Fleur Huls had eerder dit seizoen 100 meters gewonnen, desondanks nam ze genoegen met de derde plek op het Nederlands kampioenschap. “Ik baalde een beetje dat ik in de halve finale langzamer was dan in de voorronde, anders had ik om het goud mogen strijden. Maar ik heb geen foutjes gemaakt en ik heb er alles uitgehaald. Bovendien heb ik dit jaar minder getraind dan andere jaren”, vertelt Huls.
Na de coronapandemie was de inlineskatekalender vorig jaar weer overvol. Voor de toen 19-jarige Huls was dat een flinke overgang. “Het was iets te veel. Ik had last van de druk en raakte het plezier kwijt. Ik twijfelde zelfs of ik niet beter kon stoppen.”
Hoewel ze de Nederlandse titel in 2022 pakte op de one lap, kon ze daar niet van genieten. “Mijn doelen haalde ik tijdens het NK, maar ik werd er niet blij van. Best gek.” Ze had haar vizier alweer gericht op het EK, waar ze goed wilde presteren. “Wanneer ik een wedstrijd gewonnen had, dacht ik aan wat er nóg beter kon. Ik was niet bezig met de dingen die al goed waren. Mijn perfectionisme zat me in de weg.”
“Alle wedstrijden, die goede prestaties en mijn coronabesmetting vlak voor het EK vielen mij zwaar. Er moest iets veranderen, want anders was het klaar.” De winter gebruikte ze als test. Een paar maanden geen inlineskaten om te kijken of ze zonder haar passie kon.
De liefde voor haar sport overwon. “Er zou anders zo iets groots wegvallen, dit heb ik mijn hele leven gedaan. Ik miste het inlineskaten, maar niet zo erg dat ik er weer volle bak voor wilde gaan. Soms skeelerde ik één keer in de week en deed ik een krachttraining, soms helemaal niets. Vorig jaar voelde ik me schuldig wanneer ik mijn schema niet volgde. Als ik nu geen zin heb of geen tijd, dan kies ik er bewust voor om niets te doen. Het geeft mij meer lucht.”
Hoewel Huls volledig achter haar keuze stond, bracht ook onzekerheid met zich mee. “Omdat ik minder getraind had, was het afwachten aan het begin van de zomer. Wat zou ik ervan vinden als ik niet zo goed zou zijn als ik gewend was?” De resultaten vielen Huls niet tegen. “Ik ben in het seizoen gegroeid en heb het plezier terug. Dan ga je automatisch ook meer trainen. Ik begon met drie à vier keer per week en dat werd steeds meer.”
Bovendien heeft perfectioniste Huls haar focus verlegt. Niet alles draait meer om het inlineskaten. “Eerst hing mijn geluk af van mijn prestaties, dat is niet meer zo. Vorig jaar heb ik ervoor gekozen om veel lessen van mijn studie psychomotorische therapie over te slaan. Daardoor kende ik mijn klasgenoten niet en had ik het ook daar niet meer naar mijn zin. Dit jaar volg ik alles en vind ik het leuker. Zowel qua sporten als qua opleiding ben ik vooruitgegaan.”
Voorafgaand aan het seizoen had Huls al een streep gezet door het EK. “Ik wist toen nog niet wat ik zou presteren, maar besloot om sowieso niet naar Frankrijk af te reizen. Eerst rustig opbouwen.” Het was geen lastige beslissing voor de inlineskatester. “Ik heb nooit een normale zomer gehad. Dus ik vond het belangrijk om gewoon een keer op vakantie te gaan. Een weekje met Dinly Koster (haar teamgenote, red.) naar Kroatië.”
Lataesha Narain op drie wieltjes naar winst
Terwijl de meeste concurrenten met vier wielen rondreden in Rotterdam, verscheen Lataesha Narain met slechts drie aan de start. Omdat zij het van haar vinnige slag moet hebben in plaats van een sterke afzet, koos zij voor dit frame. “Vroeger had ik er altijd vier, maar vorig jaar merkte ik dat ik zo sneller ben. Alleen had ik er de zomer nog niet mee gereden. Zaterdag tijdens de wedstrijdvoorbereiding was pas de eerste keer. Dus ik wist niet zeker of ik de juiste keuze gemaakt had en dat leverde me wat stress op.”
Voor de zekerheid had ze haar andere skates bij zich, zodat ze na de voorrondes kon wisselen. Narain had ze niet nodig, want zowel de kwalificaties als de halve finale en de eindstrijd won ze met overmacht. Toch verliep haar wedstrijddag niet zo gemakkelijk als de uitslag deed vermoeden. “Ik was heel nerveus. De 100 meter wilde ik graag winnen, want ik wist dat het erin zou zitten. Maar als ik gespannen ben, blijf ik te veel rennen. In de eerste ronde had ik dat vandaag ook, de andere races waren beter.” Zelfs een misser kon haar niet van het goud afhouden in de finale, waarin ze langebaanschaatsster Dione Voskamp versloeg.