Schaatsers waarvan de de meesten ‘gewoon’ doen wat zij kunnen doen. Een enkeling gokt voor goud en wint brons, een jonge meid gaat voor brons en laat niet het maximale zien van wat zij kan, maar Ireen knalt weer naar goud. En dan een tweede sweep op de 500 meter. Een volledig Nederlands podium en het dik verdiende brons voor Margot Boer.
Voor Margot geldt nu tocht echt dat ze eindelijk haar medaille heeft gekregen waar ze al zo lang heel dichtbij was. Na vele vierde plaatsen nu eindelijk brons op de 500 meter. Ze deed wat ze kan op met moment dat het moest. En dat is precies wat bijna alle langebaanschaatsers doen.
Maar eerlijk is eerlijk, de 500 mannen, ik zat erbij en keek ernaar en ik ging met een raar gevoel weg uit het stadion. Op het scorebord stond Jan Smeekens als winnaar vermeld. En wat gunde ik het hem. En ineens is het Michel Mulder die het goud had gewonnen. Voor mij was daarmee de euforie van het 1 - 2 - 3 toch in een klap verdwenen.
Smeekens, de man die al vele jaren achtereen de Nederlandse man op de 500 is, mist op deze wijze de ultieme bekroning op de voortrekkers rol die hij heeft vervuld. En dat gemis op 0,012 seconden zal hij voor altijd met zich meedragen. Want deze fractie van ’n seconde is een wereld van verschil. Je bent olympisch kampioen of niet. Bijna kampioen bestaat niet.
Het effect van olympisch kampioen zijn, ken ik uit ervaring. Het begint met de waardering van heel Nederland voor jouw prestatie en de daaruit volgende landelijke bekendheid. Van schaatser naar min of meer een bekende Nederlander binnen enkele dagen. Bij terugkomst in Nederland een lintje van de Koning en daarna het commerciële traject.
Van lezingen tot clinics en van commercials tot uitnodigingen voor leuke events. Hierbij met je denken aan VIP-ontvangsten bij premières tot bezoekjes aan de Formule 1 of andere, gewoon leuke, uitnodigingen. En dat allemaal omdat je dus iets sneller was dan de anderen. Bovendien, olympisch kampioen blijf je je hele leven.
Noem het het olympische effect. Geloof mij, de impact van goud op de Spelen winnen is echt enorm. En langdurig. Ga maar na, bij de Triviant-vraag; wie er goud won op de 1.000 meter in Nagano weten de meesten wel het antwoord, dat was Ids Postma. En in Salt Lake 2002? Gerard van Velde. Maar wie won er zilver achter deze winnaars is een veel lastigere vraag. Het antwoord is bij beide vragen Jan Bos. Maar wie weet dit nog?
Wellicht dat de commotie rond deze zilveren medaille de schaatser Jan Smeekens beter doet herinneren. Want ook Jan schreef geschiedenis en krijgt zo toch nog enigszins de roem die hij naar mijn mening heeft verdiend met zijn voortrekkersrol als 500-meterschaatser. Gezien zijn leeftijd van 27 jaar acht ik de kans aanwezig dat hij er over vier jaar weer bij is. Maar zo close als het nu was…
Er zit ook een andere kant aan de olympische medaille. Noem ook dit het olympische effect. En deze heeft met het presteren op de Spelen zelf te maken. Ik krijg toch de indruk dat met name in het snowboarden het olympische effect tot dusverre juist tegengesteld werkt.
Wellicht dat de aanwezigheid van Bob de Jong de mannen en vrouwen wat heeft kunnen helpen, maar misschien moeten de schaatsers die nu al klaar zijn een paar dagen naar de bergen gaan. Dit om met de snowboarders op te trekken en hun het vertrouwen te geven dat wat ze kunnen, dat ze dit nu mogen laten zien aan de hele wereld. In plaats van moeten laten zien.
Want voor mij is het tot dusverre tegenvallend. Cheryl Maas kan dingen op haar board die bijna niemand anders kan, maar op het moment suprême struikelde ze al over de eerste hindernis. Ik geloof het niet! Ze zijn beter dan wat ze nu presteren! Annouk, Ronald en Jan: jullie zijn al klaar. Ik zeg: op naar de bergen.
En dan nog het derde olympische effect, dat van het zelfvertrouwen. Hoe lekker is het als mens dat je als sporter in ieder geval eenmaal in je leven iets hebt gedaan wat niemand anders kon op dat moment? Als ik heel eerlijk ben, gebruik ik deze gedachte nog regelmatig wanneer ik voor een spannende uitdaging sta.
Ik zeg dan tegen mijzelf: "ik kon in ieder geval één ding erg goed op het juiste moment in mijn leven, we zien wel hoe dit nu gaat". En dan valt de spanning van mij af. Ook dat is het olympische effect.
Ik hoop dan ook dat dit laatste effect vandaag al door Michel Mulder geëtaleerd wordt. Want starten met een gouden medaille op zak is bijna een garantie voor een vijfde opeenvolgende dag met schaatssucces.
Jochem Uytdehaage is de olympisch kampioen vijf en tien kilometer van 2002 en actief op Twitter.