Al 25 jaar is Jan Oosting inmiddels als vrijwilliger betrokken bij de schaatssport. Begonnen als tijdwaarnemer, werd hij later scheidsrechter, zat hij in het sectiebestuur langebaan, kwam hij terecht in een nieuw opgerichte scheidsrechterscommissie en geeft hij ook nog eens les aan toekomstige scheidsrechters. En dat allemaal doordat het in ’86 zo koud was op de baan…
Hoe bent u in het vrijwilligerswerk gerold?
“Toen mijn dochter in de jaren ’80 begon met schaatsen en op den duur wedstrijden ging rijden, stond ik regelmatig op zondagochtend vroeg een paar uur in Utrecht op de ijsbaan. Die was toen nog niet overdekt, en ook bij slecht weer gingen de wedstrijden gewoon door, dus dan kreeg ik het als ouder langs de kant vaak behoorlijk koud. Totdat ik zag dat er een warm hokje was waar een aantal mensen in zaten, en dacht ‘hoe kom ik ook daar?’ Dat bleken de tijdwaarnemers te zijn, en nadat ik een cursus tijdwaarneming had gevolgd zat ik voortaan ook lekker warm. Een goede verbetering ten opzichte van het koukleumen!”
Maar na een tijdje werd dat saai?
“Klopt, toen ben ik gaan uitzoeken of er niet nog meer te doen was en heb ik een aantal vervolgcursussen gedaan. Het houdt je van de straat, hè? In 1986 ben ik nationaal scheidsrechter geworden en dat heb ik jarenlang gedaan, later ook op internationaal niveau. Na een tijd kent iedereen je, en er zijn altijd wel ergens mensen nodig. Zo kom je steeds op verschillende plaatsen en in verschillende rollen terecht. Via de Technische Commissie van het gewest Noord-Holland/Utrecht, waar ik voorzitter van ben geweest, kwam ik bijvoorbeeld weer in het sectiebestuur Langebaan.”
Dat doet u nu niet meer?
“Nee, je mag daar maar een aantal jaar in zitten en mijn zittingsperiode was afgelopen. Maar ik deed altijd al de scheidsrechters- en starterszaken, denk bijvoorbeeld aan de indeling van de juryleden op wedstrijden, vanuit mijn eigen achtergrond als scheidsrechter. Dus toen daarvoor een onafhankelijke commissie van oud-scheidsrechters werd opgericht ben ik daarin gestapt. Een goede zaak dat die commissie er nu is overigens, want jezelf als jurylid indelen kan eigenlijk niet. Daarnaast ben ik in de tussentijd docent geworden van de KNSB-scheidsrechtersopleidingen. Een leuke taak, want ik kom zelf uit het onderwijs. Toen in Enschede de nieuwe ijsbaan kwam, heb ik daar alle mensen opgeleid.”
Wat maakt het vrijwilligerswerk voor u zo leuk?
“Er gebeurt altijd van alles. Ik heb al diverse crises en conflicten meegemaakt, dus het is in ieder geval levendig en nooit saai. Ieder jaar leer je nieuwe mensen kennen, krijg je te maken met nieuwe regels en structuren, kortom: er is altijd wat te beleven. Een van de dingen die me altijd is bijgebleven is mijn eerste kampioenschap als scheidsrechter. Als jonge scheidsrechter word je altijd ‘bij de hand genomen’ door een meer ervaren persoon. In mijn geval was Jan Charisius mijn assistent tijdens een NK Allround in Assen. Hij was toen al erg ervaren - was echt dé man binnen de bond en kende alle mensen. Ik had me helemaal voorbereid om de wedstrijd te leiden, maar hij nam het helemaal over. Zo zag ik dat je als scheidsrechter ook wel een beetje respect moet afdwingen, een goede en - achteraf - leuke ervaring.”
Is er veel veranderd, in 25 jaar tijd?
“Dat valt eigenlijk wel mee. Alles is natuurlijk wel veel professioneler geworden, er hangt meer van af. Vroeger was alles nog wat gemoedelijker, nu hebben we te maken met professionele sporters en gaat het echt om secondenwerk. Daarbij is de invloed van buitenaf groter, vooral van de televisie. Dan zijn ook de verwachtingen van, en de druk op de scheidsrechters hoger. Een goede opleiding, begeleiding en onderlinge afstemming is dan ook uitermate belangrijk. Veel zit hem in interpretatie: eindtijden kun je meten, maar of een kruising volgens de regels verloopt niet. Gelukkig zit dat dankzij regelmatige bijeenkomsten, rapportages en evaluaties met alle juryleden goed in elkaar.”
Wordt uw inzet voor de schaatssport gewaardeerd?
“Toen ik uit het sectiebestuur ging, heeft de KNSB mij tot Lid van Verdienste benoemd. Dat is wel een mooie waardering, ja. Het is niet zo dat ik er constant op zit te wachten, maar zoiets vind ik dan toch leuk. Het laat zien dat je echt wat hebt betekend voor de schaatssport, meer hebt gedaan dan je normaal kunt verwachten van een vrijwilliger.”
Welke vrijwilliger wilt u graag terugzien in de 'Vrijwilliger van de Week', en waarom? Laat het ons weten door een mail te sturen naar redactie@schaatsen.nl!