Tickets
Shop
Familieverhalen 16 jun 2022

Skeelerfamilie Haasjes: ‘Wij zijn er van jongs af aan ingerold’

De familie Haasjes uit Staphorst is een echte skeelerfamilie. Het is begonnen bij oom Gerard die de liefde voor de sport heeft overgebracht. Het gezin telt zeven kinderen: Janet, Jurrian, Alinda, Ronald, Christian, Joël en Marlize. Op de zondag wordt er niet gesport in huize Haasjes, maar wat als er ooit een Elfstedentocht komt op deze dag? We spreken gebroeders Ronald (25) en Christian (20), die – naast het inlineskaten – hun pijlen hebben gericht op het marathonschaatsen.

Foto : Glenn Wassenbergh

“Best een familie, hè?” zegt Ronald meteen met een brede glimlach en introduceert in het kort zijn broers en zussen. “Janet is tweeëndertig en mijn jongste zusje is elf jaar, dus we hebben van alle leeftijden wat. De oudste drie zijn getrouwd en het huis uit. Jurrian had - net als Christian en ik - ook de ambitie om te schaatsen, maar bij hem is afgelopen winter sarcoïdose vastgesteld, waardoor topsport voorlopig niet meer mogelijk is.”

Ronald vervolgt: “Christian reed vorig seizoen nog bij de B’s en gaat volgend jaar naar de topdivisie, dus dan schaatsen we – naast het inlineskaten – ook op het ijs tegen elkaar. Broertje Joël die skeelert eveneens, maar schaatst nog niet. Dat zal wel komen. Mijn jongste zusje Marlize weet nog niet wat ze wil en doet van alles. Ik denk niet dat ze voor het skeeleren gaat.”

De gebroeders droomden als kind nooit van de Olympische Spelen of Elfstedentocht. “Nee, we zijn echt een skeelerfamilie”, legt Ronald uit. “Op mijn achttiende ben ik pas met schaatsen begonnen. Daar valt wat geld in te verdienen en is iets groter. Natuurijswedstrijden, zoals op de Weissensee, lagen mij wel goed. Hierdoor werd ik een beetje verliefd op de Elfstedentocht. Uiteindelijk is dat toch mijn ultieme droom geworden. En als het niet de echte wordt, dan maar de Alternatieve Elfstedentocht.”

Christian: “Ik ben net als Ronald pas laat begonnen met schaatsen. Om precies te zijn, twee jaar geleden. Ik droom er ook van om deze tocht te winnen. Met de Olympische Spelen heb ik me nog nooit beziggehouden. Ronald en ik zijn echte jagers. Naar iemand toe rijden, daar ligt onze kracht. Wij kunnen goed in het peloton schaatsen en we hebben koersinzicht. Vijfentwintig rondjes van achtentwintig seconden rijden, ligt ons niet. Wat dat betreft zijn we allemaal in de familie traag en sloom, maar als we eenmaal op gang zijn, dan kunnen we wel sprinten.”

Ronald en Christian als jonge Haasjes op de inlineskates. | Foto : Eigen archief familie Haasjes

Het komt voor de Haasjes goed uit dat de meeste inlineskatewedstrijden in Nederland niet op zondag plaatsvinden. Voor de familie is dit vaste prik een rustdag. Ronald: “Iedere zondag gaan we naar de kerk. Geestelijk en fysiek is dat een rustdag. Ik ben druk met sport en ik werk er ook nog naast (op kantoor bij een kraanverhuurbedrijf voor 20 uur in de week, red.), dus dan is het lekker dat je een dag helemaal niks hoeft.”

Christian hecht eveneens veel waarde aan de zondag: “Ik vind het belangrijk en voor mij voelt het als iets normaals. Als je van huis uit meekrijgt: zondag sporten is not done, dan groei je daarmee op en weet je niet anders. Natuurlijk heb je enorm veel verleidingen. Op het WK inlineskaten miste ik hierdoor de eerste wedstrijd. Dan zit je wel met een zuur gevoel in het hotel, maar ik dacht ook: als ik wél start, rijd ik waarschijnlijk toch niet lekker. Je geweten spreekt dan zo tegen. Soms worden er wel grapjes over gemaakt, maar die maak ik zelf ook. Mensen hebben liever dat je er eerlijk over bent, dan dat je er schijnheilig over doet en smoesjes verzint. Er ontstaan goede gesprekken en begrip, dus dat is wel iets om dankbaar voor te zijn.”

