Een bericht gedeeld door N I K I W O R I E S (@nikiwories)
Luisterend naar deze woorden rijst de vraag waarom de 26-jarige haar passie opgaf voor een baan bij de KNSB. “Ik weet waarom ik het doe. Mijn doel is het Nederlandse kunstschaatsen omhoog helpen.” En wie kan dat beter dan iemand die ‘bijna op de ijsbaan geboren is’ en weet wat een rijder nodig heeft?
Eén van de speerpunten van Wories is het imago van de bond verbeteren en de sporters meer te ondersteunen. “Ik denk dat de KNSB in het kunstschaatsen een naam heeft gekregen alsof het bijna tegen de rijders is. Vaak negatief. Toen ik jonger was, heb ik ook weleens problemen gehad met de bond. Ik heb nu een tijdje achter de schermen gezeten en weet dat iedereen het kunstschaatsen naar een hoger niveau probeert te brengen. Wij willen echt het beste. Beslissingen worden genomen in het belang van de rijders, niet om de sport tegen te houden.”
Om beide partijen dichter bij elkaar te kunnen brengen, probeert Wories vooral in contact te staan met de schaatsers. “Ik wil heel toegankelijk zijn. De bond is voor velen een drempel die je moet overstappen. Ik heb er helemaal geen behoefte om daar te staan met mijn KNSB-jasje en mijn armen over elkaar. Natuurlijk zitten er wel grenzen aan mijn enthousiasme. Het lukt mij om me professioneel op te stellen, maar ik wil het respect krijgen van de atleten. Dat kun je niet afdwingen, dat moet je verdienen. In mijn beleving door openheid en te luisteren naar mensen. Als ik nu tegen iedereen zeg dat ze maar een afspraak moeten inplannen in mijn agenda, dan creëer ik juist het tegenovergestelde. Misschien is deze manier van werken niet wat iedereen verwacht bij deze functie, maar dat risico neem ik graag.”
Wories brengt een frisse wind met zich mee, al loopt ze soms tegen blokkades aan. “Het is moeilijk om positief te blijven als je tegen duizend-en-één regels aanloopt. Dit kan niet, dat kan niet. Maar hoe dan wel? Inmiddels lukt het mij om die creatieve wegen te vinden. Ik zie de muren niet waar anderen al vijf keer tegenaan gelopen zijn. Als jong, eigenwijs en soms een tikkeltje irritant persoon kan ik best iets wakker schudden.”
“Aan de andere kant kan mijn toewijding mij ook tegenwerken. Je kunt nu eenmaal niet iedereen pleasen. Ik ben heel emotioneel. Dat heeft mij ver gebracht, maar ik moet de balans blijven vinden. Mijn persoonlijkheid wil ik niet veranderen. Ik wil Niki niet kwijtraken in de rol van disciplinemanager. Als iemand niet geselecteerd is voor een wedstrijd, dan leef ik echt met die rijder mee. Ik weet immers hoe pijnlijk het is om niet naar een toernooi te mogen afreizen, zeker als het om een klein verschil gaat. Dan probeer ik diegene aandacht te geven, de redenering uit te leggen en gerust te stellen. Beslissen over anderen wordt van je verwacht in deze functie, maar dat zegt niet dat het makkelijk is,” aldus een openhartige Wories.
Nog maar anderhalf jaar geleden moesten Lindsay van Zundert en Wories uitmaken wie het eerste olympisch kunstrijdticket sinds decennia zou krijgen. In 2017 liep Wories plaatsing voor de Spelen mis, dus gaf ze alles om ditmaal wel te mogen afreizen. Zoals bekend kwam Van Zundert als winnares uit de strijd. Nu zijn de verhoudingen anders. “Of ik dat gek vind? Ja en nee. Ik heb nooit iets tegen Lindsay gehad. Op een wedstrijd wil je natuurlijk winnen. Zij was sterker op dat moment. Ik gun het haar allemaal en wij gaan hartstikke goed met elkaar om. Voor haar vond ik de omschakeling lastiger. Ik hoop dat ze gelooft dat ik alles voor haar doe, hoewel ik eerst haar rivale was.”
Deze week zal Wories voor het eerst afreizen naar een internationaal titeltoernooi als disciplinemanager. Als ze gevraagd wordt naar haar verwachtingen, vertelt ze dat ze zich bewust is van de gevolgen van haar uitspraken. “Vroeger las ik wat Karen of Remy (Wories’ voorgangster Karen Venhuizen en technisch directeur van de KNSB Remy de Wit, red.) dachten dat ik kon halen, maar ik weet niet of ik dat fijn vond om te lezen. Daarom vind ik het nu ook lastig te zeggen. Hoe wil ik dat dit opgeschreven wordt? Misschien moet ik alleen maar vertellen dat ik hoop dat ze het beste uit zichzelf halen en er geen klassering aan plakken.”
“Waar ik vroeger kon zeggen wat ik wilde, heb ik nu te maken met de gevoelens van anderen. Wat vindt iemand oke en waar gaat iemand beter van presteren? Als ik top-10 verwacht, werkt dat hen tegen of motiveert dat? Je hebt niet te maken met goed of fout, maar met mensen. Dat moet je aanvoelen. Ik ben ervan overtuigd dat ze allemaal hun best hebben gedaan. Waar nodig sta ik met trots hun waterflesje op het EK vast te houden, omdat ik weet dat zij er dag en nacht alles aan doen om daar op hun best te zijn.”
Benieuwd welke Nederlanders gekwalificeerd zijn voor het EK en wanneer zij in actie komen? Bekijk dan de kalenderpagina.
Door
Lisanne van der Eijk