Tickets
Shop
IJsbrekers 23 mei 2024

Inlineskaten welkome trainingsvorm voor schaatsers?

Inlineskaten wordt door veel schaatsers in de zomer gebruikt als trainingsmiddel. Hoewel het op schaatsen lijkt, verschillen de twee disciplines veel van elkaar. De meningen over de effectiviteit ervan lopen uiteen. Femke Kok, Jens van ’t Wout, Jenning de Boo en Patrick Roest delen hun ervaringen. Wat zijn de voor- en nadelen?

Foto : Soenar Chamid (Femke Kok, Jenning De Boo, Patrick Roest), Dennis Kruijswijk/Shapevisions (Jens Van 't Wout)

Volgens shorttracker Jens van ’t Wout draagt het inlineskaten als trainingsvorm niet bij aan zijn prestaties op het ijs. "Ik denk dat het de shorttracktechniek verstoort.” Hij legt uit dat de manier van bewegen op het ijs en op de wielen nogal verschillen van elkaar. Dit kan leiden tot ongewenste aanpassingen in de techniek. “Ik weet dat inlinen voor sommige schaatsers goed kan werken, maar voor mij zeker niet”, klinkt het resoluut.

Vooral het overstappen in de bochten bij skeeleren vindt hij problematisch. "Bij inlineskaten kun je het linkerbeen niet strekken, omdat je dan de druk op je skeeler verliest in de bocht. Op het ijs wil je deze druk juist zo lang mogelijk behouden. Toen ik nog bij het Wadro KTT Noord zat en er skeelertrainingen op het programma stonden, stapte ik om deze reden niet over in de bocht", legt
de zeer technisch bedreven shorttracker uit. Als alternatief ‘shuffelde’ Van ’t Wout; een slag waarbij beide skeelers aan de grond blijven, om geen ‘verkeerde’ techniek aan te leren.

Volgens shorttracker Jens van ’t Wout draagt het inlineskaten als trainingsvorm niet bij aan zijn prestaties op het ijs. | Foto : KNSB - Shapevisions

De 22-jarige doet niets liever dan shorttracken. “Alles buiten shorttrack vind ik vreselijk," bekent Van ’t Wout, die momenteel een walker om zijn been draagt en herstellende is van een operatie aan zijn enkel. “Ik heb vaak genoeg bij Niels (Kerstholt, bondscoach TeamNL shorttrack, red.) het idee geopperd om twee keer per dag op het ijs te staan, alleen krijg ik dat er niet doorheen”, klinkt het lachend.

De Europees kampioen op de 500 meter op het langebaanijs, oud-shorttracker én -inlineskater, Jenning de Boo, is – niet geheel verrassend - juist enthousiast over zijn oude geliefde sport op wielen. "Ik bind nog steeds graag mijn skeelers onder en vind het in de zomer lekker om wat zenuwen en wedstrijdspanning te ervaren.” Daarnaast is skeeleren volgens hem een effectieve manier om de conditie op peil te houden en soepel te blijven bewegen tijdens de zomermaanden.

“Inlineskaten biedt variatie in de trainingen”, legt de alleskunner uit. Afwisseling helpt om zowel fysiek als mentaal beter te presteren. De Boo vertelt dat hij met zijn ploeg in de zomer regelmatig skeelert, zoals tijdens het trainingskamp op Mallorca dat Team Reggeborgh momenteel belegt. Binnen de ploeg zijn ze zich bewust van de verschillen in techniek. "Als ik mijn skeelertechniek op het ijs toepas, komt het niet goed", aldus de 20-jarige Groninger. "Ik probeer het inlineskaten en schaatsen als aparte disciplines te beschouwen. We stimuleren elkaar binnen de ploeg om te skeeleren als schaatsers en niet als inlineskaters. Dit helpt om beide technieken niet door elkaar te gebruiken.”