Een gewetensvraag is onvermijdelijk: wat als er een Elfstedentocht komt op zondag? Voor een eerlijk antwoord op deze vraag kiezen de gebroeders liever het hazenpad. Ronald haalt hoop uit de statistieken: “De tocht is nog nooit op zondag gehouden, dus…”. Er volgt een stilte en een diepe zucht. “Tja…Je mag niet hypocriet zijn, dus dan moet je dan ook niet starten. Maar hoe groot is de kans dat de tocht der tochten daarna ooit nog komt?" Christian geeft toe dat dit wel een gevoelig puntje is. “Ik wil er eigenlijk niet over nadenken, want ik ben er altijd vrij stellig in. Ik zou nu heel makkelijk praten door te zeggen: ik doe het niet, maar je weet dat de verleiding heel groot is. Ik wil daar nu geen antwoord op geven. Als ik dit interview dan teruglees, denk ik misschien wel: oh shit.”

Ronald begint hard te lachen als hij de kwaliteiten van zijn vijf jaar jongere broer mag omschrijven. “Christian heeft meer talent dan ik en kan soms erg lui zijn. Dat weet hij zelf net zo goed. Bij hem komt alles iets meer aanwaaien. Soms kan ik ook wel laks en lui zijn, maar als ik naar hem kijk… het boeit hem allemaal niet zo veel. Als Christian het een keertje niet goed doet, dan krijgt hij op z’n flikker van de trainer, is daar even van ontdaan en daarna gaat hij weer op dezelfde manier verder. Qua gelijkenissen zijn we allebei wel relaxed. We maken ons niet heel snel druk.”

Christian: “Mijn bijnaam is ‘de luie haas’. Ik vind het grappig. Een beetje zelfspot daar houd ik wel van." | Foto : Neeke Smit

“Het valt me nog mee dat Ronald mijn bijnaam niet heeft verklapt”, geeft Christian lachend toe. “Mijn bijnaam is ‘de luie haas’. Ik vind het grappig. Een beetje zelfspot, daar houd ik wel van, zolang ik nog voorin mee kan doen en wedstrijden kan winnen. Er zit zeker een kern van waarheid in. Ik ben liever lui dan moe. Ik heb jaren van mijn broers moeten horen: 'Ga nou eens trainen, gast!' Voor sommigen is trainen een hobby. Ik train omdat dit nodig is voor wedstrijden, maar ik beleef er weinig plezier aan. De trainingen met het team en de jongens vind ik daarentegen wel enorm leuk. Dan maken we lol en word ik gemotiveerd door hen en bovenal door mijn coach (Manon Kamminga, red.). Maar als ik alleen op de fiets moet stappen, dat gaat altijd met enorm veel tegenzin. Ik lig liever in de tuin in de zon,” grapt de luie haas. 

“Ik houd meer van kwaliteit dan kwantiteit. De trainingen die ik doe, doe ik wel echt goed. Daar ben ik altijd uitgerust voor. Bovendien vind ik het leuk om het verhaal wat aan te dikken. Vooral als ik win en mensen dan zeggen: 'Maar je traint toch nooit, hoe kun je dan winnen?' Dan reageer ik een beetje laconiek. Ik vind het wel leuk om een soort personage te zijn: hij traint nooit, maar presteert wel.”

Christian vervolgt: “Ronald heeft een discipline waar ik stiekem wel jaloers op ben, al zou ik het niet snel toegeven. Afgelopen winter bijvoorbeeld: het was koud en het regende. Hij stapte om zes uur in de ochtend op de fiets om honderd kilometer te fietsen. Toen dacht ik: als ik ooit nog eens zo’n discipline mag krijgen. Het werpt z’n vruchten af. Ronald kan ook nog iets dieper gaan dan ik en is een echte natuurijsspecialist.”

