Tickets
Shop
Nieuws 20 feb 2022

Rémy de Wit: 'Belangrijke keuzes maken over teamonderdelen'

Nu Beijing de stadions op slot heeft gegooid, en de olympische vlam symbolisch is overgedragen aan de volgende gastheer Milaan, kijkt Rémy de Wit terug op de 24e Winterspelen en staat zijn vizier alweer op 2026 gericht. Minder schaatsmedailles dan op de vorige edities zijn voor de technisch directeur van de KNSB geen reden om zich zorgen te maken. Hij kondigt wel aan in de (nooit eindigende) discussie over de teamonderdelen van de langebaan belangrijke keuzes te willen maken.

Foto : Vincent Riemersma

Ter opfrissing: alle schaatsende atleten van TeamNL waren goed voor zestien medailles. Twaalf kwamen voor rekening van de langebaan, vier konden er worden genoteerd op shorttrackgebied. Die twaalf zijn er vier minder dan in 2018. De ploegenachtervolging leverde een bronzen plak op, voor de vrouwen. De mannen gingen na hun finalerace met lege handen terug naar het atletendorp (vierde). Wiens fout of falen is dit nou? De Wit is bekend met de situatie, maar breekt nadrukkelijk een lans voor bondscoach Jan Coopmans. “Die is ongekend succesvol geweest de voorbije jaren op de grote toernooien. Volgens mij waren er de laatste seizoenen bijvoorbeeld drie wereldtitels op de ploegenachtervolging voor de mannen. Wat nogal makkelijk wordt vergeten, is dat Jan vier jaar lang bezig is om te presteren tijdens de Spelen. Hij verdient daar meer waardering voor dan hij krijgt. Ik ben hier dicht bij hem geweest. Hij is verantwoordelijk voor de resultaten. Alleen, het is nu wat vroeg om conclusies te trekken.”

Het wordt zaak, zo laat De Wit verder weten, dat alle betrokkenen zich buigen over de ploegenachtervolging. De internationale schaatsunie (ISU) zet steeds zwaarder in op teamdisciplines, terwijl Nederland – schaatsland (lees: het overgrote deel van de commerciële ploegen) de focus liever legt op de individuele afstanden. “Maar”, waarschuwt De Wit, “als we ons niet plaatsen voor de team pursuit op de Spelen, hebben we twee plekken minder in de ploeg. Dus is dit iets om heel goed over na te denken en in gesprek te gaan.”

Jan Coopmans, op de voorgrond tijdens de training van de vrouwen, valt weinig te verwijten, zo is de mening van Rémy de Wit. | Foto : Vincent Riemersma


Het afscheid van de ‘Johan Cruijffs van het schaatsen’ – De Wit doelt vanzelfsprekend op Ireen Wüst en Sven Kramer – vindt hij sowieso iets om bij stil te staan. Beiden zijn veeleisend geweest, veel vragend en hebben altijd gezocht naar kansen. “Ik ben trots dat ik hun laatste races heb mogen bijwonen. Deze twee atleten hebben het Nederlands schaatsen naar grote hoogte gebracht, en zo de publieke belangstelling enorm gestimuleerd”, zegt De Wit.

Tegelijkertijd constateert hij dat de jeugd die al in China actief was, alle aanleiding geeft optimistisch te zijn. “Ik snap ook dat de prestatiecurve van deze twee grootheden niet is te vergelijken met die van anderen die momenteel in ‘het systeem’ zitten. Daar zullen we veel aandacht aan moeten geven. Neemt niet weg dat het zilver van Jutta Leerdam me heel tevreden stemt. Femke Kok heeft door haar supersnelle opening op de 500 meter aangetoond dat ze tot een wereldtopper kan uitgroeien, en de manier waarop Merijn Scheperkamp zich eerst op het Olympisch Kwalificatie Toernooi manifesteerde en vervolgens zich hier staande heeft gehouden. Heel knap en veelbelovend.”

Jutta Leerdam bevestigde opnieuw dat ze de toekomstige koningin van de sprintnummers kan worden. | Foto : Vincent Riemersma

Wie daarom meent dat successen alleen komen van mensen die qua leeftijd al verder zijn, heeft geen gelijk, oordeelt De Wit, die ook niet voorbijgaat aan de buitengewone prestaties van Irene Schouten op de langebaan (drie keer goud, een keer brons) en shorttrackfenomeen Suzanne Schulting (twee goud, een keer zilver en brons). Bovendien is kunstrijdster Lindsay van Zundert er verantwoordelijk voor dat ons land eindelijk weer als een stip op de mondiale kaart van deze grote sport staat aangeduid.

“Hopelijk heeft dat een positief effect op de ontwikkeling van het kunstrijden in ons land.” Of dat direct in de publieke belangstelling merkbaar is, wordt komend weekend wellicht al zichtbaar. Van Zundert doet namelijk mee aan de NK in Tilburg. “Dat er weer toeschouwers kunnen komen, is geweldig. Maar of je dan meteen op een uitverkocht huis mag rekenen…? Van mij mag ’t hoor.”


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan