De Hollandcup in Heerde is elk jaar een thuiswedstrijd voor Glenn Nijenhuis, waarbij hij veel aanmoedigingen ontvangt van zijn publiek. Op de openingsdag van deze editie kwalificeert hij zich als beste Nederlander voor de finale van de 200 meter, in 18,179 seconden. Die tijd kan hij in de eindstrijd niet verbeteren. Nijenhuis blijft steken op 18,265. Goed voor de zevende plaats, ruim zeventienden achter wereldkampioen Vincenzo Maiorca.

Nijenhuis typeert het als een rommelige rit. “De eerste bocht liep ik niet lekker door. Ik koos een te krappe lijn, waardoor ik halverwege de bocht mijn kracht niet kwijt kon. Het was haperend, geen vloeiende beweging. Al was het geen slechte race. Het is geen schande dat het gat met de wereldkampioen zeventienden is.” Nijenhuis is bovendien blij dat hij beter ten tonele verscheen dan tijdens de wedstrijd in Groβ-Gerau, waar hij niet scherp aan het vertrek stond.

Ook een mooie opsteker voor Nijenhuis is dat hij in eigen huis sneller was dan zijn Nederlandse concurrenten Teun Schouten (18,434 als snelste tijd) en Jelmar Hempenius (18,597). “Altijd mooi meegenomen. Dit is een belangrijke wedstrijd met het oog op de EK-kwalificatie en het NK is al over drie weken. Ik lig op schema.”

Glenn Nijenhuis Hollandcup Heerde
Nog geen perfecte races, maar wel tevredenheid bij Nijenhuis. | Foto: Neeke Smit

En dat terwijl er het afgelopen jaar veel veranderd is voor Nijenhuis. Na de zomer begon hij de aan afstudeerstage van zijn opleiding informatica. In januari behaalde hij zijn HBO-diploma en kreeg hij een baan aangeboden op zijn stageadres. Hij is nu softwareontwikkelaar en wordt via een detacheringsbureau uitgezonden naar een opdrachtgever. “Ik werk momenteel bij een bedrijf dat software maakt voor cultuur op scholen. Dat bevalt me prima. Ik vind het leuk hele dagen bezig te zijn met dingen ontwerpen en oplossingen voor problemen te zoeken.”

Wel is het een hele omslag voor de skeeleraar. Eerder was Nijenhuis gewend in de ochtend te trainen, ’s middags zijn rust te pakken om in de avond weer verder te trainen. Nu kruipt hij om half negen achter zijn bureau. “Het is afwachten hoelang ik deze combinatie vol kan houden. Het scheelt dat ik veel thuis kan werken en dat mijn werkgever flexibel is. Zo heb ik op het trainingskamp in Italië nog halve dagen gewerkt.”

“Ik had voor een parttimebaan kunnen kiezen”, vervolgt Nijenhuis, “maar voor mij voelt dit niet als een zware baan. Ik zit de hele dag achter mijn bureau. Het is meer denken, waardoor de afwisseling met skeeleren heerlijk is. Ik kan ’s avonds lekker los op de trainingen. Natuurlijk had ik in het ideale scenario twee keer op een dag getraind. Alleen is het fulltime skeeleren niet weggelegd voor de meeste Nederlanders. Het kost te veel geld. Naarmate je ouder wordt, kies je daarom sneller voor een maatschappelijke carrière.”

's Avonds kan ik lekker losgaan op de trainingen

Overigens betekent dat voor Nijenhuis niet automatisch dat hij heeft ingeleverd op de skeelerbaan. “Het enige verschil is dat ik nu twee trainingen in de avond achter elkaar draai, in plaats van dat ik ’s ochtends in het krachthonk sta en ’s avonds op de baan. Daardoor heb ik weinig vrije tijd en geen rust tussen de trainingen. Verder is er weinig veranderd.”

In de zomer, als het zonnetje op het gezicht van Nijenhuis schijnt, is het geen grote opoffering voor hem. Maar wanneer de temperaturen rond het vriespunt zijn, is het doorbijten. Hij vertrekt dan in de avonduren naar Heerenveen, omdat het te donker en koud is op zijn eigen baan. “Ik zit twee uur op een dag in de auto en houd weinig vrije tijd over. Bovendien skeelert het niet lekker bij die temperaturen.” Maar als de dagen langer worden en de thermometer stijgt, weet Nijenhuis weer waar hij het voor doet. Want voor zijn passie op wieltjes heeft hij veel over.