Het zijn de mysterieuze krachten in de sport die de Olympische Spelen zo bijzonder maken. Gedoodverfde favorieten gaan kopje onder en underdogs en dark horses gaan er met de hoofdprijs vandoor.
Sotsji 2014 gaat de boeken in als Nederlands meest spectaculaire Winterspelen ooit. Niet alleen vanwege de extreme hoeveelheid eremetaal waarmee TeamNL huiswaarts keert. Het zijn ook de beelden, verhalen en emoties van winnaars en verliezers die deze Spelen zo heel bijzonder maken.
Intense sportmomenten komen dagelijks via de reguliere berichtgeving van radio, tv en krant onze huiskamer binnen. Het meest actuele nieuws wordt ons via tweets rechtstreeks vanuit de bron aangereikt. Want dankzij social media verspreidt de nieuwe generatie sporters het liefst zelf relevant nieuws en berichten over olympisch wel en wee. Wat voor de reguliere media overblijft, is verdieping en achtergrond.
Aan verdieping geen gebrek daar in Sotsji. De nachtmerrie van Jan, de aanstekelijke blijdschap van Margot en Sjinkie, de persoonlijke overwinning van Stefan, de frustratie van Koen, de intense tranen van Jorien, de teleurstelling op het gezicht van Ireen.
En Sven. Wat een deceptie. Een olympische droom die opnieuw uiteen spatte. Hoe kon het zo zijn? Jorrit oppermachtig. Sven opnieuw geen goud. Het lichaam van de man die onverslaanbaar oogde, bezweek onder de immense druk. Ook Sven is maar een mens.
Naast de nieuwe generatie toppers, is er ook het beeld van de nieuwe generatie Koninklijk Huis die op mijn netvlies staat. Koning en Koningin in bijna gewone doen. Als oranjesupporters pur sang, genietend van successen en meelevend bij teleurstellingen.
Een groep oud-olympiërs vormt in Sotsji eveneens een nieuwe generatie. Gianni, Renate, Gerard en Marianne zien we in de hoedanigheid van trainer. Paulien, Annette, Erben en Rintje treden op als duider van de NOS-equipe. En ook Barbara en Jochem komen in een flits voorbij. Allen schaatsdeskundigen die hun nieuwe vak verstaan en ieder met een uitgesproken mening over wat de gemoederen zoal bezighoudt.
Ze zijn kritisch over Jeroen Otter die eerlijk bekent dat hij een shorttrackmedaille verkiest boven langebaan goud. Ik denk dan: Ach, zijn passie ligt nu eenmaal op dat 111 meter lange baantje. Logisch toch? Net zo logisch als dat Jan, Ireen, Koen en Sven niet blij zijn met zilver.
En dan is er nog de veronderstelling dat al die olympische medailles uiteindelijk zullen leiden tot de ondergang van het langebaanschaatsen. Inderdaad, als over vier jaar TeamNL opnieuw met meer dan twintig medailles huiswaarts keert, moeten we ons wellicht wat zorgen gaan maken over het bestaansrecht van het langebaanschaatsen.
Daarom ISU, ronsel de komende jaren zoveel mogelijk inliners en shorttrackers uit alle windstreken, financier desnoods een opleiding langebaanschaatsen en laat Octavio Cinquanta hoogstpersoonlijk niet alleen de mass start, maar ook de kleine meerkamp (over 500, 1000, 1500 en 3000 meter) aan het olympische programma toevoegen.
Misschien dat Sven in het Zuid-Koreaanse Pyeongchang eindelijk de 10 kilometer weet te winnen en grote kans dat TeamNL wederom met veel goud huiswaarts keert. Maar geef het langebaanschaatsen weer een podium van internationale allure, opdat vele generaties na ons kunnen genieten van dat waar een klein land groot in kan zijn.
Ria Visser is oud-langebaanschaatsster.