Dat liet de bijna 33-jarige geboren Gouwenaar twee weken geleden ook blijken. Omdat belofte schuld maakt, behoorde hij tot de Nederlandse toppers die ‘gewoon’ aan het NK Clubs meededen. Zijn bijdrage, een mislukte 500 meter (35,91) na een valse start en een fout in de eerste bocht, hielp zijn vereniging Lekstreek niet aan de gehoopte punten, maar dat kon de pret niet vergallen. Niets trouwens in deze periode waar verwachtingen en doelen zich in de breinen nestelen van ’s lands schaatscoryfeeën.

“Ik ben blij dat ik reed. Daags ervoor deed ik de wedstrijdbevestiging en de temporonde die ik er uitgooide, schaats in gedurende de wintermaanden echt niet zo vaak. Oftewel, het ging en gaat hartstikke goed. Jammer dat ik geen 34’er meepakte, wat er wel in had gezeten. Ik voelde me sterk en fit”, vertelt de sprinter.

En nog. Dat 1.93 meter lange lijf van hem barst van de energie; wat-ie nóg belangrijker vindt, zijn de thuis opgevangen signalen van zijn vrouw. “Ze zegt dat ik blij en gezellig ben. Nou, dat kan kloppen. Het is goed geweest dat ik ben geswitcht”, erkent Otterspeer, al twaalf jaar woonachtig in Heerenveen. Voor wie de transfers in schaatsland minder scherp volgt: na afgelopen seizoen heeft hij de stal van Jumbo-Visma verruild voor Team Reggeborgh.

“Mijn tijd zat erop bij de ploeg van Jac”, begint hij uit zichzelf uit te leggen waarom hij zo kort voor de Winterspelen elders het geluk is gaan zoeken. “Ik was toe aan iets nieuws, en zonder dat ik er erg in had bleek dat verlangen dieper te zitten dan ik dacht. Gerard van Velde (de hoofdcoach van Reggeborgh, red.) heeft de voorbije zeven jaar bij Jumbo herhaaldelijk aangegeven dat hij me graag terug wilde hebben. Ik ben er nooit op ingegaan.”

Nu wel. Om aan een zekere sleur te ontsnappen? Hij vindt dat wat zwaar aangezet. Feit is wel dat er met de lang durende fysieke problemen (rug) waarmee hij kampte, volgens Otterspeer niet altijd even adequaat is omgegaan. “Dat speelt mee, ik zou liegen als het niet zo was.” Op enig moment heeft de regerend Nederlands kampioen Sprint geconcludeerd dat de opgedane ervaring onder Orie en zijn staf hem mogelijk verder zou kunnen brengen, als hij die zou combineren met de expertise van Van Velde. “Ik kan niet een of twee redenen aandragen die mijn vertrek verklaren. Het draait om een compleet plaatje waarin alle details dienen te kloppen.”

Foto: Neeke Smit

Zonder zich te kunnen beroepen op snelle tijden – wellicht komen de eerste later deze week in Inzell waar vrijwel alle Nederlandse topteams zich hebben verzameld – meent dat hij juist heeft gehandeld. “Het zal geen toeval zijn dat ik in de trainingen weer records heb geboekt, zowel qua wattages op de fiets, als bij de krachtoefeningen. En ik haalde eerder dat temporondje aan. Dat was de derde keer op het ijs na het zomerkamp. Zo’n tijd komt niet zomaar uit de lucht vallen. Het zegt mij dat de zomer prima is verlopen. Ik ben sterk aan het worden.”

Hoopvolle voortekenen zijn ’t, meer dan genoeg. Ze verleiden iedere professional vroeg of laat wel even tot wegdromerij, zodat er in stilte kan worden genoten van grootse prestaties die aan de horizon gloren. Otterspeer zal zich er ook vast aan ‘bezondigen’, en nu de hymne van Olympische Winterspelen bijna hoorbaar is, dansen de magische ringen natuurlijk binnen zijn gezichtsveld. “Waarom denk je dat het (schaats)vuur van binnen nog brandt, ook al heb ik drie nationale sprinttitels en zilver van een EK en WK. Ik ga voor het hoogste, dat is wat me overeind houdt, en de drive en motivatie bezorgt. De Spelen trekken me. Zolang ik schaats, maak ik kans. Zo is het toch?”