Tickets
Shop
Nieuws 13 mei 2022

Henk Schra: 'Vroeger moest iedereen die skeelers wilde naar Stouwdam'

Zaterdag wordt de vierde wedstrijd van de Stouwdam Jeugd Competitie verreden in Nijeveen. Deze reeks voor de jongste categorieën kent een lange geschiedenis, die alles heeft te maken met het ontstaan van de sport in Nederland. En daarin speelt de naamgever een prominente rol, weet Henk Schra, die de competitie met plezier al ruim 25 jaar financieel ondersteunt.

Foto : Glenn Wassenbergh

Laatst kreeg Lars Woelders (20), komend seizoen een van de marathonmannen bij Okay Bouw & Techniek, videobeelden te zien van een jaar of zeven geleden. Zijn vader had ze van hem gemaakt in een van zijn eerste skeelerwedstrijden. Woelders schoot meteen in de lach om zijn eigen gekrabbel op de schaatswieltjes. “Maar goed dat je me toen dat filmpje niet hebt getoond, want het ziet er niet uit”, zei Lars tegen zijn vader. “Nee”, antwoordde die, “maar wat was het een mooie tijd met die Stouwdam Competitie.”

Lars Woelders draait zijn rondjes als skeeleraar. | Foto : Neeke Smit


Die jaarlijkse strijd voor de jeugd in verschillende dorpen op de Veluwe was en is een begrip onder de liefhebbers van de zomerse sport. De naam Stouwdam misschien nog wel meer, want die is al bij het skeeleren – tegenwoordig inlineskaten – betrokken sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw. Door nog altijd als sponsor op te treden van de serie die uit acht jeugd-evenementen bestaat, blijft de verbondenheid met de jaren waarin skeeleren zich als een olievlek van topvermaak verspreidde over Nederland, mooi intact.

Henk Schra, al jaren de eigenaar van Stouwdam, kan er geweldig over vertellen. Hij skeelerde zich ook 'een ongeluk' in zijn tienerjaren en kwam zo al vroeg in aanraking met Stouwdam, de schaatswinkel in Oldebroek (waar overigens zaterdagmiddag/avond een Reggeborgh Marathon Inline Cup-race wordt verreden). “De enige zaak in Nederland die halverwege de jaren tachtig skeelers verkocht. Het was de tijd dat de pas overleden Jan van Ommen een competitie op poten zette, met grote marathonschaatsers als ‘Dolle’ Dries van Wijhe, de gebroeders Ruitenberg en Evert van Benthem als grote publiekstrekkers. Het waren net wielercriteriums. Iedereen wilde Dries zien, omdat die op rollers door de straten vloog. Dat was iets bijzonders”, weet Staphorster Schra, die zelf ook meedraaide in dat circus.

Hij noemt zichzelf pelotonvulling, maar was wel mooi onderdeel van de hoogtijdagen in het skeeleren. | Foto : Eigen foto

“Ik begon op mijn zestiende. Het was leuk om te doen, dus ik sloot me aan bij een groepje fanatiekelingen in mijn dorp dat ritjes maakte door de omgeving. Voor skeelers moest je echter naar Oldebroek, naar Stouwdam, inderdaad. Die kwam in contact met een Belg die zogenoemde Tri-skates verkocht. Stouwdam nam die dingen, net ijshockeyschoenen met drie kleine wielen eronder, over en gaf een paar aan Van Wijhe en nog wat rijders. Dat waren de enige exemplaren op de markt om mee te rijden. Dat moedigde andere mensen aan zelf wat uit te vinden, omdat het materiaal niet erg deugde. Zo was er ene Arie Jonker die ook wat skeelerde en werkte bij een machinefabriek in ’t Harde. Hij dacht wel wat beters te kunnen maken dan die Belgische klungeldingen, en kwam op de proppen met een frame waarin vijf grotere wielen pasten. Die skates vlogen over de weg, reden voor Stouwdam om de productie uit te besteden aan Mogema, zo heette die fabriek. Het werd big business, de skeelers waren niet aan te slepen.”

