Achtste in Groningen, zesde in Heerenveen, vierde in Den Haag, met val negende in Haarlem en afgelopen zaterdag tweede op het ijs van Deventer. Resultaten waar menig routinier uit een van de topteams in deze fase van het seizoen van zou dromen. Maar deze uitslagen horen op de balans van Christian Haasjes, 21 jaar uit Staphorst, rijdend voor Team Sprog. “Het komt allemaal redelijk onverwacht”, zegt hij. “Ik had nog nooit een rondje voorsprong gehad in een marathon, het leek me mooi dat dit jaar een keer te bereiken. Had helemaal niet het idee dat ik podiums ging rijden, eigenlijk lag de focus op het natuurijs. De eerste helft van het seizoen leren en wedstrijdhardheid opdoen en dan knallen op natuurijs.” Het loopt allemaal iets anders op dit moment. “Dat knallen op natuurijs wil ik nog steeds”, en voegt met gevoel voor understatement toe, “maar het is lichtelijk uit de hand gelopen.”
Die opmerkelijk snelle doorbraak, hoe kwam die tot stand? Na zijn Topdivisie-debuut bij A6.nl koos Haasjes ervoor aan te sluiten bij Team Sprog, de jonge ploeg die talenten wil klaarstomen op het hoogste niveau. En belangrijker: “Ik besloot het skeeleren op een laag pitje te zetten.” Jaren reed Haasjes talloze skeelerwedstrijden door heel het land, mocht hij meedoen aan EK’s en WK’s. “Korte mouw, korte broek, zonnetje en dan racen op de piste of de weg, wat wil je nog meer?” Haasjes stond de afgelopen zomer slechts vijf marathons aan de start en reed het NK op de baan. “Weinig wedstrijden, ik heb vooral hard en gedisciplineerd getraind. Dat deed ik in het verleden ook wel, maar op deze manier had ik nog nooit getraind.” Hij verloor zijn ietwat cynisch bedoelde bijnaam, de luie Haas. “Dat is er wel een beetje af. Niet meer die baantrainingen voor inspanningen van een kwartiertje. Nee, echt een basis leggen in de zomer. Met de ploeg lange skeelertochten door het veld. Ik ben een skeeleraar, maar de eerste trainingen wist ik niet wat me overkwam. Nu pluk ik daar de vruchten van.”
Dat het daarna op kunstijs zo’n vaart zou lopen, had Haasjes niet verwacht. “Ik verbaas me er enorm over wat een zomer goed trainen oplevert”, zegt hij. Vanuit de skeelerwereld, waar ze steeds meer talent zien kiezen voor het schaatsen, klonk ook kritiek. “Ik heb Hallum niet gereden omdat we op trainingskamp waren, dat kreeg ik wel te horen.” Dit weekend begint in Breda de tweede helft van de Daikin Marathon Cup met de wetenschap dat Haasjes de juiste keuze gemaakt heeft. “Nu merk ik dat die beslissing me ergens brengt, weet waarvoor ik het doe. Soms moest ik me in deze periode van het jaar echt op de fiets slepen, maar zodra je voelt wat de beloning is en wat het oplevert gaat het een stuk makkelijker.” Zijn geuzennaam de luie Haas is verleden tijd, waarvan akte...
Het heeft Haasjes in deze fase van het seizoen een sterke motor opgeleverd die hem met andere kwaliteiten - ‘efficiënt, sluw en slim koersen’ - al in heel wat finales gebracht hebben. Op het schuurpapier van Deventer reed Haasjes naar eigen zeggen nog geen halve ronde met de neus in de wind en kwam hij een paar teenlengtes tekort om de huidige heerser van het marathonpeloton Harm Visser te kloppen. Vorige maand in Haarlem ging hij op 500 meter van de meet aan en leek hij de snelle mannen te verrassen. Tot die laatste bocht. “Je weet even niet waar je het zoeken moet als je daar in die kussens ligt...” Een behoorlijke klap, geeft de 21-jarige hardrijder toe. “Steeds kon ik op reserve door die bocht waar de pionnen vanaf het begin weggehaald waren. Er zaten gaten in het ijs, bij de vrouwen werd veel gevallen. Na dertig ronden was de binnenbocht al helemaal kapot.” In de slotronde sprong Haasjes op de verrassing weg en moest hij wel in volle vaart door die laatste bocht. “Ik was kansloos toen m’n schaats wegbrak, volledig mijn eigen schuld.”