Christian (rechts) werd derde tijdens de puntenkoers in Wolvega en zag zijn broer Ronald (midden) winnen. | Foto : Neeke Smit

Ondanks de discipline heeft Ronald nooit de ambitie gehad om zijn geld te verdienen met de sport. Toch is hij van veertig uur naar twintig uur in de week werken gegaan en tekende hij onlangs een contract bij het Reggeborgh marathonteam. “Die kans krijg ik niet elk jaar en moest ik met beide handen aangrijpen. Als ik met jongens als Ariëns, Hekman en de Hoolwerfjes mag trainen, dan heb je wel aardig wat kwaliteit in de groep. Ik was er nu klaar voor. Om fulltime prof te zijn, zou mij op een gegeven moment gaan vervelen, denk ik. Dan zit je alleen nog maar in je eigen bubbel. Ik denk niet dat ik daar gelukkiger van zal worden, maar ik bekijk het per jaar hoe het gaat. Bovendien wordt er thuis eten voor me gekookt en kleren gewassen, dus heel veel extra tijd ben ik niet kwijt.”

Christian staat - naast zijn sport - twintig uur in de week voor de klas op een basisschool als onderwijsassistent en is blij met zijn nieuwe aanstelling bij Team A6.nl. “Ik had me oprecht geen beter team kunnen wensen. Om te leren en voor mijn ontwikkeling is dit voor mij de perfecte stap.”

Dat de wegen van beide broers leidden naar twee verschillende teams, was voor Christian wel even slikken. “Om heel eerlijk te zijn, vond ik het wel een beetje lastig. De afgelopen twee jaar hebben Ronald en ik – en samen met Marthijn Mulder - veel bereikt bij Konvi. Bij een teamgenoot vind ik het soms moeilijk om echt uit m’n slof te schieten of kritisch te zijn. Naar elkaar als familie doe je dat veel makkelijker. We kennen elkaar door en door. Binnen nu en drie jaar zou ik heel graag weer bij Ronald in een ploeg zitten. Ik denk dat dit ook wel mogelijk is.”

De gebroeders Haasjes als ware synchroonskaters over de finishlijn. | Foto : Neeke Smit

De gezonde rivaliteit onder de broers blijft. Ronald: “Als ik puur naar de wedstrijden kijk, ben ik op dit moment beter. Maar er zitten niet heel veel verschillen in. Als Christian een goede dag heeft, zou hij mij kunnen verslaan. Op dit moment is dat nog niet zo en dat wil ik ook graag zo houden,” zegt hij lachend. Christian bekent zijn meerdere in z’n oudere broer. “Als wij een sprintje doen, dan weet ik niet wie er op dit moment wint, maar Ronald is qua uithoudingsvermogen een stuk sterker en heeft het spelletje al iets beter door. En qua natuurijs steekt hij er nog met kop en schouders bovenuit, maar dat geeft niet. We verschillen vijf jaar, dus ik heb nog even,” knipoogt Christian.

Podcast ‘De Barre Beukers’:

Marthijn Mulder, Kevin van der Horst, Gerwin Smit, Jurrian en Ronald Haasjes, zijn de mannen die schuilgaan achter de podcast ‘De Barre Beukers’. Ronald: “We zijn ooit begonnen met een Instagram account en een beetje onzin daarop gooien. We kregen best veel volgers. Vervolgens ontstond het idee om een podcast te maken. ‘Schaatskoers’ - de podcast van Wichert Hoekert en Jan van Loon - was gestopt. Zodoende hebben we Wichert gevraagd of we zijn apparatuur een keer mochten gebruiken om te proberen. Zo geschiedde. We kregen veel positieve reacties en besloten om het voort te zetten. In onze podcast zoeken we soms het randje op. Iemand gooit er een onderwerp in, waardoor er een discussie oplaait en mensen daarop reageren. Het is eigenlijk lekker dom ouwehoeren en een beetje gekkigheid met z’n allen. Het is vooral niet te serieus. Mensen vinden het blijkbaar hartstikke mooi. Lekker dom zeuren zeg maar. Het kost wel even tijd. Je moet een avondje vrij maken en soms gaan we bij gasten langs, maar het is het meer dan waard.



Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan