Dat gebeurde zaterdag, na enkele weken van wikken en wegen. “Ik ben blij dat dit nu allemaal achter de rug is, want het zorgde best voor wat stress. Kan ik nu lekker even een week op vakantie naar Portugal, samen met mijn ploegmaatje Elisa Dul”, vertelt ze. Dat wordt overigens actief uitje, want de racefiets en de skeelers gaan mee naar Lagos waar (toevallig?) komend weekend een Europa Cup wordt verreden. Groenewoud en Dul kunnen prima uit de voeten op de rollende schaatsen. “Ja, maar het is denk ik niet de bedoeling dat we daaraan meedoen. We hebben amper op de skeelers gestaan.”
Terugblikkend op de periode na de Winterspelen in Beijing die debutante Groenewoud verliet met een bronzen medaille van de ploegenachtervolging, noemt ze het een aparte tijd waarin haar veel is gevraagd naar de toekomstplannen. “Met Jumbo is er een keer contact geweest, met Reggeborgh voerde ik meer gesprekken. Ook met mijn ouders heb ik het erover gehad. Moest ik voor het geld kiezen? Het salaris is leuk en belangrijk, maar ik sport vooral om te winnen. Dat heeft de doorslag gegeven. Bovendien werk ik fijn samen met de coaches Jillert Anema en Arjan Samplonius, die me hebben geholpen elk jaar weer harder te gaan. Het voelt, kortom, heel vertrouwd allemaal”, zegt de uit Hallum afkomstige rijdster.
Wat ze verder als een voordeel ziet, is de vrijheid om de langebaan te combineren met het marathonschaatsen. “Ik hoef niet te kiezen tussen twee dingen en dat bevalt me erg. Komende winter wil ik me wat meer toeleggen op de drie kilometer, naast de 1000 en 1500 meter die de belangrijkste afstanden blijven. Eerder vond ik er weinig aan om die zevenenhalf rondjes te schaatsen, maar zodra je meer controle krijgt over de rondetijden, kan het wel leuk zijn”, meent ze. Groenewoud reed in november 2020 voor het laatst een officiële race over 3000 meter (4.11,58). “Vorig jaar moesten we een keer tijdens de training een drie kilometer doen, met een opdracht: het laatste rondje moest de snelste zijn. Dat ging wel aardig. Ik begon met 34'ers en eindigde in de 31.”
Wat ook vlotjes verloopt, zijn de mass starts die ze (meestal aan de zijde van Irene Schouten) op het ijs legt. Het duo is nagenoeg onverslaanbaar en blijkt – in tegenstelling tot de berichten in de media – goed met elkaar overweg te kunnen. “Als we nog beter worden, zal onze overmacht toenemen. We vormen een team waar er echt geen problemen zijn over de verdeling van de taken, wat de pers ook mag denken”, klinkt het lachend.
