Tickets
Shop
Inlineskaten 24 jun 2023

Twee ploegen vechten om een been, Kevin van der Horst gaat ermee heen

Het geel-zwart en groen-zwart kleuren het Daikin NK Marathon in Rotterdam, maar aan de finish kon Kevin van der Horst zijn handen ten hemel heffen. De ‘Barre Beuker’ kreeg zodoende eindelijk de beloning waar hij al het hele jaar naar zocht.

Foto : Neeke Smit

Van der Horst verzamelde deze skeelerjaargang al heel wat ereplaatsen, maar de echt grote prijs bleef uit. Daar kwam zaterdag op het moment suprême verandering in. Van der Horst had wat teamgenoten van Okay-KPMS opgetrommeld om het op te nemen tegen de sterke machtsblokken van Reggeborgh en Jumbo-Visma. Beide teams struikelden over elkaar heen om weg te komen. Als er dan eenmaal een gaatje was, hielden de rijders de benen stil en werden ze weer ingerekend door het omvangrijke peloton. Zodoende bleef de koers gesloten tot het eind van de wedstrijd en zag Van der Horst zijn kans schoon om de sprint naar zijn hand te zetten. Hij bleef Christian Haasjes en Bart Hoolwerf voor.

Van der Horst noemde het na afloop een wedstrijd met twee gezichten. “Het rondje an sich is niet heel zwaar, maar om op kop te rijden en daar te blijven is wel heel zwaar”, aldus Van der Horst. “Je zag het ook aan de omvang van het peloton, heel veel rijders konden erbij blijven. Dat kwam mij goed uit, mijn ploeggenoten waren daar ook onderdeel van. Dan heb je ook wel voordeel van de jongens die mee waren vandaag.” De aanval met Robert Post en Gary Hekman loonde niet. “Ze kwamen terug en Crispijn demarreerde er meteen keihard overheen”, vervolgt Van der Horst. “Toen zat ik om me heen te kijken en waren er geen ploeggenoten, dus ik moest gelijk mee. Dat was wel echt het enige moment dat ik helemaal naar de kloten was, naast de laatste tien meter natuurlijk.”

Die laatste tien meter waren misschien wel het opvallendste uit de race van Van der Horst. Het is geen trage rijder bij de aankomst, maar het explosieve eindschot van sommige anderen had hij tot voor kort ook niet. “In Poederoijen kwamen ze pas laat over me heen, in Staphorst had ik ook nog een aardige sprint in de benen.” Van der Horst is van mening dat zijn extra trainingsarbeid op de baan daarbij helpt: “Je moet meer op ritme rijden, dat helpt om een hogere snelheid te bereiken. Dat is de verklaring.”

In Rotterdam had Van der Horst de explosiviteit wel. | Foto : Neeke Smit

Het aftroeven van Reggeborgh in Rotterdam voelt voor Van der Horst extra lekker. “Ik heb dit jaar regelmatig kritiek gehad op de koerswijze van Reggeborgh. Ze rijden nooit door, in welke kopgroep dan ook. Ik hoopte ze te pakken als ze tijdens het NK weer zo’n laffe koerstactiek zouden hanteren. Ze zijn geklopt”, glimlacht de nieuwe Nederlands kampioen.

Aan die boodschap van Van der Horst heeft Bart Hoolwerf (derde) geen boodschap. “Dat risico nemen we met de manier waarop wij koersen, we rijden alleen voor de overwinning”, aldus Hoolwerf. Hij had naar eigen zeggen best een goede dag, maar miste in het begin van de koers wat scherpte. Daardoor lag hij bij een valpartij in het eerste kwart van de race. Hoolwerf omschreef de val als een wake-up call en bezeerde zijn knie, maar dat kwam hij niet tekort in de sprint. “De ploeg zette me super af, maar het was dringen. Ik ging als vierde de voorlaatste bocht in en het is moeilijk inhalen. De finishstraat is een grote bocht, dan moet je buitenom meer meters maken. Ik kwam nog hard opzetten, maar het was te kort.”

Geen beloning dus voor Hoolwerf en zijn team. “We rijden hier met zes anderen die ook kunnen winnen, ik verkloot het en daar baal ik nog het meeste van.”

Elisa Dul jubelt weer in Rotterdam
Bij de vrouwen was het koersbeeld compleet anders. Na een passieve openingsfase ontstond er een kopgroep waarbij de twee topfavorieten (Marijke Groenewoud en Lianne van Loon) ontbraken. Zij hadden wel teamgenoten Elisa Dul en Fleur Veen vooraan, die samen met Berber Vonk, Patricia Koot, Merel Bosma en (junior) Sofia Schilder ten aanval trok. Het verschil liep op naar meer dan een halve minuut en in de laatste tien ronden was duidelijk dat het zestal voor de winst zou rijden.

Elisa Dul was de gangmaker in de kopgroep en maakte het af | Foto : Neeke Smit

“Van de buitenkant lijkt het alsof het gesmeerd liep in de kopgroep, maar er is altijd gemopper op elkaar dat er doorgereden moet worden”, vertelt Dul. “We gingen halverwege de koers weg, het was nog heel ver. Als iemand dan niet draait, is het bij de andere vijf ook makkelijk om te stoppen. Uiteindelijk was het genoeg om weg te blijven.” In de sprint kwam de dame van Zaanlander niet in de problemen en eindigde ze voor Veen en Vonk. “Ik had geen plan voor de sprint, ik was twee ronden voor het einde nog aan het bedenken of ik op kop aan de sprint wilde beginnen. Berber ging best vroeg aan, ik trok door en had aan de finish genoeg.”

Voor Dul is het haar tweede nationale titel op de marathon, twee jaar geleden deed ze het ook in Rotterdam. “Vorig jaar pakte Marijke de titel, dus dat wat betreft blijft de titel in het team. Dat is hartstikke mooi.”


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan