In de marathonploeg van Reggeborgh weten ze dat Ariëns gek is op ‘klassementjes’. Waar het kan, spelen ze de fervente skeeleraar ook als voornaamste troefkaart uit. ‘Als er ergens een klassement wordt betwist, zetten we Ariëns in’, is het vaste uitgangspunt van de formatie. Bij de afrekening van de Reggeborgh Vierdaagse in juni moest de geboren Brabander het hoofd buigen voor de letterlijk onnavolgbare Swings, maar volgende week zal het andersom zijn. Na twaalf koersen (inclusief de vier van de vierdaagse) staat de koning van de regelmaat bovenaan de lijst.
“Het was bij de start van de competitie geen doel op zich, dat is het pas later geworden. Weet je wat het is? Ik ben er over het algemeen bij in elke wedstrijd, en ik finish meestal in de top-acht. Wanneer je dat structureel doet, beland je vanzelf een keer hoog in een klassement.
De eerste races heb ik me er totaal niet druk over gemaakt waar ik stond. Het ging me meer om lekker kunnen rijden. Voor de wedstrijd in Utrecht (negende koers) hebben we onderling gezegd: ‘Nu sta ik tweede achter Swings die er ongetwijfeld nog een zal missen. Laten we ervoor zorgen dat ik doorschuif naar 1. Dat lukte, en dankzij de overwinning in Boxmeer – m’n eerste zege pas in de marathon dit seizoen – pakte ik bijna alle punten. Nu is de situatie zo dat ik in de resterende twee races een keer bijna geen punten zou moeten behalen om de concurrentie nog in de buurt te laten komen. Dat zie ik niet gebeuren.” Hij zal zich eerder nadrukkelijk willen bemoeien met de strijd om de winst…
Ariëns haalde het al aan: hij is vrijwel altijd aanwezig. Van de ruim negentig rijders die een keer of meer aan de start verschenen in de Reggeborgh Cup, zijn er slechts acht alle wedstrijden van de partij geweest. “Er zijn genoeg jongens die niet overal zijn komen opdagen omdat ze aan iets anders de voorkeur gaven: een wielerkoers, een trainingskamp, noem maar op. Ook in mijn eigen ploeg is dat aan de orde. Dat houd je toch. Het heeft niet te maken met minder passie; Bart Hoolwerf en Gary Hekman vinden het inlinen fantastisch, maar er zijn soms andere overwegingen die iemand doet besluiten af te zeggen. Ik skeeler alleen en rijd geen criteriums op de racefiets, terwijl anderen het inlineskaten combineren met zo nu en dan een wielerwedstrijd omdat de trainingsprikkel die ze erin zoeken beter is dan die van een skeelerrace.”
“Je moet doen wat je leuk vindt. De keuzes kunnen gemaakt worden omdat het heel vrijblijvend is. Gedurende de winter zijn we onderdeel van een marathonploeg, dan moet het gebeuren. Wij worden betaald om hard te schaatsen, niet om hard te skeeleren of om hard te fietsen. Vroeger had je nog een zogenoemde A-status van NOC*NSF die je kon verdienen met skeeleren via uitslagen op een EK of WK. Op die manier loont het om er veel meer energie in te stoppen en je te focussen op het skeeleren. Sinds dat aantrekkelijke aspect is weggevallen, is deze sport meer een bezigheid geworden waar je wel of geen lol aan beleeft, en waarin je wedstrijden makkelijker overslaat als die niet in je programma past.”
De tussenstanden in het klassement om de Reggeborgh Marathon Inline Cup staan hier (27-7-2022)