Miguel Bravo had woensdag een prima ‘rustdag’ tijdens het EK Inline in Groß-Gerau, ter voorbereiding op het wegprogramma dat tot en met zondag duurt. Nog nagenietend van zijn eerste individuele medaille op een groot toernooi – brons op de afvalkoers – zag hij als fervent wielerfan hoe landgenoot João Almeida knap overeind bleef in de tijdrit van de Tour de France. “Oké, tegen mannen als Remco Evenepoel en Tadej Pogacar kan hij niet op, maar Joãa deed het beter dan Jonas Vingegaard. Ik had dus een lekkere break van de week”, meldde de 27 jaar oude Portugees die inmiddels enige bekendheid geniet in Nederland als marathonschaatser.
Wat heet: in januari gold hij op de Weissensee als een van de grote smaakmakers in het Open NK. Zijn aanvalsdrang gedurende de race sprong al in het oog, de vijfde plaats die zijn deel was na 147 kilometer bikkelen kon hij toevoegen aan zijn uitslagenlijst met een speciale notitie: buitengewone prestatie. Het resultaat illustreerde perfect in welke korte periode de Zuid-Europeaan zich het schaatsen op kunst- en natuurijs eigen heeft gemaakt. In november 2022 waagde hij zich voor het eerst aan het wintercircus-van-de-lange-adem bij de beloften en kwam hij tot 24 ronden; de week erop had hij de honderd ronden en de 49e plaats te pakken.
Bravo hoort er nu helemaal bij in het peloton. Toch begon hij drie jaar geleden namens A6.nl aan het marathonwerk met een achterliggend doel: kwalificatie voor de Winterspelen van Milaan, bij voorkeur op de mass start. Die droom leeft hij deze zomer meer dan ooit, en terwijl hij op de skeelers wedstrijden betwist en de noodzakelijke trainingsuren vergaart, smeedt hij plannen om op de moeilijke route de Spelen niet in een doodlopende straat te belanden.
En raar, maar waar: daarin passen in de aanstaande winter geen marathons. Inlineskaten slokt hem sowieso op – nu het EK, in september het WK in China – daarnaast moet hij een drempel over die voor hem pittig is. Wil Bravo aanspraak maken op olympisch startbewijs voor de mass start, dan zal hij zich via de vijf kilometer op de langebaan moeten bewijzen. In het kort komt het erop neer dat er door de ISU (de internationale schaatsbond) van hem een tijd van 6.42 wordt verlangd. Het halen van die limiet geeft recht op deelname aan de World Cup, en daarin zou hij zich in het peloton van de mass start vervolgens moeten opwerken tot de beste 24 in het klassement. “Of iets dergelijks, de precieze regels moet ik nog nakijken”, bekent hij.
6.42. Dat is 25 seconden sneller dan zijn beste 5000 meter die hij heeft gereden (7.07,18 op 19 november 2023). Dat persoonlijk record realiseerde hij op zijn derde en voorlopig laatste vijf kilometer in zijn leven. “Ik heb nog wat arbeid te verrichten. Fysiek kan ik die grens aan, maar het zit ’m vooral in de techniek. Al voel ik me een stuk zelfverzekerder sinds ik meedoe aan de marathons, ik moet me verbeteren. Er rest me helaas niet veel tijd meer tot Milaan, daarom zet ik alles op alles om uit te zoeken hoe ik de grootste kans heb te slagen. Gelukkig krijg ik alle hulp van Henkjan (Meijer, red.), de baas van A6, die me al steunt vanaf het moment dat ik ben gaan schaatsen in Nederland. Met hem wil ik proberen me aan te sluiten bij Team Novus, zodat ik op de langebaan kan trainen. Er zijn al gesprekken geweest met Daniel Greig, de coach van de ploeg. Ik heb hem verteld wat mijn ambities zijn. Ik hoop dat het doorgaat, dat zou me een heel eind op de goede weg helpen.”
Dat is een hoofdstuk voor volgende week, of de week erna. Eerst voortborduren op het hoogtepunt in zijn skeeleravonturenboek, de Europese medaille. “Ik krijg nog drie mogelijkheden: donderdagavond de afvalkoers, vrijdagavond de puntenkoers en op zondagmorgen de marathon. Ik moet zeggen: door het onverwachte brons zijn mijn eigen verwachtingen plotseling een stuk hoger.” Waar een wil is, is een pad. Nu in Duitsland, dadelijk op een ijsbaan, waar ook ter wereld. Bravo! De naam is al geweldig in dit verband...