Hempenius pakte een jaar geleden brons op de 100 meter op het EK en werd vervolgens ook geselecteerd voor deelname aan het wereldkampioenschap. Die internationale ervaring nam de rappe Fries mee in zijn rugzak, maar toch merkte Hempenius ook een andere status gekregen te hebben.
“Bij de start van het seizoen merkte ik al dat er anders naar me gekeken werd, mijn positie is veranderd”, aldus de man van KNSB Talent Team Noord. “Kinderen kijken naar me op, er wordt langs de baan meer over me gepraat. Dat past bij wat ik wil bereiken en hoe ik meewerk aan de ontwikkeling van het inlineskaten.”
Die prangende blikken, de vele vragen en de opmerkingen langs de baan brengen spanning met zich mee voor Hempenius. “Dat houdt me scherp, ook de spanning die erbij komt kijken als anderen je topfavoriet noemen. Op een gegeven moment moet je ook favoriet willen zijn als je dit niveau bereikt. Ik heb recent laten zien dat ik er goed bij zit, dan is dit alleen maar goed. Ik kan er nu mee omgaan, ik weet wat ik moet doen om het geen afleiding te laten zijn.”
Ook in zijn rijden geeft het Hempenius steeds meer vrijheid. “Sprinten is een vak van routine, van details. Het kleinste foutje heeft enorme gevolgen”, zegt hij. De 23-jarige rijder heeft daarom met zijn coach Bianca Rooseboom gewerkt om allerlei kleine dingetjes in zijn systeem te krijgen. Codewoorden: taakgericht en met een plan werken. “Ik sta mezelf niet meer toe om fouten te maken, ik luister graag naar anderen hoe ik dingen beter kan doen, dat op te nemen en uit te voeren.”
Voor Hempenius is dat het grootste verschil ten opzichte van de rijder die hij een jaar geleden was. Vrijdag was hij de nationale top te snel af op de 200 meter, vooral omdat hij zo stabiel rijdt. “Voorheen verloor ik vaak in het tweede deel, we hebben enorm geïnvesteerd om dat recht te zetten. Het plan dat we hadden heb ik vandaag twee keer heel goed uitgevoerd: de controle en ontspanning houden terwijl je enorm veel kracht levert is ingewikkeld.”
De invloed van het team mag daarin niet onderschat worden, vindt Hempenius. Bij de vrouwen pakte teamgenote Fleur Huls de nationale titel op de 200 meter, Angel Daleman was ook de snelste maar kreeg een diskwalificatie achter haar naam. “Als je kijkt naar de medailles en titels die er door anderen in het team al gewonnen zijn, ben ik eigenlijk de minst succesvolle”, weet Hempenius. “De jeugd binnen het team heeft enorm veel ervaring, ook Bianca (Rooseboom, coach red.) helpt daar enorm bij.”
Met zijn 23 jaar is Hempenius veel ouder dan rijders die hem nog van advies voorzien. “Ik ben niet bang om te luisteren. Voor de race sprak Angel me nog wat bemoedigende woorden in over de uitvoering van mijn race. Zij leren en brengen mij zoveel en daar ben ik ze heel dankbaar voor.”
Met zijn gouden medaille meldt Hempenius zich nadrukkelijk voor het lijstje van bondscoach Valentina Berga-Belloni en de selectiecommissie van de KNSB. Zij moeten besluiten welke mannen en vrouwen over een kleine maand meedoen aan het Europees kampioenschap in Valence d’Agen.
“De top bij de sprintende mannen is breed”, constateert Hempenius, die er donderdag in de halve finale uitvloog op de one lap. “Mijn voordeel is dat de 100 en 200 meter iets specifieker zijn, daar ben ik nog iets beter dan op de andere sprintnummers. Dat is een plus voor mij en ik hoop dat die kwaliteit gewaardeerd wordt.”
Het knokken tegen mannen met kwaliteiten op andere afstanden ziet Hempenius als een voordeel: “Soms is het vervelend dat je er zo tegenop moet boksen, maar zonder tegenstand is het ook niet leuk. Gisteren was het klote, vandaag is het geweldig.”
