Je staat te boek als de gelukkigste atleet op aarde. Een beeld waar je het zelf niet helemaal mee eens bent?
"Vooropgesteld: er kwam ontzettend veel geluk bij kijken. Zowel in de halve finale als in de finale. Maar er zat ook wel iets van strategie in. Het gaat erom dat je jezelf in een positie brengt om geluk te hebben."

"Op dat moment reed niemand anders daar. Ik heb mezelf in die positie gezet. En dan hebben we het niet over de negentig seconden durende finale, zelfs niet over het hele olympische toernooi. Maar over de twaalf jaar van hard werken die daaraan vooraf gingen. Zoals met alles in het leven: als je in finales wilt meedingen om de prijzen, moet je er wel eerst zien te komen."

De reputatie van gelukkigste atleet op aarde is niet alleen vanwege dat goud. Tot twee keer toe wist je te ontsnappen aan een bijna zekere dood. Eerst met een schaats in je been, daarna nog een keer toen je je nek brak.
"Op de één of andere manier zijn het altijd uitersten die mijn leven bepalen. Of er gaat iets heel erg goed. Of het gaat helemaal fout."

"Toen in 1994 die schaats in mijn bovenbeen kwam bij een wedstrijd in Canada, verloor ik vier liter bloed op het ijs. Twee derde van al het bloed in mijn lichaam. Ik voelde dat mijn organen er mee ophielden en dacht echt dat ik op dat moment doodging. Toen ik zes jaar later mijn nek brak, dacht ik: hoe kan het dat ik er nog ben? En om dan achttien maanden later op die manier goud te winnen..."

"Dat is het moment dat iedereen zich van mij herinnert. Logisch, ik heb de gelukkigste medaille uit de olympische geschiedenis. Maar daar ging echt een heel lange weg aan vooraf."

"Ik treed tegenwoordig, naast mijn werk als analist voor de Australische televisie, op als motivational speaker en ik probeer aan mensen uit te leggen dat dit een mooi voorbeeld is voor iedereen. Die vijf minuten waarin je geluk hebt, ga je nooit krijgen als je niet bereid bent daar jarenlang keihard voor te werken."

Je twijfelde in 2002 even of je het goud wel in ontvangst moest nemen?
"Ja, en ik besloot dat te doen, niet omdat ik als enige bleef staan in de finale, maar omdat het de bekroning was op twaalf jaar lang zes dagen per week keihard trainen. Men denkt dat ik zomaar plotseling een succes ben geworden. Dat beeld is echt onterecht."

Afgelopen donderdag won een Nederlandse langebaanschaatser, Stefan Groothuis, het goud op de duizend meter...
"Ik weet het, ik was erbij! Ook hij heeft een lange, moeilijke weg achter de rug. Er zit een heel simpele les in zijn verhaal. Geloof altijd in jezelf en blijf ervoor gaan. Het is nooit over voordat je zelf zegt dat het over is."

Volg je het shorttrack in Nederland ook?
"Uiteraard. Het werd een keer tijd dat jullie in Nederland interesse in onze sport gingen tonen. Jullie zijn wel laat op het feestje hoor. Er zijn miljoenen geregistreerde schaatsers in Nederland, maar slechts een paar beoefenen shorttrack. Onbegrijpelijk."

"Ik ben erg blij dat het Nederlandse team zich de laatste jaren zo ontzettend goed heeft ontwikkeld en resultaten begint te boeken. Dat is goed voor de sport, wereldwijd. Ik kijk uit naar de toekomst als shorttrack een nog veel groter profiel zal hebben in Nederland."

Kan Nederland ooit een machtsblok worden in het shorttrack, zoals bijvoorbeeld de Zuid-Koreanen, Chinezen of Noord-Amerikanen?
"Absoluut. Ze hebben de laatste jaren laten zien dat ze er de potentie voor hebben. Bondscoach Jeroen Otter, samen met Wilf O'Reilly (disciplinemanager shorttrack bij de KNSB, red.) op de achtergrond, hebben echt grote sprongen voorwaarts gemaakt in het Nederlandse programma. En echt, het trainingsregime waarin die schaatsers moeten werken is bizar zwaar."

"Zo zei Otter eens een keer na een trainingskamp in de Pyreneeën: 'en nu mogen jullie naar huis fietsen'. Ongekend. Daar heb je lef voor nodig."

"Er zijn vooral twee jongens waar ik ontzettend van gecharmeerd ben: Freek van der Wart en Niels Kerstholt. Dat zijn allebei niet de meest getalenteerde schaatsers in de wereld. Ze zijn niet zoals Sjinkie Knegt, bij wie het talent er echt vanaf spat. Maar zij hebben allebei heel erg lang, heel erg hard getraind en zichzelf in een positie gebracht waarin zij de strijd aankunnen met de beste in de wereld."

Dan komt het dus aan op mentale veerkracht?
"Absoluut, en dat moet je jaar in jaar uit kunnen volhouden. Niels ging voorheen altijd in de eerste ronde eruit. Dat heeft misschien wel zes jaar geduurd. Maar nu niet meer, nu is hij een echte uitdager. Hij is denk ik het beste voorbeeld van de vooruitgang die het shorttrackprogramma in Nederland heeft gemaakt."

"En als je kijkt wat er nu op de Spelen aanwezig is, dan durf ik wel te stellen dat de Nederlandse relayploeg de afgelopen twee seizoenen de meeste vooruitgang geboekt heeft van iedereen in de shorttrackwereld. Dat we vandaag de dag zeggen dat het Nederlandse team in staat is om Zuid-Korea te verslaan... Als je dat drie jaar geleden had geroepen, had iedereen je uitgelachen."

Denk je dat Nederland eindelijk de eerste medaille in het shorttrack gaat winnen?
"Jullie beste kans is met de mannenploeg, maar Jorien ter Mors op de 1500 en Sjinkie op de 1000 zijn zeker kanshebbers. En misschien kunnen Freek (op de 500) en Niels (op de 1000) voor een verrassing zorgen."

Ga je de Nederlanders aanmoedigen op weg naar die eerste medaille?
"Ha, jullie hebben hier al genoeg goud gewonnen, geloof ik. In ieder geval op de langebaan. Echt, daar moeten jullie een keer iemand anders ook een kans geven."