Ten eerste sportief, met Ard Schenk als kampioen en zijn eeuwige vriend en zijn gevallen rivaal Kees Verkerk als tweede. Het tweetal zou immers de naamgever worden van een heel schaatstijdperk, inderdaad, het 'Ard&Keessie-tijdperk'. Van de schaatskoorts waarmee dit duo Nederland in 1966 wist te besmetten, zijn we nog steeds niet genezen.

Maar er gebeurde nóg iets bijzonders, op die 22e en 23e januari 1966 in dat prachtige, stampvolle IJsselstadion. Op de zwart-witbeelden is het helaas niet te zien, maar voor het eerst hulden Nederlandse sportsupporters zich in oranje. Toen waren het nog maar een paar zelf gebreide schaatsmutsen, maar al snel kwamen daar oranje vlaggen, sjaals en truien bij. Totdat in 1974 de vonk bij het wereldkampioenschap in Duitsland oversloeg naar het voetbal. Want ook dat moeten we niet vergeten: het nu overal ter wereld beroemde en beruchte Oranjelegioen werd tegelijk met het Ard&Keessie-tijdperk in 1966 in het Deventer IJsselstadion geboren.


EK 1966 Deventer


Het is vooral te danken aan de toenmalige burgemeester Nicolaas Bolkestein dat het in de schaatswereld tot dan toe vrij onbekende Deventer zo’n prominente plek in de sportgeschiedenis in heeft genomen. Tegelijk met Amsterdam ontwikkelde Deventer al eind jaren ’50 plannen voor een 400 meter-kunstijsbaan. Maar anders dan in de hoofdstad, waar een eenvoudige mobiele kunstijsbaan op een atletiekbaan werd gelegd, koos Deventer voor een fonkelnieuw schaatsstadion. Het duurde daarom een jaar langer voordat Deventer open ging, maar die extra inspanning en kosten waren het zeker waard.


Opening IJsselstadion 13 oktober 1962


Wie gewend is aan schaatstoernooien in Thialf, Berlijn of Calgary, kan zich nauwelijks voorstellen hoe primitief het er in onze verwende schaatsogen destijds aan toeging. De eerste Zamboni’s deden in Deventer pas in 1967 hun intrede, zodat in de beginjaren het ijs met gietertjes en een borstelwagentje moest worden verzorgd. Als baanmarkering werden, je gelooft het niet, stukken zeep gebruikt. Per Ivar Moe, de Noorse titelkandidaat in 1966, kwam door zo’n halfbevroren stuk Sunlight destijds lelijk ten val en was in één keer uitgeschakeld voor de titel.

De mooiste illustratie van de primitieve schaatscondities in die beginjaren zijn vastgelegd op een filmpje van de allereerste strijd om de IJsselcup in 1962: de eerste editie van wat jarenlang de opening van het schaatsseizoen zou zijn, en die sinds vorig jaar gelukkig weer uit zijn winterslaap is ontwaakt. In een sneeuwstorm zien we rijders (waaronder niemand minder dan Jeen van den Berg!) wanhopig ploeteren over een piepklein geveegd stukje ijs, terwijl de commentator het heeft over de "uitstekende piste" in het IJsselstadion. Schaatsen in 1962: "times were a changin’…"


Eerste IJsselcup, 24 november 1962

Klik hier voor meer schaatsfilmpjes uit de geschiedenis van het IJsselstadion.