Een gesprek op een bruiloft gooide Schra’s bouwvakkersleven rond zijn 25e voorgoed overhoop. Hij, de timmerman uit Staphorst met een fijn gevoel voor de skate-materie, zat op dat feest naast de schoonzoon van Stouwdam. “Zei die vent ineens dat de oude Stouwdam zijn zaak van de hand wilde doen. Ik reageerde: oh, nou dat lijkt me wel wat. Een paar dagen later belde Stouwdam me en vroeg of ik geïnteresseerd was. Hij was in onderhandeling geweest met Henri en René Ruitenberg, maar die besprekingen waren afgeketst. Nou, ik daar in die winkel kijken, met een zwager die verstand van dit soort zaken had. Het was een kleine ruimte, eigenlijk niet meer dan een vooraanbouw aan een woning, volgestouwd met pannen en potten, én schaatsen. De hele tent moest twee ton of zo kosten, maar ik had geen geld. Was net getrouwd, had een huis gebouwd., geen idee hoe ik dat zou moeten betalen. Evert, mijn zwager, had echter gezien dat er flink wat voorraad aan skeelers lag. “’Kopen’, zei hij onmiddellijk, ‘dat geld heb je zo terugverdiend’.”

Zijn familielid had gelijk. Met geleend geld stortte Schra zich op de nieuwe wereld. Het liep gelijk als een tierelier. “Ik had geluk, want het skeeleren werd in 1994-’95 een serieuze aangelegenheid. Er was sprake van een overgangsfase: wordt het een sport of blijft het een trainingsmethode voor het schaatsen? Mede door de komst van Rollerblade uit Amerika, een producent van hippe rollerskates voor vrouwen, verkocht ik me helemaal scheel. Het was een supertijd. Na twee jaar heb ik m'n zwager uitgekocht, en de winkel uitgebreid. Naderhand heb ik nog eens een verbouwing gehad omdat we uit onze jas groeiden. Uiteindelijk besloot ik in 2010 te verhuizen naar hier (aan de rand van Wezep, direct naast de A28, red.).” En hier slaat op het prachtige bedrijfspand van twee verdiepingen, waar het vol staat met schitterende racefietsen, mountainbikes, en uiteraard skeelers en schaatsen, plus alle denkbare toebehoren. Stouwdam, van 1928, verkeert bijna honderd jaar later nog steeds in de bloei van het leven.

“Tja, en je weet hoe dat dan gaat”, vervolgt de man die bovendien teammanager is van langebaanbolwerk Team Reggeborgh de reconstructie. “Skeeleren deed het goed, de populariteit was enorm, er kwamen competities voor senioren, maar de jeugd wilde natuurlijk ook wedstrijdjes rijden. De clubs in Oldebroek en Heerde organiseerden een competitie en ze kwamen als snel bij me met de vraag of ik niet wilde sponsoren. Het eerste bedrag was geloof ik 1250 gulden of zoiets. Die sponsoring is altijd gebleven. Ik vind dat ook wel belangrijk: kinderen moet je aan de gang houden, dat vinden ze leuk. Als je ze enthousiast kunt maken door wat prijsjes te schenken, heb je de kans dat ze daarna ook nog doorgaan met sporten. Ik zeg niet dat ik de rest van mijn leven dit zal doen. Maar een competitie is beter dan een ploegje van vijf of zes rijders te ondersteunen. Nu heeft de gehele jeugd die van skeeleren houdt, er wat aan. Toch?”

Lars Woelders bepaalt het tempo van de groep. | Foto : Neeke Smit

Lars Woelders beaamt dat ongevraagd. “Ik heb er heel veel supergave herinneringen overgehouden aan de vier of vijf seizoenen die ik heb meegedaan. Mijn vader had een dag iets gehoord van een competitie en stelde voor er eens heen te gaan. Dat was in Apeldoorn. Ik wist van niks. Begon de dag met 300 meter waaraan je uit stilstand moest beginnen. Dat had ik nog nooit gedaan. Ik nam, omdat ik schaatste in de winter, de schaatshouding maar aan en ben vertrokken. Het maakte veel indruk op me. Het jaar erna ben ik gaan meedoen aan de hele competitie die ik in 2018 bij de junioren heb gewonnen. Dit is een erg leuke wedstrijdreeks om in te stappen voor kinderen die wedstrijden willen skeeleren.”


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan