"Een mooie vooruitgang weer, zo zie ik het ook." Hij lacht, en het geluid klinkt vooral bevrijdend door de telefoon. Gijs Esders (29) prijst zich gelukkig met de volgende stap in zijn sportcarrière. Team IKO lijkt hem het ideale lanceerplatform naar een periode van nieuwe hoogtepunten, en het liefst nog wat meer dan hij achter de rug heeft. "Ik ben een paar jaar geleden al benaderd door Martin en Erwin ten Hove", zo onthult hij een stukje voorgeschiedenis dat indirect tot een overeenkomst voor een seizoen heeft geleid. "Ze hebben vaker laten weten dat ze graag wilden samenwerken, maar ik maakte destijds een andere keuze. Nu kwam de situatie waarin het wel kan om een mooie samenwerking aan te gaan met hen en de ploeg."
Min of meer toevallig, zo voegt hij eraan toe. "Het was geen hoofdzaak alweer op de commerciële toer' te gaan. Ten eerste wilde ik na het inleveren van mijn contract dat het schaats-technisch weer goed zou lopen. In de voorbije periode heb ik geen enkel moment gedacht aan een commerciële ploeg. Totdat ik in maart werd benaderd, Trouwens, op de commerciële toer: dat klinkt wat generaliserend, alsof alles hetzelfde is. Uiteraard is er een verschil tussen een gewestelijke ploeg en een commerciële organisatie, maar elk team steekt anders in elkaar, en functioneert anders. Je kunt niet alle ploegen op een hoop gooien, want er zit overal een andere dynamiek in, een afwijkende cultuur. Wat IKO nu in elkaar probeert te zetten, is een mix van jonge gasten en schaatsers met een beetje ervaring, en het lijkt me heel leuk om er een onderdeel van te zijn. Als je het idee krijgt dat je stappen kunt maken, zal de waakvlam van binnen zo weer harder branden. Dan is er slechts een klein beetje brandstof voor nodig om het opnieuw in de hens te laten vliegen."
De leiding van IKO zoekt het in veel persoonlijke aandacht voor de rijders. Dat pakt niet altijd even goed uit, maar de broers Ten Hove blijven in deze benadering geloven. "Het moet vanuit de leiding van de ploeg komen, anders lukt dat niet. Ik ga het ervaren want ik heb het nog niet meegemaakt, maar het is een duidelijk verhaal. De lijnen zijn kort, het voelt oprecht en ze zijn begaan met de mensen. Ikzelf ben van mening dat ik nog altijd een betere atleet kan worden. Dat is iets waarnaar ze willen luisteren, omdat dit aan de basis ligt om tot succes te komen. Ik zie een heel mooie kans om ook te mogen vertellen hoe ik graag train en welke mogelijkheden ik zie om me verder te ontwikkelen."
Over twee maanden wordt Esders dertig. Hij won een keer brons op de NK Sprint, reed zes keer een wereldbeker (vier in de A-divisie, met een dertiende plaats op de 1000 meter als beste klassering) en kwam recentelijk vooral een keer in het nieuws door een even lelijke als zeer spectaculaire crash, toen Dai Dai N'tab hem onderuitgleed tijdens de 1000 meter op de NK Sprint in januari. N'tab kon het toernooi (mede door een diskwalificatie) verder vergeten, Esders maakte de strijd wel af, zonder verder te imponeren.
Straks is het de bedoeling dat hij opnieuw aanhaakt bij de vaderlandse (semi-)top. Hij twijfelt er niet aan, zichzelf intussen ook afschilderend als een laatbloeier voor wie de jaren absoluut niet tellen. “Mijn pad is sowieso apart. Ik ben relatief laat wat harder gaan schaatsen. Het voelde alsof mijn loopbaan zich wat vertraagd afspeelde. Het duurde lang voordat ik 1.08 reed en bescheiden meedeed aan de NK's. Omdat ik later ben begonnen, heb ik er op deze leeftijd nog net zoveel zin in als een jonge gast. Ik loop niet zo lang mee in de top, om eerlijk te zijn rijd ik pas vier seizoenen op dit niveau. Op alle terreinen merk ik dat ik vooruitgang boek, dat geeft vertrouwen. Toen ik bij het gewest ben gaan rijden, in een omgeving die meer ontspanning gaf, zag ik mijn prestaties weer verbeteren. Denkend aan hoe de aanloop was geweest naar het laatste seizoen, besefte ik dat er vast nog veel meer in me moet zitten."
Bij Reggeborgh was er gelegenheid zich op te trekken aan de beste schaatsers ter wereld, zoals de olympisch kampioenen Kjeld Nuis en Ireen Wüst. Dat buitenkansje is er in de kring van IKO niet direct. Esders erkent dat het optrekken met de cracks van deze wereld voordelig kan zijn. "Ik dacht er ook zo over, totdat ik tot het inzicht kwam dat iedere atleet zijn eigen vorm van bewegen heeft. Je kunt veel leren van anderen, maar iedereen beweegt anders. Er is een aantal basisvoorwaarden, zoals diep zitten, zijwaarts afzetten, zo snel mogelijk op de binnenkant van je blad komen, je schouders 'vlakken' in de bocht; ik ben er wel achter gekomen op mijn ontdekkingsreis dat de meest efficiënte manier van schaatsen je eigen manier is. Om dat in handen te geven van je coach en vooral de informatie van mede-atleten tot je te nemen, heeft voor mij niet gewerkt. Dat deed ik in mijn eerste jaar bij Reggeborgh. In die tijd dacht ik: nu zit ik bij Gerard van Velde en ik heb knettergoede atleten om me heen, en daarom gooi ik alles kennis overboord. Dat was de grootste fout die ik heb gemaakt. Die wil ik niet weer begaan."
Drie afstanden hebben zijn aandacht: 500, 1000 en 1500 meter. "Wat ik het liefst doe, is de 1000. Op de 1500 meter denk ik echter het makkelijkst mijn persoonlijk record te verbeteren, omdat daar de meeste ruimte ligt. Er zit gelukkig ook nog veel marge op de 1000, dus daar wil zeker op vlammen. Hoe de route eruit zal zien, weet ik over anderhalve week. Dan praat ik met de staf hoe we alles zullen aanpakken. Welke prestaties er dan uit rollen, zien we wel."