“Het was heel pittig, omdat het de afgelopen dagen hard geregend had. Bij de gravelpaden was het water snel weggezakt, maar in de weilanden was het een grote modderbende. Op die stukken was het meer veldrijden dan gravelen”, omschrijft Rijpma – de Jong de omstandigheden. “Ik mountainbike ook, waardoor ik gewend ben aan andere ondergronden dan asfalt. Het gevoel wanneer je voor een bocht moet insturen en hoeveel gas je steeds moet geven heb ik. Alleen kan je je niet voorbereiden op zulke modderige stukken. Ik moest in de race aanvallend rijden om er doorheen te komen. Het was één grote intervaltraining. Ik gleed alle kanten op en had moeite mijn stuur recht te houden. Soms zakte ik er zo diep in dat ik mijn wiel niet meer zag.”
De gravelwedstrijd, onderdeel van de UCI Gravel World Series, werd gehouden in het Deense Blåvandshuk. Het was haar man Coen Rijpma geweest die de uitdaging wilde aangaan, nadat het paar sinds een paar maanden verknocht is geraakt aan de sport op brede banden over onverharde paden. Ook Rijpma – de Jong zelf was enthousiast en haar ploeg paste haar trainingsschema aan op de zware koers in Denemarken. Schaatsster en goede vriendin Evelien Vijn ging met haar vriend Paul Groenewoud mee naar het Scandinavische land.
Voor iemand die gewend is maximaal ruim zeven minuten te racen, was het omschakelen voor Rijpma – de Jong. “Je moet indelen op welke plekken in het parcours je energie kunt sparen en wanneer je eet. De diëtiste van de ploeg had een excel-bestand gemaakt wanneer ik wat zou eten, want per uur moest ik bijna honderd gram koolhydraten tot mij nemen. Coen en Evelien fietsten ook, Paul was mee als soigneur. Hij stond langs de kant bidons en reepjes aan te geven.”
Onderweg kon Rijpma – de Jong ook rekenen op de support van haar ploeggenoot Marcel Bosker. “Hij was een minuut eerder gestart dan ik. Op een gegeven moment kwam ik hem tegen, Marcel was waarschijnlijk opgehouden door een valpartij voor hem. We hebben lange tijd samen gereden. Pas de laatste twee kilometer dacht hij: ik ga vol aan, want ik wil niet van Antoinette verliezen”, vertelt Rijpma – de Jong lachend. “Hij heeft voor mij op kop gereden en we hebben er samen een goede training van gemaakt.”
Na vijf uur, twaalf minuten en drie seconden kwam ze over de finish. “Alle grassprieten zaten in mijn spaken. Het leek net alsof ik mijn fiets uit de sloot gehaald had. Het zag er verschrikkelijk uit. Ik heb mijn kleding lang moeten uitspoelen om zandvrij te maken. Zoiets maak je niet snel mee.” Hoewel haar fiets na afloop onherkenbaar was, zette Rijpma – de Jong in haar eerste gravelrace een knappe prestatie neer. “Ik had niet verwacht dat ik de eerste vrouw van mijn categorie (amateurs in de leeftijd van 19 tot 34 jaar, red.) zou zijn. Het is heel gaaf dat je dan op het podium mag staan als je iets voor het eerst doet in een nieuwe discipline.” Bovendien was haar tijd goed geweest voor de vierde plek bij de elite.
“Wij gravelen weleens drie uur, maar dit was een stuk zwaarder. Ik wist ook niet zo goed wat me te wachten stond omdat ik het nog nooit gedaan had. Na twee rondes was ik best moe, maar toen was ik pas op de helft. Zo’n lange duurrace in een hoge hartslag viel niet mee. Ik vond het spannend zo uit mijn comfortzone te gaan, maar het is heel vet hier boven mezelf uit te stijgen. In een normale training had ik dit niet kunnen doen. Ik geloof erin dat ik hier in de zomer wat aan zal hebben.”
Haar grenzen verleggen heeft de 29-jarige schaatsster de afgelopen maanden vaak gedaan. Na zes jaar rijden onder Jac Orie met verschillende wereld- en Europese titels koos ze voor de concurrent Reggeborgh. “Het was een hele stap voor mij daar weg te gaan. Ik wist wat ik bij Jumbo had en mijn basis was heel goed, alleen wilde ik meer dan die basis. Twee jaar geleden draaide ik nog een prima seizoen, maar afgelopen winter bleven mijn prestaties achter. Ik ben 29 en wilde nog een stap maken. Ik ben er heilig van overtuigd dat Reggeborgh mij dat extra’s kan geven.”
“Ik trainde altijd heel erg op safe, maar Robin (Derks, red.) heeft een heel andere visie. Ik word nu echt gehard. In plaats van extensief fietsen zijn er andere trainingsvormen. Ik skeeler op de piste in plaats van op een baantje in Wolvega. Ook rijd ik veel achter de mannen aan. Zij hebben zo’n hoog niveau, het is fijn je daarmee te kunnen meten. Robin moedigde mij ook aan mee te doen aan deze gravelwedstrijd. Door andere dingen te doen daag ik mezelf uit en zie ik dat mijn lichaam anders reageert dan de afgelopen jaren. Omdat je daarmee buiten je comfortzone zit, voel het niet altijd even goed, maar ik heb vertrouwen in deze route. Ik word in alles gemonitord en in een korte tijd heb ik al zoveel verbeterpunten gevonden. Ik ben heel benieuwd wat dit in de winter gaat brengen. Op dit moment voel ik me uitstekend en merk ik dat ik mijn kracht weer terugvind. Het totaalplaatje klopt hier.”
Smaakte de uitputtingsslag van zaterdag trouwens naar meer? “Ik weet niet hoe dit in het schema gaat passen. Straks komt er alweer zomerijs aan.” Met haar prestatie van zaterdag heeft Rijpma – de Jong zich geplaatst voor het WK, begin oktober in België. “Dan zijn we weer volop aan het schaatsen en wil je het risico niet nemen. Alleen… Ik zal kijken hoe het schema eruitziet, want ik vind het heel erg leuk om te doen. Maar niet elke week”, voegt Rijpma – de Jong er snel aan toe.