Bij Yara van Kerkhof thuis staat er al vijf jaar een foto van Lara van Ruijven met een kaarsje ernaast. “Dat kaarsje heb ik nooit aan”, zegt de oud-shorttrackster en -ploeggenote van Lara. “Maar wél op 10 juli en op de dag van haar verjaardag (28 december, red.). Het is iets kleins en fijns om te doen. We hadden een heel goede band. Deden veel samen. Ik vind het dan ook prettig om haar vader en haar broer een berichtje te sturen.”
Ze herdenkt haar sportvriendin ook in grotere kring, elk jaar opnieuw. Op Lara’s sterfdag komt Yara met vroegere ploeggenoten en stafleden bij elkaar om een drankje te drinken op haar. “Ook om het leven te vieren, haar te eren en herinneringen op te halen. Dat hebben we sinds 2020 gedaan. Heel vaak waren we in juli in het buitenland en soms was het lastig om elkaar te ontmoeten, maar ik heb het alle keren gedaan omdat ik het belangrijk vind. Iedereen die er behoefte aan heeft, is welkom.
“Ik denk dat we vandaag met veel zullen zijn: fijn en mooi voor Lara, want zij was altijd zo sociaal. Ze bracht mensen bij elkaar. En hierdoor brengt ze ons nog steeds bij elkaar, ook al zijn er veel rijders die nu nog bij elkaar in de ploeg zitten. De al gestopte schaatsers en mensen uit de staf die intussen ergens anders werken, verzamelt ze op deze manier weer.
Iedereen die afscheid neemt van de sport gaat een eigen leven leiden, en kiest andere richtingen. Er zijn dan genoeg redenen om niet meer bij het overlijden van Lara stil te staan. Voor mij is dat anders. Het is niet dat we op zo’n bijeenkomst alleen zitten te huilen. Nee, het is leuk elkaar weer te zien en verhalen op te halen.”
Zoals de belevenissen rond de gouden souvenir van het WK in Sofia (2019). Op een lege, kille ijsbaan waar de sfeer ver was te zoeken, bezorgde Lara de Hollandse enclave een sprookjesachtig sportfeestje door wereldkampioene te worden op de 500 meter. “Al hadden we dat zien aankomen – want ze reed die winter supergoed – het was een droom die realiteit werd. Ik zie dat blije gezicht zo weer voor me. Wat hebben we daar met z’n allen om staan juichen”, aldus Yara.
Onvergetelijk was ’t, ook voor Carl Mureau, die destijds als perschef van het Nederlands team op de voorste rij kon meegenieten van het succes. “Denkend aan Lara gaan mijn gedachten vooral terug naar Sofia, naar de bizarre zondag van dat toernooi. Een dag eerder werd ze wereldkampioene, de eerste Nederlandse shorttrackster ooit, een doorbraak voor haar. Op zondag in de superfinale – waarin Suzanne Schulting allround wereldkampioene kon en zou worden – ging Lara er kort na de start van de race vandoor. Ze pakte als 500-meterspecialiste een ronde voorsprong op de rest van het veld om zo de concurrentes de wind uit de zeilen te nemen. Alleen ging ze helemaal naar de vaantjes door die inspanning, en werd ze weer ingehaald door de groep. Tot overmaat van ramp raakte ze achterop, waarna ze te vroeg finishte. Dat kwam haar op een DNF te staan (did not finish). Als ze wel de reglementaire afstand zou hebben gereden, zou ze een bronzen allroundmedaille hebben behaald.
“Dat was een enorme domper”, weet Mureau. “Ze zat op een stoeprand van een straat grenzend aan het ijsstadion tranen met tuiten te huilen, ontroostbaar. Ondertussen drong de tijd, aangezien ze een half uur later weer op de baan werd verwacht voor de aflossingsfinale van de vrouwen. Enkele mensen van de ploeg hebben toen flink op haar ingepraat en haar er alsnog bovenop gekregen. Niet veel later verscheen ze aan de start en schaatste ze de relay alsof er niets aan de hand was. Helaas ging de finale verloren doordat Schulting struikelde, dus dat liep ook nog verkeerd af. Voor mij was het de ultieme shorttrackdag, waarop de euforie – vanwege de winst van Suzanne in het allroundklassement – en de teleurstelling zo dicht bij elkaar lagen. Toch jezelf opnieuw bij elkaar weten te rapen en weer een volgende race rijden. Mooi hè.”
Ruim een jaar later, midden in de zomer, wachtte Carl een heidens karwei: het persbericht opstellen dat hij liever niet zou willen maken over het overlijden van die ‘hartstikke lieve, sociale meid’. “Er druppelde wel een paar tranen op het toetsenbord die vrijdagavond. Het was een vreselijke klap, voor iedereen”, verzekert Mureau. Vandaag, wanneer hij vanaf zijn Franse vakantieadres naar Nederland terugrijdt, zullen zijn gedachten ongetwijfeld even bij Lara zijn. “Een moment van besef hoe mooi het leven is, en fijn dat we het kunnen leven. Helaas heeft het voor haar niet meer zo mogen zijn…”
Die verdrietige werkelijkheid brengt Koen Hakkenberg minimaal een keer per jaar even uit balans. Op zijn verjaardag (22 juli) had de uitvaart in 2020 plaats en daarmee kwam een einde aan een lange, hectische en heftige periode voor de toenmalige teammanager en assistent-coach van de nationale trainingsselectie. In Thialf slikte hij de tranen weg, later die dag dronk hij een biertje met de familie op zijn nieuwe levensjaar. “Zo zijn we onlosmakelijk verbonden met elkaar”, meent Koen. Hij schaatste voordien met Lara in de gewestelijke jeugdploeg en zag haar naderhand in zijn andere functie langzaam maar zeker uitgroeien tot een wereldtopper.
“Iemand die bijna te lief was voor topsport”, zo tekent hij Van Ruijven uit. “Lara kon haar tegenstanders nog vlak voor de wedstrijd gerust vragen hoe het met hen ging. Dat doen er niet veel; zij wel, ze knoopte met iedereen een praatje aan! Ik kon me erover verbazen, want soms moet je je een killer tonen en is het niet belangrijk wat een ander doet. Uiteindelijk was Lara wel een killer op het ijs, maar dat dankte ze aan het feit dat ze bloedsnel was. Als de 500 meter drie ronden bezig was, mochten haar tegenstandsters blij zijn dat ze haar nog konden zien rijden; een beetje zoals Xandra Velzeboer zo nu en dan laat zien. Qua karakter gold ze niet als een killer, op dat vlak was ze het liefste mens dat wilde dat iedereen blij was.”