Tickets
Shop
Rubriek: Het moment van... 30 nov 2022

Het moment van: Rien de Roon

Rubriek over een speciaal moment van een sporter, coach, trainer of een ander personage uit de nationale schaats-, en skeelerwereld: een hilarische gebeurtenis, hoogte- of dieptepunt dat nog niet eerder is verteld.

Foto : Uit het boek van Rien de Roon: 'Oude schaatsers sterven niet'

‘HET WAS DE MEEST VERRASSENDE OVERWINNING UIT MIJN CARRIÈRE’
“Ik heb er gedurende mijn carrière altijd hard voor gewerkt, maar wie het verleden koestert, leeft dubbel. Het is eigenlijk jammer dat mijn meest bijzondere moment niet op de schaats is. Het eerste NK Skeeleren in 1984 in Hattem springt er voor mij uit, terwijl ik mijn sporen voornamelijk verdiend heb op de langebaan en in het marathonschaatsen.

Er kwamen in die tijd nieuwe skeelers op de markt. Ik kan me herinneren dat we een handelsman hadden, genaamd Jan Postma. Hij zat in de grammofoonplaten en hij verkocht skeelers: Tri Skates (een skeeler met drie wielen). Deze begon hij uit te delen aan de top van de marathon en aan Hilbert van der Duim en consorten. Hij zei: ‘We gaan wedstrijden organiseren.’

We hadden een stuk of zes wedstrijden achter de rug. Elke week was er wel één. Het was verplicht om hier op skeelers met drie wielen te rijden. Jan Roelof Kruithof, die een grootheid op natuurijs is geweest, reed tijdens een wedstrijd opeens twee ronden bij ons vandaan. Voorheen was het vooral harken op skeelers voor hem om mee te kunnen komen met het peloton en nu was hij opeens de topper. De koers was gedaan en we keken naar zijn wielen… Toen zagen we het: hij had vier wielen, in plaats van drie. Ze waren dunner en van polyurethaan, zo bleek later. Er zat een goede rebound in en dit liep als een trein.

Een week daarop reden we een wedstrijd op de Coolsingel in Rotterdam. Jan Postma baalde als een stekker dat Kruithof niet op zijn skeelers reed, dus hij stapte op Jan Roelof af en zei: ‘Het zijn Tri Skates-wedstrijden, dat betekent ‘drie wielen’, terwijl jij er op vier rijdt. Waarop Kruithof reageerde: ‘Oh, dus drie wielen is wel goed?’ Dit beaamde de handelsman. De skeeleraar bedacht zich niet. Hij pakte een steeksleutel, draaide een bout los, trok een wiel ertussenuit en won alsnog met een ronde voorsprong.

Het zette mij aan het denken. Ik had gehoord dat Zandstra in Joure nieuwe wielen had van polyurethaan. Ik belde hem op. Het was een Nyenrode-man, een prima vent. Ik heb later ook nog veel zaken met hem gedaan. Ik vroeg hem: ‘Meneer Zandstra, ik heb gehoord dat u snelle wielen heeft van zeventig millimeter.’ Hij liet me weten dat dit klopte, maar hij was net in Amerika geweest en vertelde dat hij er geen voorraad van had: ‘Ik heb er maar een paar meegenomen.’ Zo’n verhaal hield hij. Waarop ik zei: ‘Maar heeft u dan toevallig nog acht wieltjes voor me?’ Meneer Zandstra ging zoeken in zijn magazijn en keek of er misschien nog wat in zijn bureauladen lag…

Ondertussen had ik een frame gemaakt waar de vier wielen in konden. Vrijdags kwamen ze binnen en monteerde ik de wieltjes meteen. Ik ging bij ons de weg op en het leek wel alsof ik op ijs reed. In plaats van dat ‘douwwerk’ ging het opeens zo makkelijk. T*ring wat ging dat goed. Op de zaterdagmorgen had ik nog training gegeven aan mijn schaatstrainingsgroep en ik zei tegen mijn rijders: ‘Ik ga eerder weg, want ik wil het kampioenschap rijden in Hattem.’ Het was het eerste Nederlands Kampioenschap Inlineskaten.

In die tijd was Henri Ruitenberg rap, maar ook Jan Roelof Kruithof en Bennie van der Weide. In de auto onderweg naar het NK bedacht ik me om nog even bij Ruitenberg langs te gaan, praten over de wedstrijd. Ik liep bij hem thuis naar binnen en hij zei: ‘Hé Rien, ga je ook in Hattem rijden vandaag? Wil je koffie?’ Met het bakkie in de hand liet ik hem weten: ‘Joh, ik denk dat ik vandaag in orde ben. Geef mij een keer ruimte, dan doe ik dat ook bij jou.’ Hij vroeg zich meteen af waarom ik dacht dat ik die dag goed zou zijn, waarop ik hem mijn nieuwe exemplaren liet zien. ‘Oh’, zegt hij. ‘Heb jij ook die wielen?’ Hij pakte zijn skeelers en bleek dezelfde te hebben. Zandstra had dus exact hetzelfde verhaal ook aan hem verteld.

Eenmaal aan de start, stonden we daar met een stuk of zestig deelnemers, waarvan zestien rijders van die snelle wielen hadden. Er kwam uiteindelijk een kopgroep van elf man. Er zat nog eentje bij met oude wielen. Het was een klein ventje en had wat supporters langs de kant, die steeds zijn naam scandeerden: ‘Evert, Evert je kunt het!’ We hadden op dat moment nog nooit van hem gehoord. Henri demarreerde en vervolgens deed Jan Roelof dit ook nog een keer. Ze maakten elkaar af. Het bleek uiteindelijk dat zij hun kruit verschoten hadden. Ik demarreerde en was weg. Ik hoorde Dolle Dries' (de bijnaam van Dries van Wijhe, red.) vrouw nog roepen: ‘Rien, je kunt een ronde pakken!’ Dat deed ik en zo werd ik de eerste Nederlands Kampioen Inlineskaten. Er stonden 20.000 mensen langs de kant in Hattem. Het skeeleren was zo populair in die tijd. Het was de meest verrassende overwinning uit mijn carrière.

Zes maanden later won dat ene ventje de Elfstedentocht van 1985. Het bleek Evert van Benthem te zijn.”

 


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan