Cees Juffermans is één van de drijvende krachten achter de clinic van IHCL. De Stompwijker, deelnemer aan de Olympische Spelen van 2002 in Salt Lake City en 2006 in Turijn, is één van de vele grote namen die IHCL in haar bestaan heeft voortgebracht.
"Het is best een roemruchte club", stelt Juffermans. "Van 1988 tot en met 2010 hebben we altijd een lid van IHCL op de Olympische Spelen gehad. Dat waren sporters als Monique Velzeboer, Priscilla Ernst, Liesbeth Mau Asam, Richard Suyten, Charles Veldhoven. Allemaal toppers in hun tijd, dus dat zegt ook iets over de kwaliteit van de club en de topsportmentaliteit."
Maar desondanks ging het minder met IHCL. "Een oud schaatsmaatje van me vertelde dat in Dordrecht. Hij deed veel bij de club, maar het kwam allemaal niet echt van de grond." Een week nadien werden de koppen bij elkaar gestoken. "Het ging er vooral om hoe we IHCL nieuw leven in konden blazen, nieuw elan konden geven. Ieder keek op welke manier hij of zij iets kon bijdragen."
Juffermans kwam met de suggestie dat hij een clinic kon verzorgen, en dat kreeg veel bijval. Liesbeth Mau Asam – zijn vriendin – stelde meteen te willen helpen. "Vincent Wolvers ook, en Alex Velzeboer. Dat zijn allemaal mensen die minimaal World Cups hebben gereden. En die zijn gewoon trainer bij deze club. Dat gevoel hadden we ook een beetje bij die clinic: laten zien wat we allemaal in huis hebben."
Daar kwam nog iets bij. Als shorttrackclub is IHCL letterlijk het middelpunt van de baan in Leiden. Dat gevoel moest worden vertaald in een manier om een bindmiddel te worden tussen de clubs die gebruik maken van die baan, maar nooit met elkaar samenwerken. "Die clinic was de eerste aanzet, maar we willen dat uitbouwen naar structurele samenwerking. Want iedereen is zich nu wel bewust van de waarde van multidisciplinair opleiden", aldus Juffermans.
Aanvankelijk was er het idee dat de clinic niet veel respons opleverde. De teller bleef bij zo’n veertien steken. Maar een week later was dat heel anders. "We zaten opeens op bijna honderdtwintig, terwijl we ieder ook individueel nog aanmeldingen in onze mailboxen hadden. Uiteindelijk hebben we nu een clinic gegeven met 120 deelnemers en houden we in december nog een clinic. Daarvoor zijn nu al zestig aanmeldingen, en die hebben we daarom meteen maar dichtgegooid."
De clinic van deze week was een groot succes. "Gelukkig heeft de KNSB ons gefaciliteerd met materiaal, anders hadden we het nooit kunnen doen." Juffermans en al die andere toppers van de IHCL genoten van wat ze zagen. "Mensen van acht tot zestig, die plezier hadden. Die ook zelf ervaarden hoe leuk shorttrack is en hoe groot de toegevoegde waarde is. Op een shorttrackbaan kun je mensen technisch echt goed leren schaatsen. En dat is ook zo op de ijsbaan in Leiden. Dat is geen 400-meterbaan, waardoor mensen al snel de nadruk leggen op wat je er allemaal niet kan, maar je moet de nadruk leggen op wat er wél kan."
In dat opzicht is er ook het besef dat IHCL in een luxe positie verkeert. Bij veel clubs is het tegenwoordig een bron van zorgen om goede trainers te vinden voor de leden. "Maar hier is het juist andersom. We hebben uitstekende trainers, alleen niet zo heel veel leden." Wat dat laatste betreft gaat het inmiddels al ietsje beter. De clinic heeft ook wel iets opgeleverd. "Daarna zijn toch zo’n tien mensen lid geworden. Maar het gaat ons niet eens zozeer om leden werven. We willen gewoon dat er een goede samenwerking is tussen de clubs en we zo het niveau hoog houden."
Die samenwerking is in de ogen van Juffermans het werken van de toekomst. "Ik zei net al iets over multidisciplinair opleiden, maar ik denk echt dat we die kant op moeten. Breng mensen bij elkaar en laat ze shorttracken, langebaanwedstrijden rijden en ook nog een marathon. En als je verder wilt trekken, kun je ook inlineskaten daar nog bij halen. Ik denk dat we daar met z’n allen veel beter van worden."