Tien jaar geleden, toen ik nog midden in mijn juniorentijd zat, had ik al redelijk snel door dat mijn lichaam meer gebouwd was voor de korte sprintafstanden dan voor de ‘langere’ afstanden zoals de 1500 meter en de drie kilometer.
Maar helaas was er tien jaar geleden bij de junioren nog niet echt plek voor afstandsspecialisatie en wilde ik kans maken op selecties, dan moest ik toch tijden rijden op die 1500 meter.
Na eerst 300 meter te hebben gereden, moet je nog drie hele rondjes schaatsen. Ikzelf vond dat toen een enorme tocht. Ik had daarom maar bedacht, dat mocht ik hem willen overleven, ik niet te snel moest beginnen. Wat resulteerde in altijd een enorm langzame 300 meter en daarna drie mooie vlakke rondjes.
Op tv zag ik dat Enrico Fabris ook altijd doen, dus ik vond dat nog niet zo’n gekke tactiek. Totdat een gewestelijk trainer mij vertelde dat je de eerste tien seconden het beste zo hard mogelijk kon vertrekken zodat je dan nog de nodige energie uit de fosfaatpoel kon putten. Ik had nog nooit van die hele poel gehoord, maar ik geloofde hem en paste mijn tactiek dan toch maar aan.
Dus de volgende 1500 meter ging ik er als een raket vandoor. Ik viel hem aan zoals ik altijd mijn 500 meter reed. Normaal was ik na 500 meter ook altijd al redelijk moe en dat voelde ik nu ook op deze 1500 meter.
Na 700 meter hoorde ik de speaker omroepen dat ik enorm onder mijn persoonlijk record zat. Helaas hadden mijn benen het toen al bijna opgegeven. Het werden nog vier enorm lange bochten, waar ik meer achteruit schaatste dan vooruit.
Na de finish had ik alleen nog maar oog voor de dichtstbijzijnde prullenbak. Later hoorde ik pas dat ik maar een paar tienden onder mijn pr had geschaatst.
Mijn benen en longen hebben een aantal dagen na de race nog enorm pijn gedaan, maar hoe gek ook, het gaf mij dat ook wel weer een enorm voldaan en gaaf gevoel. Een gevoel dat ik nog wel eens vaker wilde opzoeken.
Mij werd echter al snel duidelijk dat ik mijn sprintvezels toch beter kon gaan benutten op de wat kortere afstanden. Maar heel soms mag ik mijn lichaam weer eens op een andere manier prikkelen dan met de sprintafstanden.
Dit jaar begin ik, en ja geheel uit eigen vrije wil, mijn eerste schaatswedstrijd met een 1500 meter. Qua racetactiek heb ik gelukkig de afgelopen jaren wat bijgeleerd. Alleen zal het daardoor niet minder zwaar en minder pijnlijk aanvoelen. Hopelijk zal deze 1500 meter wel wat sneller gaan dan een aantal jaren geleden.
Sprintster Thijsje Oenema rijdt voor Team Liga. Actief op Twitter.