er dan wel op kan anticiperen en de wissels op de aflossing goed lopen.”

De berglucht, een lekker zonnetje en het machtige uitzicht op de bergpieken en de Mont Blanc brachten de nodigde rust op weg naar het WK in Moskou. “Thuis heb je toch al snel meer afleiding. Er moeten boodschappen worden gedaan en er moet altijd wel iets geregeld worden.”

Inmiddels heeft Van Kerkhof de ingebouwde voorzichtigheid laten varen en kan ze haar bijnaam – pitbull – weer eer aan doen. “Ik wist niet waar die blessure vandaan kwam, dus dan kan het ook weer terug komen. De zware trainingsweek heb ik overleefd. Nu weet ik dat het kan.” Ook op technisch vlak begint het te lopen. Haar lichaam voelt weer als vanouds. “Ik kan compacter zitten, mijn heup naar het ijs brengen en meer snelheid houden”, legt Van Kerkhof uit.

Ze is ervan overtuigd dat de maanden buiten het ijs haar goed hebben gedaan. Haar definitief van haar blessure hebben afgeholpen. “Het was de enige optie. Ik kan zonder belemmering schaatsen. Ik kan weer moe worden in de training.”

Bij de wereldbekers half februari was het gebrek aan wedstrijdritme nauwelijks nog zichtbaar. In de top acht wist ze nog niet door te dringen, maar in Dresden en Erzurum liet ze half februari een constant hoog niveau zien. Die topklassering moet bij het WK in Moskou volgen, waar Van Kerkhof inzet op halve finales. “Het liefst zou ik gaan voor finales, maar dat vertrouwen heb ik nog niet.”