Op het afsluitende onderdeel van de Track Series in Heerde, de race in-line, heeft het startschot nog maar net geklonken of Fleur Veen trekt met Berber Vonk op avontuur. In een kopgroep van zeven pakken ze twee rondes voorsprong. Veen speelt een actieve rol en helpt haar ploeggenote Lianne van Loon aan de winst, na eerder op de dag zelf ook al de finale op de 1000 meter gereden te hebben. Vrijdagavond was er eveneens een tweede plaats voor Veen. Halverwege de puntenkoers plaatste ze een aanval, sprokkelde veel punten bijeen en kwam maar net tekort voor de overwinning.

Hoewel het niveau in de Veluwse plaats niet zo hoog ligt als op de vorige twee wedstrijden in Groβ-Gerau en Geisingen, laten de twee zilveren plakken zien dat de 26-jarige inlineskatester op de weg terug is. Na geopereerd te zijn aan haar scheen wegens het compartimentsyndroom, tobde Veen vorige zomer met de ziekte van Pfeiffer. Ze kon weinig trainingsarbeid aan en miste een groot deel van het seizoen.

Toch voelt Veen nog vermoeidheid in haar lichaam, al heeft dat een andere reden. De studente toegepaste natuurkunde is de afgelopen maanden druk geweest met het schrijven van haar scriptie. “Ik haal er veel voldoening uit om iets naast mijn sport te doen, maar de afgelopen maanden is het wat veel geweest. De stress die bij het schrijven van een scriptie komt kijken, heeft mij meer energie gekost dan ik zelf door had. Ik nam te weinig tijd daarvan te herstellen.”

Fleur Veen Hollandcup
Veen bemoeide zich op zowel de puntenkoers als de race in-line met de podiumplaatsen. | Foto: Neeke Smit

Verder onderzoek naar chips

Wat Veen na haar studie wil doen, weet ze al. Ze is gevraagd om een PhD te doen bij de onderzoeksgroep waar ze afgelopen jaar al bij betrokken was. “We doen onderzoek voor ASML, dat machines produceert om chips te maken. Er is licht van een specifieke golflengte nodig om die chips te ontwikkelen. We willen kijken of ze ook te produceren zijn op een andere golflengte, zodat nog betere chips gemaakt kunnen worden. De komende vier jaar zal ik me daarmee bezig houden.”

Waar Veen het liefst hard blijft doortrainen, moest haar coach Manon Kamminga op de rem drukken. “Zij gaf aan dat ik meer rustdagen moest nemen.” Tijdens de Hollandcup, in de zesde week met wedstrijden, besloot het duo dat het beter was niet alles te rijden. “Ik merk dat ik deze week al frisser ben.”

Veen zal wel haar internationale wedstrijden nodig hebben om helemaal op oorlogssterkte te zijn voor de belangrijke toernooien. “Ik merkte vorige maand in Lagos dat het heel heftig was om in een peloton te skaten na een zomer met weinig wedstrijden.” Veen legt uit wat het zo zwaar maakte. “Het niveau bij de vrouwen is erg hoog en de top ligt dicht bij elkaar. Als je even een of twee procent minder bent of je maakt een paar fouten, word je gelijk door tien mensen voorbij gereden.”

In de winter heeft Veen wel marathons geschaatst bij de Beloften, maar dat peloton is niet te vergelijken met het inlineskaten. “Het positiespel is een wereld van verschil”, vertelt ze. “Soms kan ik mijn skeelerervaring in mijn voordeel gebruiken op het ijs, maar ik zie ook dat anderen er niet op berekend zijn dat ik in elk gaatje kan springen. Dan word ik uitgescholden om mijn actie, waar bij het inlineskaten niet eens op of om gekeken wordt. Wat de Zuid-Amerikaansen daar bij ons doen, is niet normaal. Duwen, trekken, vieze inhaalacties, aan je heup trekken en aan de kant beuken”, somt Veen op. “Niet te vergelijken met schaatsen. Iedereen is een stuk handiger.”

Fleur Veen Hollandcup
Het rijden in een peloton met Zuid-Amerikaansen: 'Duwen, trekken, vieze inhaalacties, aan je heup trekken en beuken'. | Foto: Neeke Smit

Bij de eerste inlineskatewedstrijden is het dan even omschakelen. “Je bent een soort lamgelegd door het schaatsen, omdat je je daar voortdurend inhoudt. Ik weet dat ik me op het ijs staande kan houden, maar de rest moet dat ook kunnen.”

Wegens haar studie trainde Veen veel in Groningen mee met de marathonselectie, die ze een korte cursus positiespel heeft gegeven. “Die mannen waren niets gewend. Ik kon makkelijk bij hen in het treintje komen, maar zij kwamen er bij mij niet tussen. ‘Hoe doe je dat?’, vroegen ze. Ik legde uit dat er altijd een beetje ruimte vrij komt bij het uitkomen van de bocht en dat je altijd met overtuiging ertussen moet schuiven. Dan kunnen de tegenstanders niet anders dan je ertussen laten. Dat heb ik in al die jaren bij het skeeleren geleerd.”

En dat terwijl Veen zichzelf niet als een van de dappersten ziet. “Ik mis soms het lef. Dan durf ik een actie niet in te zetten, terwijl met overtuiging je er vaak tussen kan komen. Ik heb iets te veel overlevingsinstinct. In Nederland is het lastig om het peloton rijden onder de knie te krijgen, omdat er best veel verschil in niveau zit. De beste skeeleraars zitten bij de jeugd vaak op kop en blijven zo buiten het gedrang. Je moet het internationaal leren. Daarom zijn Nederlanders vaak beter in de puntenkoers dan in de afvalkoers. Al is Jet Fransen, die veel in Europa heeft gereden, hier wel een uitzondering op.”

Kwartet aan zeges

De vrouwen van Doubleff hebben het weekend in Heerde gedomineerd. Met hulp van haar ploeggenote Jorun Geerts uit België, Jet Fransen en Veen kon Van Loon de puntenkoers, afvalkoers, 1000 meter en de race in-line op haar naam schrijven. Hoewel het kwartet van Doubleff concurrentie kreeg van Team SPSPSK met onder meer Berber Vonk, waren ze oppermachtig. Van Loon was vooral blij met haar zege op de afvalkoers, het onderdeel waarop ze in het Europese geweld vaak tekort komt ten opzichte van de echte pelotonvechters.

Lianne van Loon Hollandcup
Vier keer mocht Van Loon haar armen in de lucht steken. | Foto: Neeke Smit