Jens tipt Jenning
Jens van ’t Wout, die geen genoeg kan krijgen van praten over techniek, heeft geshorttrackt met Jenning de Boo. “Bij het shorttrack kon je bij Jenning – vooral bij het ingaan van de bocht – zien hoe zijn enkels bewogen; op de outside edge leunend, zoals in het inlineskaten. Het wordt een technisch verhaal, maar qua enkel-heupcorrelatie kon je zien dat zijn techniek op het ijs meer op inlineskaten leek. Hierdoor bouwde hij minder druk op, waar je in het shorttrack juist het verschil mee kunt maken.” Aangezien Van ’t Wout De Boo een prachtige langebaanslag vindt hebben en het jammer zou vinden als Jenning dit meeneemt op de langebaan, wil hij zijn oude ploegmaat één ding meegeven: “Stop alsjeblieft met skeeleren.”

De Boo moet lachen om de opmerkingen van zijn voormalig teamgenoot. Hij erkent: "Zodra ik moe word, verval ik in mijn inlineskate-techniek. Dit kan de schaatstechniek nadelig beïnvloeden, vooral destijds bij het shorttracken waar details in de techniek cruciaal zijn. Overigens kan ik heel makkelijk switchen. De nadelen wegen niet op tegen de voordelen, dus geen zorgen, Jens”, klinkt het lachend.

Wereldkampioene op de 500 meter, Femke Kok, vindt het inlineskaten een fijne manier om in de zomer de schaatsbeweging te onderhouden. "Hoewel de drukopbouw anders is dan bij schaatsen, vereist skeeleren een vergelijkbare houding.” Volgens Kok is dit belangrijk voor het behoud van spiergeheugen in een periode dat er niet geschaatst wordt. “Ik probeer me hierbij minder te richten op specifieke onderdelen zoals de afzet”, aldus de 23-jarige sprintster, bij wie het schakelen tussen beide disciplines inmiddels natuurlijk gaat. "Ik had er vroeger meer moeite mee, maar nu heb ik niet veel tijd nodig om te wennen aan een andere ondergrond en techniek.”

Toch kleven er volgens Kok ook nadelen aan het inlineskaten. Een van de grootste minpunten is het risico op vallen en de daarbij horende verwondingen. "Als je valt, lig je helemaal open. Vooral het inlinen op minder goed asfalt kan gevaarlijk zijn.” Dit maakt sommige schaatsers, onder wie de Friezin zelf, huiverig. "Ik hoop dat er niets gebeurt als ik op de weg skeeler.”

Een ander facet van de schaatstechniek die moeilijk na te bootsen is op skeelers, is de start. "Op inlineskates heb je geen klapsysteem, zoals de klapschaats. Dat voelt heel anders.” Zolang Kok geen startjes doet, geen hoge snelheden aanneemt en voorzichtig blijft, vindt ze het inlineskaten een nuttige aanvulling op het zomerse trainingsprogramma.

Vooral voor lange afstandsspecialisten die veel uren moeten maken op de fiets, kan het inlineskaten een welkome afleiding bieden. Voor zevenvoudig wereldkampioen Patrick Roest draait het bij het skeeleren vooral om het trainen in een hoek van negentig graden en een goede zijwaartse afzet. "IJs en asfalt zullen nooit hetzelfde zijn. Over het gevoel van druk opbouwen moet je eigenlijk niet te veel nadenken," geeft Roest aan. “Dit verschil kan met name voor schaatsers die op gevoel rijden verwarrend zijn. Voor mij is inlineskaten een praktische trainingsvorm om vooral de basis van de schaatstechniek te onderhouden.”

Roest geeft aan – net als De Boo en Kok - makkelijk te kunnen schakelen tussen de ijzers en wielen. "Als ik bijvoorbeeld op het ijs sta, kan ik heel makkelijk mijn techniek hierop aanpassen en dit geldt ook voor als ik op skeelers rijd.” Zijn devies: “Vergelijk beide sporten niet met elkaar.” Dit helpt de 28-jarige allrounder van Reggeborgh om zijn techniek op beide disciplines optimaal te houden. “Ik vind het inlineskaten een prachtige sport; om zelf te doen én om naar te kijken.”


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan