Tickets
Shop
Nieuws 03 feb 2022

Sven Kramer: 'Als ik mijn beste seizoenstijd rijd op de 5 km ben ik al tevreden'

Zodra vrijdagavond het olympisch vuur wordt ontstoken in het Vogelnest van Beijing, kan Sven Kramer zijn kaarsje er wel even bij houden. Als ervaren rot die aan zijn vijfde Olympische Spelen zal beginnen, brandt de Fries nog niet van verlangen om de wereld een laatste keer te verbazen. Op zíj́n afstand van weleer, de vijf kilometer, zet hij sowieso laag in. En Patrick Roest laat de favorietenrol graag aan Nils van der Poel.

Foto : Léon de Kort

Hij kwam in 2006 naar Turijn, in 2010 naar Vancouver, vier jaar later naar Sotsji en ook in 2018 landde hij in Pyeongchang met steeds hetzelfde doel dat voor het merendeel van de atleten een droom was: goud winnen. Dat lukte ook, omdat Kramer schaatste zoals weinig anderen dat konden. “Ik zou nu best weer kunnen roepen dat ik opnieuw goud wil winnen op de vijf kilometer, maar het heeft geen zin om zo hoog in de boom te gaan zitten. Ik had het graag anders gezien, maar dat is niet de realiteit. Ik was al opgelucht tijdens het Olympisch Kwalificatie Toernooi dat het niet als een nachtkaars uitging.” Dankzij de derde tijd plaatste Kramer zich voor Beijing.

Het is een passage uit de zeven minuten durende ontmoeting tussen de Friese recordkampioen en de vaderlandse media in de mixed zone, onder in de catacomben van de Ice Ribbon. Meest opmerkelijke uitspraak: “Een goede tijd rijden. Als dat mijn beste tijd is van het seizoen, ben ik tevreden.” De lat ligt niet zo hoog dus, zou je kunnen concluderen. Nee, de lat kan niet meer hoger. Niemand voelt beter dan Kramer wat er nog uit dat 35-jarige lijf valt te persen, met de aantekening: als zijn onvoorspelbare, versleten rug tenminste niet protesteert.

Zijn domein op de Spelen, de vijf kilometer die hij drie keer op een rij won, is verworden tot een beginstation van een korte trip die na - als er geen panne is - elf dagen kan eindigen met de hoofdprijs. “De ploegenachtervolging is het belangrijkst voor mij.” Oftewel het geweer is van schouder veranderd. Samen vechten voor een medaille, met Patrick Roest, Marcel Bosker (en reserve Beau Snellink). “Uiteindelijk schaats je om te winnen. Het zou fantastisch zijn als ik langs deze route mijn vijfde goud zou halen.”

Een plak van die kleur moet zijn kamer- en teamgenoot bij Jumbo-Visma, Roest, nog zien te bemachtigen. De boerenzoon heeft zilver en brons van 2018 (1500 meter en ploegenachtervolging in Pyeongchang). In de winter van 2020-’21 diende hij zich aan als Kramers opvolger, door vrijwel alle wedstrijden over vijf kilometer fluitend op zijn naam te schrijven. Toen had hij er echter nog gene weet van dat een oude Zweedse rivaal uit de jeugdcategorieën weer trek kreeg in schaatsen. De successtory die Nils van der Poel naderhand schreef, is alom bekend.

“Daarom ben ik benieuwd wat er hier mogelijk is”, zo blikt Roest vooruit na de training. De spanning bouwt zich langzaam maar zeker op, erkent hij. “Ik denk al een beetje aan de wedstrijd van zondag. Dan zie ik mezelf op de startlijn staan en daar word ik soms best even zenuwachtig van. Van der Poel is te verslaan door heel hard te rijden. Ik moet een heel goede rit schaatsen en alles eruit halen. Op het OKT reed ik sterk, al had ik niet het idee dat dit het was. Ik heb het in me om beter te rijden. Lukt me dat, dan kan ik het hem lastig maken, maar is het nog geen een-tweetje dat ik Nils klop. Die jongen heeft vaak genoeg aangetoond dit seizoen dat hij echt de beste is. Het zou mooi zijn geweest als ik hem in elk geval een paar keer had verslagen. Dat is niet gebeurd. Met die wetenschap moeten we het doen.”

Kijk voor alle uitslagen, meeschrijflijsten, programma en nieuws van de Olympische Spelen hier


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan