Met dezelfde toewijding, scherpte en liefde voor het vak stort de voormalig vice-wereldkampioen sprint van 2015 zich nu op het begeleiden van een nieuwe generatie schaatstalenten. Al tijdens zijn actieve loopbaan begon het te kriebelen. “Ergens wist ik al dat het coachvak me trok, maar je weet natuurlijk nooit in welke setting je terechtkomt.” Hij wilde niet in een gespreid bedje belanden bij een bestaand topteam, waar hij slechts klusjes zou krijgen. “Ik zag mezelf niet ineens als net gestopte rijder met een stopwatch langs de kant staan voor diezelfde groep. Dan kun je je nauwelijks ontwikkelen als coach.”

Het liep anders. “Ik hoefde niet lang na te denken toen Ian Steen – toen nog coach bij Gewest Fryslân - vroeg of ik een nieuw team met hem wilde opzetten. Sindsdien hebben we bijna dagelijks contact.” Samen richtten ze Topteam Thialf op met schaatsers op hoog niveau, zonder de gevestigde orde. “Als ik het had mogen opschrijven, dan had ik het precies zo gedaan als het nu is gegaan.”

Hoewel de voormalig sprinter al volop actief is als coach, moet hij de officiële trainersopleidingen ST3 en ST4 nog volgen. “Ik hoop hier zo snel mogelijk mee te kunnen starten,” geeft hij aan. “Onder leiding van Ian kan ik alvast van toegevoegde waarde zijn.” Tegelijkertijd beseft hij dat verdere scholing belangrijk is om zijn rol als coach structureel te verdiepen. De samenwerking met Ian noemt de Zuid-Hollander ‘een gouden combinatie.’ Steen brengt jarenlange ervaring als gewestelijk trainer mee, terwijl Otterspeer zijn rol als oud-schaatser aanvult met inzichten van binnenuit.

Ik heb een soort Kamp van Koningsbrugge-achtige trip gedaan
Hein Otterspeer

Het is bijzonder hoe ogenschijnlijk makkelijk Otterspeer afscheid heeft genomen van zijn identiteit als schaatser. Waar veel oud-topsporters moeite hebben met het loslaten van hun carrière, voelt hij vooral dankbaarheid. “Het is natuurlijk een soort rouwproces als je stopt. Ik heb daar de tijd voor genomen.” Niet dat het vanzelf ging, maar hij koos bewust voor een moment van reflectie na het afscheid van zijn topsportcarrière. “Ik heb een soort Kamp van Koningsbrugge-achtige trip gedaan,” vertelt hij. “Geen fysieke beproeving, maar een mentale. Even onder de radar, de blik naar binnen. Het heeft me veel duidelijkheid gegeven over hoe ik in het leven sta – en wil staan. Daarbij hoef ik mijn carrière niet via het coachen goed te maken. Ik ben tevreden en trots. Dat geeft rust.”

Hein Otterspeer WCKT
Als schaatser hield Otterspeer zijn oren en ogen open en schreef dingen op voor zijn toekomstige rol als coach. | Foto: Soenar Chamid

De voormalig rijder uit de Lekstreek staat nog met één been tussen de atleten. “Ik fiets en skeeler mee tijdens de trainingen, zodat ik voel wat zij voelen. Dat helpt mij enorm om technisch bij te sturen. Als je achter iemand rijdt, zie en voel je zoveel meer dan vanaf de kant. Ik kan technische aanwijzingen direct verwerken in de training. En dat werkt.”

Als schaatser lette Otterspeer al goed op. “Ik hield mijn oren en ogen open, schreef dingen op waarvan ik dacht: als ik ooit coach ben, dan doe ik dit anders.” Die ervaringen vormen nu de bouwstenen van zijn coachingsstijl. “Ik heb een studie gemaakt van de schaatstechniek. Nu kan ik dat direct toepassen en bijschaven.”

Op de eerste trainingsdag in Thialf stapte hij onlangs voor het eerst niet meer als rijder het ijs op. “Natuurlijk kriebelt het dan even. Het is een apart gevoel, want ik weet hoe het is om daar zelf te rijden. Supersnelle rondjes rijden, laag over het ijs vliegen; dat is een gevoel dat ik niet vergeet. Maar het is ook goed zo. De druk is weg. Ik hoef niet meer te presteren. Dat maakt het anders. Het is juist mooi om mijn kennis en ervaring door te geven.”

Wat Otterspeer drijft, is niet alleen de liefde voor de sport, maar ook het plezier om jonge sporters te zien groeien. “Ik wil ze inzicht geven in waar ze mee bezig zijn. Soms gaat het om kleine dingen: techniek verfijnen, bewustzijn vergroten, keuzes maken als topsporter. Vooral dat laatste – leven als een prof – is iets waar we in onze groep veel aandacht aan besteden.”

Ambitie heeft Otterspeer nog altijd in overvloed. Ook als coach. “Ik ben nog steeds hongerig. Het vuur brandt. Ik wil mezelf blijven ontwikkelen, het maximale uit de sporters halen én uit mezelf. Of dat ooit leidt tot het hoogst haalbare als coach? Misschien wel. Maar voor nu ben ik vooral blij dat ik met deze groep mag werken. De voldoening zit in de weg ernaartoe.” Een nieuwe ronde met nieuwe kansen, maar wel met dezelfde liefde voor het vak.

Otterspeer blijft zich sportief uitdagen

Zo deed hij onlangs mee aan de “Coast to Coast Challenge” – een tocht van 500 kilometer door de nacht, op de fiets, ter ondersteuning van nierpatiënten zoals zijn vader. “Mijn broer en ik weten als geen ander wat het is om op te groeien met een vader die nierpatiënt is. Deze tocht was een manier om iets terug te doen; het was magisch.” En hoewel hij nog steeds graag sportief bezig is, liggen zijn prioriteiten inmiddels elders. “Mijn zoon en nu het team staan op één. Mijn eigen trainingen zijn niet meer het belangrijkst.”