Het besef dat zijn wil om te winnen niet meer paste bij zijn niveau van schaatsen kwam na de ISU WK Afstanden van afgelopen maand. Hij werd op zowel de 1000 als de 1500 meter veertiende, plekken die de regerend olympisch kampioen op de kilometer niet passen. “Daarna ben ik er een paar dagen tussenuit geweest om te bedenken wat ik wilde.”

Op vakantie met zijn gezin werd het hem duidelijk: hij is klaar met topsport. Langzaam wegglijden binnen de sport zag hij niet zitten. “Rintje Ritsma had dat – en het is maar waar je gelukkig van wordt – maar ik wilde niet steeds mijn ambities naar beneden gaan bijstellen om toch maar sporter te blijven.”

Nadat hij het voor zichzelf besloten had vertelde hij het vorige week aan zijn huidige coach Gerard van Velde. “Die vond het jammer”, erkent Groothuis. De coach had het gevoel dat hij en zijn pupil nog onvoldoende de kans hadden gekregen om hem weer op een hoger niveau te krijgen.

Dat ziet Groothuis ook wel in. Afgelopen zomer zat hij na een val op de inline-skates zes weken in het gips en na de zomer werd zijn zoontje Luuk ziek. Daardoor kon de 34-jarige schaatser in zijn eerste jaar bij beslist.nl geen goed trainingsprogramma afwerken. Het vooruitzicht dat het zonder die problemen wel eens beter zou kunnen gaan, brengen hem niet van zijn beslissing af. “Het gaat om een dieper gevoel dat ik niet verder wil.”

Zeventien jaar lang heeft zijn leven en ook dat van zijn gezin in het teken gestaan van het schaatsen, van zijn sport. Dat heeft Groothuis nu wel gehad. Dat zijn zoontje kampt met het syndroom van Henoch-Schönlein, een ernstige aandoening, versterkt het gevoel dat het tijd is om afscheid van de sport te nemen. “Het is niet de hoofdreden, maar het heeft het leven niet gemakkelijker gemaakt.”

De sprinter van beslist.nl kijkt terug op een loopbaan met hoge pieken, maar ook zeker diepe dalen. Aan het begin van zijn carrière raakte hij met zijn rechterschaats zijn linkerachillespees en sneed de pees voor bijna de helft door. Anderhalf jaar duurde zijn herstel. “Ik ben er toen helemaal uit geweest” vertelt hij. “Ik had het heel zwaar en was eenzaam ook. Ik kon niet eens autorijden en moest dus thuis blijven.”

Die periode deed hem inzien hoe graag hij wilde schaatsen en hoe graag hij daarin iets wilde bereiken. Na zijn blessureperiode werd hij opgepikt door Jac Orie. Dat zijn de momenten van geluk die hij heeft gekend, legt hij uit. “Je bent immers afhankelijk van mensen die wat in je zien.”

De coach van de toenmalige DSB-ploeg had het goed gezien, want in Vancouver haalde Groothuis op een haar na een medaille. Het jaar erna won hij op het WK Sprint een van de twee 1000 meters, een prestatie die veel voor hem betekende, net als zijn wereldtitel sprint (2012) en 1000 meter (2013). En in 2014 beleefde hij zijn hoogtepunt met de olympische zege op de kilometer.

Toch was die periode tussen 2010 en 2014 niet de zegetocht die de resultaten doen vermoeden, want in de periode vlak voor zijn wereldtitel sprint was hij in een depressie geraakt. Een dusdanige depressie dat zelfmoord door zijn hoofd had gespeeld.

Die ervaring, het kennen van diepte- en hoogtepunten, maakt dat Groothuis na het schaatsen graag wat wil betekenen voor anderen. Hij weet nog niet precies hoe hij het vorm wil geven, maar hij wil mensen gaan helpen om balans te vinden.

Daarbij draait het om vier kernwoorden: fysiek, rationeel, meditatief en extase, legt hij uit. Door met mensen gezamenlijk fysieke, rationele, meditatieve en extatische ervaringen op te doen denkt hij een waardevolle bijdrage aan hun leven te kunnen leveren. Als voorbeeld noemt hij het gezamenlijk bezoeken van een dancefeest (de extase) en dan de dag erna samen sporten (het fysieke element).

“Het gaat me niet om mensen met psychische problemen, want daar ben ik niet voor gekwalificeerd, maar ik denk wel dat ik kan helpen bij een soort zingeving of bij mensen die in een sociaal isolement zitten.”

Groothuis erkent dat het allemaal nog was vaag klinkt, maar het is een idee dat hem al een tijd bezig houdt, maar wat ook nog een verdere uitwerking nodig heeft. “Ik ga niet morgen aan een plan schrijven”, lacht hij.

De komende tijd wil hij in alle rust bepalen wat hij wil gaan doen. Groothuis heeft met het schaatsen een aardig spaarpotje kunnen vullen en kan zich die tijd gunnen. “Ik hoef niet op 1 april Tempo Team te bellen. Ik heb aardig verdiend en heb de rust en de ruimte. Al ben ik uiteindelijk geen Wesley Sneijder.”

Op termijn sluit Groothuis het niet uit dat hij zich nog in de schaatssport laat zien, maar voorlopig is dat niet aan de orde. Zelfs de schaatsen onderbinden voor een klein ritje op zondagmorgen zit er niet in. “Mijn vader vroeg me dat nog, of ik zou gaan rijden op Deventer, maar dat denk ik niet. Ik rijd nu rondjes 25 en ik zie de lol er niet van in om rondjes 30 te gaan rijden. Ik ga liever een sport doen die ik nog nooit gedaan heb.”