Michelle de Jong volgt de verrichtingen in Beijing op de voet. “Ik kijk alle wedstrijden.” Ze moet het deze maand stellen zonder haar vriend Janno Botman, haar zus Antoinette en haar vriendinnen Femke Kok en Marrit Fledderus, die wel de wereldbekers aflopen. “Door het tijdsverschil is de dag kort, maar ik heb wel veel contact met de trainers en het team daar.”
“Ik volg het zeker”, vertelt Beau Snellink. “De ploegenachtervolging en de vijf kilometer van Japan heb ik gekeken. Op de vijf kilometer hoor ik toch echt wel thuis, en op de ploegenachtervolging eigenlijk ook.” Snellink zag hoe het teamonderdeel eindigde in een vijfde plaats voor zijn landgenoten. “In mijn optiek reden ze niet fantastisch, maar dat kon je misschien ook niet van hen verwachten.”
Na enkele afzeggingen nodigde bondscoach Rintje Ritsma de 22-jarige rijder van Jumbo-Visma uit voor het treintje, maar hij vond het de reis naar Obihiro niet waard. “Voor mij was het niet interessant om daarnaar toe te gaan. Ik was aan het kwakkelen met mijn gezondheid en een reis van twee, drie dagen – heen en weer – was iets te veel voor alleen een ploegenachtervolging. Daarom heb ik met Jac (Orie, red.) besloten om in Nederland te blijven en de volgende stap te zetten naar het NK Afstanden.”
Die kwakkelende gezondheid speelde Snellink parten op het World Cup Kwalificatietoernooi (WCKT), waardoor hij plaatsing voor de vijf kilometer miste. Zo moet de winnaar van de wereldbeker over lange afstanden van vorige winter nu de eerste vier krachtmetingen aan zich voorbij laten gaan. Zijn coach Orie noemde ook de nieuwe trainingsaanpak als één van de oorzaken voor de ongelukkige start van zijn ploeg. “Ik wil het schema niet de schuld geven”, zegt Snellink stellig. “Ik heb daar 100% vertrouwen in.”
Michelle de Jong was graag teruggereisd naar de plek waar ze haar olympische debuut mocht maken. “Het is heel mooi dat je aan de andere kant van de wereld mag schaatsen, ondanks die jetlag. Ik wilde naar Beijing. Destijds mochten we nergens naartoe, nu had ik meer van de omgeving kunnen zien. Dat was voor mij een extra motivatie in de tijd dat ik geblesseerd was.”
Op het trainingskamp eind juli in Inzell begonnen bij De Jong de klachten in haar been. “Eerst dacht ik dat het niet zo erg was. Ik wilde doorzetten, want daarna had ik vakantie en kon het herstellen.” De overbelasting in haar scheenspier hield haar vijf weken van het ijs. Een onzekere periode voor de 24-jarige schaatsster. “Het was pittig. We hadden niet verwacht dat het zo lang zou duren. Ik leefde met de week, soms zelfs met de dag. Mentaal vraagt dat veel van je. Ik moest geduld hebben en vertrouwen houden, ook al was er weinig perspectief.”
“Het WCKT was een race tegen de klok. Elke training wilde ik met zo min mogelijk belasting het beste eruit halen. Ik was blij dat ik het toernooi kon rijden. Ik had van tevoren niet aan de grote klok gehangen dat ik geblesseerd was, want in mijn achterhoofd wist ik dat het misschien toch mogelijk was om me te plaatsen. Ik wilde me niet indekken voordat ik geracet had. Omdat ik er alles aan gedaan had, een tikkie meer dan normaal, was de ontlading ook groot toen het erop zat.” Eén tiende kwam De Jong tekort voor de wereldbekers. “Mentaal had ik me erop voorbereid, met alle scenario’s hield ik rekening. Vorig jaar was ik met deze tijd nog geplaatst, dit keer ging het heel hard.”
Het Daikin NK Afstanden komt zowel in het gesprek met De Jong als Snellink meerdere malen ter sprake. Na de teleurstellingen van het WCKT hebben ze hun plannen gewijzigd en zich vol gestort op het nieuwe doel. Beiden willen eind december kwalificatie voor het WK Afstanden in Canada afdwingen. Mochten ze in Noord-Amerika hoge ogen gooien, dan is het missen van de reis naar Azië snel vergeten.
Om wedstrijdritme op te doen schaatst Beau Snellink enkele marathons. “Ik denk niet dat ik per se de internationale races nodig heb om de beste prestaties neer te zetten. Aan marathons heb ik vroeger heel vaak meegedaan, in Utrecht en de Zesbanencompetitie. Het spelletje is hartstikke leuk, maar ik weet ook dat ik op de langebaan thuishoor. Voor nu is de marathon een trainingsprikkel. Voor de tien kilometer in Stavanger heb ik me gekwalificeerd tijdens het WCKT, dus ik ben heel blij dat die nog op het programma staat.”
Een geluk bij een ongeluk voor Snellink is dat zijn ploeggenoten Kars Jansman en Jorrit Bergsma zich ook alleen voor de tien kilometer geplaatst hebben. “We kunnen met z’n drieën een mooi blok draaien. Bovendien is het een voordeel dat we niet de lange reis hoeven te maken naar Azië. In mijn vijf kilometer van twee weken geleden zaten mooie dingen. Hier en daar schaaf ik nog wat bij, maar ik ben op de goede weg. Eind december hoop ik het weer te laten zien. Elke dag train ik hard om het waar te maken.”
Voor De Jong waren de afgelopen maanden zwaar, maar ook leerzaam. “Er zaten veel lessen in die periode. Ik moet me op mijn eigen proces focussen. Soms word je ongeduldig en wil je het graag laten zien. Aan het begin van de zomer was ik echt gegroeid, mijn basis was beter en ik werd sterker. Afgelopen seizoen heb ik veel geracet, voor het eerst de 1000 meters gereden in de wereldbeker en op het WK. Ik zat een paar keer dichtbij het podium. Dat was het volgende wat ik wilde doen. En in Nederland standaard top-3 rijden, het liefst nog iets beter. Maar we gaan lekker zo door en dan hoop ik dat ik erin december weer bijzit.”