Wij hebben bij het shorttrack ook van die “alleskunners” uit Noord Amerika: Apollo Anton Ohno, JR Celski, Katherine Reutter, de broers Hamelin en Kalyna Roberge. Hoe doen die Noord Amerikanen dat toch?

Waar halen die toch dat enorme (bijna irritante) geloof in eigen kunnen vandaan? Hoe weten zij die zeldzame combinatie van fun hebben en presteren op het juiste moment voor elkaar te krijgen?

Dat moet de KNSB ook gedacht hebben toen ze drie jaar geleden de Canadees John Monroe als onze bondscoach aanstelden. Om een prestatieboost te genereren moest er een cultuuromslag komen. John hamerde er op om voorbij jezelf te durven kijken. We moesten uit onze Nederlandse comfortzone gaan komen.

In plaats van het denken in de context, er móeten medailles in Vancouver gehaald worden, werd er gedacht in kunnen. Er kúnnen medailles in Vancouver gehaald worden!! Die boodschap viel op het Friese land deels in onvruchtbare aarde. Wat wil je ook met al dat zand en veen! We wílden natuurlijk wel geloven in successen, maar… eerst zien, dan geloven.

En als “maar” zich in je hoofd vastzet, dan ben je al verloren. Dan is er twijfel en twijfel is voor een topsporter killing. In feite sta je dan al een meter achter op je tegenstander, nog voordat het startschot heeft geklonken. Tevens blijf je dan téveel opkijken naar de Koreanen en Canadezen! Toch heeft die attitude uiteindelijk wel effect gehad. We bereikten de vierde plaats in Vancouver! Nu zeg ik: Dat had een medaille móeten zijn. In deze context is het woord móeten in plaatsen van kúnnen wel echt vereist. 

Na John gingen we met wereldburger Jeroen Otter verder. Jeroen leerde ons allereerst dat zelfs Amerikanen het van veel en heel hard trainen moeten hebben. Wij schroefden onze trainingintensiteit op. Maar daarnaast leerde Jeroen ons ook “out of the box” te denken. Jeroen haalde de wereld binnen. Of, misschien nog beter:  hij gooide óns de wereld in.

Zo fietsten we van Font Romeu naar Heerenveen met alleen een geschreven route op een klein papiertje als TomTom. Zoek maar uit hoe je in het hotel komt als je alleen komt te fietsen! Dat betekent dat je moet denken in oplossingen, in plaats van in beperkingen. Je wilt toch echt liever een in warm bed slapen dan bij wijze van spreken onder een brug.

Je gaat dus op zoek naar een oplossing om het hotel te bereiken. Een goede leerschool voor straks in de winter als je het mij vraagt. Als je eerste passeerbeweging mislukt, moet je in een korte tijd een oplossing bedenken zodat je tweede poging wel slaagt.

Het eerste jaar kwamen de Belg Wim de Deyne als hulpcoach en de Let Haralds Silovs onze groep versterken. Haralds liet de mentaliteit zien, wat anderen kunnen, kan ik ook. Met hard trainen en hard werken en geloof in eigen kunnen, kun je alles bereiken wat je wilt. Dit jaar zijn daar de Rus Semen Elistratov, de Israeli Vladislav Bykanov, de Canadees Reid van Drecht en de Hongaarse Bernadett Heidum bijgekomen. Onze wereld houdt niet meer op bij Lobith of Vaals.

Wij zijn vooral grenzenloos gaan denken. En dat maakt het ’n stuk makkelijker te denken en te voelen zonder onze eigen (Nederlandse?) belemmeringen. Wij zijn ook grenzeloos gaan denken. Meer nieuwsgierigheid en leergierigheid doet zijn intrede. Hoe doet die Rus dat toch, zonder Engels of Nederlands hier in Nederland slagen? Hoe komt Bernadett vanuit de Hongaarse cultuur aan haar successen? Wat kan Reid ons leren van die Noord Amerikaanse mentaliteit?

Naast letterlijk de wereld binnen te halen, haalt Jeroen die ook figuurlijk binnen. We stappen in de wereld van het langebaanschaatsen, het skeeleren en het baanwielrennen. Het zoeken in die vreemde werelden naar je grenzen, is weer ‘out of the box’ denken. Je leert je lichaam kennen en over angsten en onzekerheden heen te stappen.

Ik weet natuurlijk niet of onze Nederlandse successen van vorig seizoen dáármee te maken hebben. Maar het kijken en denken over onze letterlijke en figuurlijke grenzen heen en het werken in ons multi-culti-trainingsteam, heeft mij als topsporter én als mens, heel rijk gemaakt! En daar ben ik al mijn trainingsmaatjes, Jeroen en de KNSB, heel dankbaar voor!