Een tegenslag, maar tegelijkertijd gaf het Haasjes een belangrijk inzicht. “Even balen, maar het motiveert ook. Vorig jaar ging ik tijdens de 200 op de Weissensee ook in de laatste meters onderuit. Als je zo’n klap in het gezicht kunt omzetten in motivatie, kan het je ver brengen.”
Voor de klas of een bestaan als prof? ‘Maak met alle liefde m’n werk van het schaatsen’
Het marathonschaatsen speelt een grote rol in het leven van Christian Haasjes, maar vindt zijn maatschappelijke carrière momenteel minstens zo belangrijk. Hij werkt als onderwijsassistent op een basisschool in Rouveen en staat door het aanhoudende lerarentekort ook regelmatig voor de klas. “Dag en nacht ben ik met m’n kinderen bezig, daar ligt mijn hart”, vertelt hij gepassioneerd. Meteen voegt hij toe: “Ik weet dat je keuzes moet maken als je door wilt groeien, maar voorlopig vind ik het heel fijn om voor de klas te staan en van half negen tot half drie onder de pannen te zijn.”
Op maandagochtend wordt in de lerarenkamer vaak even nagepraat over de wedstrijd, dan roept de plicht alweer. “Brandjes blussen op het schoolplein”, lacht hij. In de bovenbouw geeft hij les aan kinderen die ‘al een beetje’ beginnen te puberen: “Daar kan ik m’n ei kwijt. Heerlijk om te relativeren en even weg te zijn van de sport. Aan de andere kant: Als het goed gaat en je zit op de sportieve roze wolk, is het goed om even in de realiteit te zijn. Voor nu vind ik het heerlijk.”
De kinderen volgen de prestaties van Haasjes op de voet, er ontstond zelfs een opmerkelijke rivaliteit. “Het neefje van Jordy Harink zit bij mij in de klas. Hij wil eigenlijk dat Jordy wint, maar vindt het ook mooi als ik het goed doe. In Deventer was ik tweede, Jordy reed lang in de aanval. Hij heeft een uur genoten van de koers. Dat is prachtig! De kinderen vinden het mooi, ze volgen me en als ze dat vertellen, geeft mij dat meer motivatie en kracht.”
Met de huidige prestaties komt het profbestaan misschien wel sneller dan gedacht binnen handbereik. “Van de hobby m’n werk maken, dat zou ik met alle liefde willen doen”, zegt Christian, die dit thema ook regelmatig bespreekt met zijn oudere broer Ronald (marathonschaatser bij Reggeborgh). “Ronald werkt ook nog wat uurtjes. Het moet het schaatsen niet in de weg staan, maar het geeft ook rust. Het staat de sport volgens mij niet in de weg.”
Rest de vraag: hoe gaat Haasjes die laatste horde (vaak die vermaledijde Visser) nemen om toch te winnen? “Die vraag houdt het hele peloton bezig”, lacht Haasjes die zo zijn ideeën heeft. Alleen Daan Gelling (Royal A-ware) en Bart Swings (Okay-Interfarms) slaagden er dit seizoen in om de man in het oranje pak te verslaan. “Ik probeer sneller te worden, een beetje geluk hebben. Door slim te koersen kun je fris in de finale geraken, dan kan het lukken."
De dertien duizendsten van Deventer laten zien dat de Fries niet onverslaanbaar is: “Het is niet zo dat ik met ruime cijfers verslagen werd, Harm kon niet tien meter voor de finish beginnen met juichen. Het is geen schande van hem te verliezen, maar je bent gedreven en wilt altijd meer: We moeten iets uit de hoge hoed toveren om hem te verslaan...”
Informatie over de Club-assistent Brabantcup 1 in Breda staat hier.
