Voor de Schotse shorttrackster werden de Olympische Spelen in Vancouver geen succesvol evenement. De destijds twintigjarige Christie was zwaar onder de indruk. “De omgeving was vrij stresvol”, aldus Christie, die haar beste prestatie neerzette op haar zwakste afstand, de 500 meter. Toch betekende Vancouver een kentering in haar carrière. Christie werd aan het denken gezet. Wel of niet doorgaan? Ze nam een duidelijk besluit.

Ze sprak met alle stafleden van haar team en trok haar lering uit de gesprekken. “Het voelde alsof ik alles voor het schaatsen deed, alsof ik hard trainde. Maar dat was niet zo. Ik heb een talent gekregen en ik gebruikte het niet op de juiste manier”, kijkt Christie terug. Na de training ging ze gerust naar de bioscoop en pakte tussendoor een afhaalmaaltijd. Niet het meest efficiënt, zoals ze het zelf omschrijft. “Eerst was ik een kind dat schaatste, nu heb ik mijn leven rond schaatsen gebouwd. Dat is de verandering die ik heb doorgemaakt.”

De 22-jarige Schotse ging vorig jaar niet met grootse plannen het seizoen in. “Ik ben niet iemand die denkt ‘Ik win’. De hele zomer had ik hard getraind, maar ik was nooit goed in het racen. Tactiek is het moeilijkste om te leren in shorttrack”, aldus Christie, die zelf misschien wel het meest verbaasd was over haar prestaties. Op de 1000 meter , waarop ze naast het goud in Moskou ook twee keer zilver pakte,  maakte ze vooral indruk door haar manier van rijden.

Aan de leiding voert Christie het tempo ronde na ronde op. “Waarom ik zo rij? Dan weet ik zeker dat ik alles heb gegeven. Als ik in de groep zit en niks doe en ik win, dan denk ik ‘Ok, ik heb geluk’“. Met de prestaties van het afgelopen jaar zijn het geloof en vertrouwen in eigen kunnen gegroeid. Christie eindigde in de wereldbekerstand als derde op de 1000 meter. “Ik weet nu waar ik sta. Er zijn tien meiden in de wereld met dezelfde standaard. Ik moet mezelf perfectioneren.”  

De talentvolle shorttrackster uit het Schotse plaatsje Livingstone begon met schaatsen op achtjarige leeftijd. Op de ijsbaan van Stirling zette ze haar eerste streken op het ijs. Of beter gezegd, haar eerste pirouettes. Na een aantal jaar kunstrijden – ‘mijn moeder vond dat leuk’ – ging Christie één keer in de twee weken schaatsen. Ondanks dat ze hier haar passie ontdekte, bewaart Christie niet de beste herinneringen aan de inmiddels gesloopte baan in Stirling.

Het rondje telde slechts 100 meter en er was weinig baanbeveiliging. “Je schaatste dicht langs de boarding. Dat was verschrikkelijk. Hard schaatsen durfde ik niet”, kijkt Christie terug. “Ik ben eens gevallen. Een uitstekende spijker bleef in mijn rug hangen en sneed er een stuk vlees uit. Het litteken is nog te zien.”

Op zestienjarige leeftijd verruilde ze Schotland voor het Engelse Nottingham. Tijdens de Britse kampioenschappen werd ze gevraagd voor het nationale team. Een grote stap voor de jonge Schotse. Ver weg van familie en vrienden begon ze bij een gastgezin aan haar nieuwe schaatsavontuur, niet wetende of het zou lukken. Van bijna geen trainingsuren ging ze naar een week volgepland met trainingen. “Als langzaamste schaatsster ontwikkelde ik me in twee tot drie maanden tijd tot de snelste van het team. Op die leeftijd laat dat je goed voelen.”

Inmiddels is Christie één van de beste Europese shorttrackers in het internationale circuit, maar met de Europese titelstrijd heeft ze een haat-liefdeverhouding. Het was het kampioenschap waar ze haar eerste succes boekte. In 2010 reed ze in Turijn naar brons, tot haar eigen  verbazing. “Ik verwacht nooit dat ik het goed doe met schaatsen”, zei ze over haar mentaliteit in die tijd. De EK’s die volgden werden niet haar toernooi.  

“Heerenveen en Mlada Boleslav waren dramatisch”, aldus Christie, die de titel graag op haar naam zou schrijven, maar in zeker acht rijdsters concurrentie ziet. “Het is een andere manier van racen. Het is moeilijker om iets te winnen, dan om een medaille te pakken.”